dinsdag 22 juli 2008


maandag 11 februari 2008

"Why can’t we be intelligent about death?" I asked.
"It’s obvious."
"It is?"
"Ivan Ilych screamed for three days. That’s about as intelligent as we get."


—Don DeLillo, White Noise

zondag 6 januari 2008

30 Platen van 2007

2007 was voor albums een absoluut ongehoord groot jaar. Er kwamen elke week wel platen uit waarop ‘fantastisch’, ‘machtig’ en andere superlatieven van toepassing waren. En dat zowel op diep ondergronds, publiekschuw, experimenteel vlak als in de bovenste regionen van het internationale sterrendom. Het leek wel alsof er iemand goede platen zat te schijten. Een top 10 maken was dan ook haast onbegonnen werk. Maar God moet nu eenmaal zijn getal hebben. De man met voorsprong dit jaar was alweer Burial, en dat voor het tweede jaar op rij. Nog elke dag vraag ik me af waarom zijn eerste album niet ook vorig jaar op 1 stond. Toegegeven, in 2006 was de concurrentie met The Drift en Fizheuer Zieheuer wel heel groot, maar ik heb om eerlijk te zijn meer naar Burial geluisterd in 2007 dan in 2006. Untrue is feitelijk nog beter en nu al een legendarische klassieker, amper twee maanden na verschijnen.

0. Burial – Untrue

Untrue is de plaat die alles verbindt wat dit jaar wel en niet de moeite waard was. Het muzikale nulpunt van de mateloos complexe multipliciteit. Hetgeen geen klein mirakel mag heten. Decadentie en hoop tegelijk. Niet kiezen tussen nostalgie en futurisme, maar ze allebei omhelzen en vervolgens elementen van dubstep, rave, drum’n’bass, ambient, soul en techno dwingen samen te werken om een ongrijpbare alchemie aan het werk te zetten. Met ‘Near Dark’ als absolute future music track van het jaar. En ‘Shell of Light’ en ‘Etched Headplate’ als coda bij alle dromen die je ooit hebt gehad, en nog niet hebt gehad. Wonderlijke plaat die soms als The Orb, soms als Black Dog, soms als Dead Can Dance, en soms als alledrie tegelijk klinkt. Voeg aan die mix nog wat Todd Edwards en dub science toe en je bent er. Richtinggevende release voor nog vele jaren.

1. Grails - Burning Off Impurities

Spannende postrock was vroeger een oxymoron. Dankzij Grails is het nu ook een feit. Dat Burning Off Impurities uiteindelijk meer als krautrock (Tago Mago!) dan als postrock klinkt is daar niet vreemd aan. Maar ook de panoramische gitaren van Echo and The Bunnymen (denk Heaven Up Here) en zelfs een beetje DJ Shadow zitten erin. Met van die sublieme momenten waarop meerdere nummers ineensmelten tot één utopisch lang nummer dat het beste van ingebeelde en bestaande werelden oproept. Muziek als sporenlezer, reisgids en voertuig. Meesterlijk.

2. Arctic Monkeys - Favourite Worst Nightmare

Zonder twijfel de plaat die ik dit jaar het meest beluisterd heb. Ka-pótgespeeld heb ik dit. Spannend van de eerste tot en met de laatste noot. Meer energie dan de zon. Met een vette grijns op het gezicht, om dan af en toe toch maar een traantje weg te pinken. Met “Who wants to be man of the people when there’s people like you? als rockzinnetje van het jaar. Het geniale van Echo and The Bunnymen, melodieus als het beste van The Smiths (maar niet zo cynisch, noch zo sentimenteel), met de kracht van de beste Pixies. Ook uitgebreide lof voor de uiterst slimme productionele afwerking door de helft van Simian Mobile Disco. En die gasten zijn nog maar twintig. Een orkaan van een plaat.

3. Six Organs Of Admittance – Shelter From The Ash

Ik heb het in 2007 jaar vaak moeten zeggen. Maar ook deze plaat is het beste wat Ben Chasny ooit heeft gedaan. Met voorsprong zelfs. Nieuwe vriendin Elisa Ambroglio van Magik Markers verrijkt Chasny’s getormenteerde countrysymfonieën met de nodige diepte en emotie die nodig zijn om de gitaarstormen te doorstaan. Het grote gebaar is gebleven maar toegankelijker gemaakt door kortere en melodieuzere songs. De gitaarmuren van Neil Young, de naakte sensualiteit van Bonnie ‘Prince’ Billy en de nooit onschuldige natuurmystiek van Current 93 in één enkele plaat.

4. Om – Pilgrimage

Stel je het einde voor van Motiivi Tuntematons ‘Mankind Failed’, maar dan met echte instrumenten. Doe dat maal duizend van intensiteit. Doe daar dan een flinke scheut Billy Cobham en Mahavishnu Orchestra bij. Zachtjes aanlengen met de John Coltrane van OM. Het resultaat dan 75 minuten lang zonder aflaten héél luid spelen. Dit louter als geestesverruimend behartigen is beledigend voor wat erop Pilgrimage plaatsgrijpt. Keith Rowe heeft het deze maand in The Wire over twee soorten muziek: muziek in de tijd, en, de ware avant-garde, muziek als tijd. Om bewerkstelligt hier en très petit comité het zelden voorkomende tweede geval. Op puur muzikaal vlak de plaat van het jaar maar voor de novice wel heel afschrikwekkend. Niettemin een kosmisch spektakel van de eerste orde. Heel straf spul.

5. The Young Gods - Superready / Fragmenté

Om eerlijk te zijn was ik The Young Gods al bijna vergeten. Maar Superready / Fragmenté (die titel ook!) is echt de meest kickin’ rock-‘n-roll ass plaat die ik in jaren tijd heb gehoord. Of moet dat gevoeld zijn? En dat met alleen synths. Dat er in twee talen gecommuniceerd wordt, met mijn twee favorieten Frans en Engels in de hoofdrol, is een bonus prize winner. “I’m one, two, three, four tons of TNT” uitschreeuwen en dat dan waar maken met de muziek. Faut-le faire. What time is space now ? vraagt Franz Treichler zich op een moment af. De vraag stellen is ze beantwoorden. Een mogelijke definitie van Le Très Saint Rock and Roll.

6. Von Südenfed - Tromatic Reflexxions

Mark E. Smith is en blijft een vreemde vogel. Maakt eerst met Post Reformation TLC de allerslechtste Fallplaat ooit. Om daarna samen met Mouse On Mars terug te slaan met dit brutale distillaat van Smiths spuwende en brommende echolaliën en de spastische technoritmes van Toma en St. Werner. Met ten gepaste tijde een Beach Boys-koortje en grotesk rondgestrooide nonsensrijmpjes als extra kruit. Als zowel Smith als de ritmes regelmatig op hol slagen weet de ingewijde dat het wel eens spannend kan worden. Mark E. Smith blijft met gemak de meest intrigerende uit zijn nek lullende dronkelap op deze planeet.

7. Dopplereffekt - Calabi-Yau Space [Rephlex]

Dopplereffekt is door de jaren heen geëvolueerd van een Kraftwerk-kloon, via nare industriële ambient, naar de in de leer gestrenge maar wel altijd sublieme gothic ambient van Calabi-Yau Space waar de kosmische magie van Tangerine Dream en de nagelaten essentie van Drexciya een hecht huwelijk aangaan. Niemand slaagt erin om tot-op-het-DNA zo diep in Detroit Techno te graven en toch tegelijk zo vermoeid Europees te klinken. De vroege Dead Can Dance catalogus geremixed door Kraftwerk, of iets van die onaanraakbare strekking. Het beste wat ze ooit gedaan hebben.

8. Islaja - Ulual Yyy [Fonal]

Die Stem! Klaaglijk, hopeloos, toch vaag geil, in de verte verwant aan de ijzige sirenenzang van opperpriesteres Nico, absoluut niet toonvast. Islaja is bedwelmend, raakt je op plekken van je lichaam en geest waarvan je niet wist dat ze bestonden. My Bloody Valentine meets Billie Holiday meets Faust meets de bossen en meren van het koude Finland. Soms zelfs té intens.

9. Colleen - Les Ondes Silencieuses [Leaf]

Verstillende plaat waarop een Frans meisje dat ook wel eens met muziekdozen speelt in de weer is met vergeten Renaissance-instrumenten. Retro-klassiek of een logische conclusie? Op de sofa, ogen dicht en gewoon luisteren. Een singer-songwriter die geen woorden meer nodig heeft om te spreken.

10. Pan Sonic – Katodivaihe

Ruwe en aartsbrutale noisetechno van het legendarische Finse duo, die, hoe hard hij ook zijn best doet om het niet te doen opvallen, op een volstrekt ondenkbare manier swingt. Perverse funk, niet bang om hard uit te halen. Doetjes houden ze op afstand houdt door van schreeuwend non-geluid schurende primaire techno te maken. Ondertussen zoeft het legendarische Finse duo wel regelmatig een paar keer angstwekkend dicht tegen de essentie van het geluid aan.

Verder genot, verrassing en verbijstering met

Area C – Haunt
Ben Frost – Theory of Machines
Blues Control - Blues Control
Britney Spears - Blackout
Circle – Tower
Diana Rogerson - The Lights Are On But No-One's Home
Dominik Eulberg – Bionik
El-P – I’ll Sleep When You’re Dead
Faust & Nurse With Wound - Disconnected
Gudrun Gut – I Put a Record On
Henrik Schwarz - Live
Interpol – Our Love to Admire
Kiss The Anus Of A Black Cat – Interlude To The Outermost
Library Tapes - Höstluft
Panda Bear - Person Pitch
Pole – Steingarten
Psalm Alarm – Blk Paintings Vol.1
Ricardo Villalobos - Fabric 36
Shining – Grindstone
The Patron – To Kill a Petty Bourgeoisie

33 x Vet Vinyl 2007

1. Shackleton – Blood on My Hands (Ricardo Villalobos Mix) [12” Skull Disco]

Dat ik Ricardo Villalobos al enkele jaren als de sleutelfiguur van het huidige technowereldje beschouw weet de betere tussen-de-regels-lezer ondertussen al wel. En ook dit jaar doet hij het weer, met deze epoche-bepalende remix waarin hij dubstep en minimale techno onder één vlag weet te scharen. Shackletons tribale treurzang, om te beginnen al geen fuifnummer, smeert hij diep en breed uit tot een bijna twintig minuten durende depressietrip. DeLillo’s Falling Man lezen zonder in je hoofd het eeuwige “When I see the towers fall, fall, fall…” te horen is er onmogelijk door geworden.

Villalobos lijkt wel de enige technoproducer die iets te zeggen heeft over de wereld van vandaag. Vooruitkijken is de boodschap en Villalobos heeft dat bij uitstek begrepen. Niet om vrolijk van te worden, maar waarom zou je dat überhaupt nog willen in een wereld waar 99.9% van alles wat gezegd en getoond wordt pure leugen is? “As flesh is weak / The forms break down / It cannot last forever” Nagel op de kop! Ik zou het van de daken schreeuwen, maar ik heb spijtig genoeg hoogtevrees.

Prettig nevendetail is het feit dat Shackleton zelf tot één van de heetste remixers van het jaar is gepromoveerd, met een remix voor Pole en zelfs een vierkwartsmaat remix van Simian Mobile Disco. Mensen die elkaar op positieve wijze besmetten, het mag ook wel eens.

2. Dusty Kid – Kore [12” Boxer]

Vet Geluid mag dan ondertussen al een beetje een lijkgeur verspreiden, dat betekent daarom nog niet dat het kadaver geen vruchtbare grond heeft opgeleverd. ‘Kore’ is de meest onweerstaanbare groove die ik dit jaar heb gehoord. Beats ergens tussen messcherpe electro en spannende house in, een atmosfeer die voortdurend twijfelt tussen wanhoop en extase, vette maar afgetrainde bassen, mooie maar niet overdonderende functionele breaks: een voorbeeld van zorgvuldig ingehouden Synthetik die toch met verve scoort.

3. Appleblim - Vansan [12” Skull Disco]

Niet Shackleton maar maatje Appleblim levert de dubstepplaat van 2007 af. Dieper dan deze plaat kan je in dansmuziek niet gaan. Het messcherpe en agressieve van techno gecombineerd met het weidse van de beste dub science. Op de dansvloer zal je het zelden tegenkomen, in je hoofd des te meer. Met plezier de dieperik in springen: de perfecte belichaming van waar deze wereld naartoe lijkt te gaan. Elk nadeel heb ze voordeel.

4. Tolga Fidan – Venice/Tanbulistan [12” Vakant]

Mijn puristendagen liggen gelukkig ondertussen toch weeral enkele jaren achter mij. En als er één plaat was die in 2007 de cross-over tot uitdrukking bracht is het deze. Beide kanten spelen met overgave met ingehouden sfeer aan de hand van goed gekozen etnische samples, akelige kinderstemmetjes, nooit echt knallende beats, subtiele percussie en weer dat ingehouden sfeertje, dat, als de producer het goed speelt, tien keer meer overdondert dan 37 platen van Justice en Digitalism tesamen. Geniaal van de eerste hi-hat tot de laatste beat. Overklast bovendien zonder moeite alles wat dit jaar op het klasselabel Vakant is uitgekomen.

5. Inner City – Till We Meet Again (Carl Craig Remix) [12” Planet E]

Carl Craig heeft dit jaar weeral enkele klassieke remixes afgeleverd (Faze Action, Siobhan Donaghy), maar deze is de meest effectieve. Vooral omdat hij hier ongegeneerd voor de dansvloer en de duisternis kiest. Perfect opgebouwd met een voortdurend van intensiteit veranderende Moroder-beat en een uit het diepst onzer aller ziel komende gospelschreeuw. Zolang Carl Craig leeft, zal techno nooit sterven.

6. Prinzhorn Dance School – You Are the Space Invader [7” DFA]

Dit nummertje duurt amper enkele minuten en is zowat de meest minimale rockplaat ooit. Het staat alleen al in deze top 10 voor het sublieme zinnetje “CCTV’s stolen their soul”. Post-milenniale Schmerz beschreven met brokjes fundamentele lyriek: “You’re hiding from your past life / You’re hiding from your neighbour / You’re hiding from your doctor” Kijk, daar kan ik me één en ander bij voorstellen.

7. Peter Grummich – Gomorra EP [12” Wacked]

Apocalyptische techno, dat ik het nog mag meemaken. Drie nummers lang gromt, spuwt, brult en vloekt Peter Grummich in de Heilige Technokerk, terwijl hij elk knopje in zijn arsenaal tot bloedens toe kapot draait. Techno zoals het ooit bedoeld was: extatisch en aards tegelijk.

8. Burial – Ghost Hardware EP [12” Hyperdub]

Ghost Hardware is als opstap tussen Burial en Untrue de sleutelplaat in Burials nog steeds ongrijpbare oeuvre. Waanzinnig complexe beats, vervreemdende en vluchtige soul en bassen dieper dan de Marianentrog. Met het enkel op vinyl verschenen ‘Shutta’ als 2007-update van Aphex Twins Selected Ambient Works. Zieke muziek voor een zieke wereld. En toch onaards mooi.

9. Skream – Moving Snares [12” Disfigured Dubz]

Skream mag dan een stuk krapuul-van-de-straat zijn zoals ze dat alleen in Londen kennen (enfin, zo ziet hij er alvast wel uit), hij is wel de ultieme dubstepproducer. Hij lijkt geniale nummers uit te brengen op hetzelfde tempo waarmee andere mensen naar het wc gaan. Dit nummer, haast ongemerkt verschenen op een absoluut onbekend ondergronds label is de reden waarom ik van dubstep hou. Tonnen subbas rijten je trommelvliezen open, de distortion van de snares staat op 11, ronduit smerige amuzikale elementen infiltreren de melodieën, en het geheel rockt op zijn minst even hard als de beste techno. Wie dit niet aanvoelt zal nooit iets van dubstep begrijpen.

10. Henrik Schwarz – Walk Music [12” Moodmusic]

“Blade Runner techno“ noemde OMC het. Van een perfecte omschrijving gesproken. House heeft de laatste jaren zelden zo een perfectie bereikt als in dit nummer. Visioenen van een betere wereld en de belofte dat het ondanks de overvloedige smeerlapperij uiteindelijk allemaal toch de moeite waard is: dat roept ‘Walk Music’ op. Missie volbracht.

…en ook uitgebreid genoten van en/of overdonderd door volgende platen, waarbij ik zeker nog een stuk of twintig platen opzettelijk vergeet, zo groot was het aanbod dit jaar. Hetgeen weer eens bewijst dat op de meest stinkende mesthopen de mooiste bloemen groeien.

Ada – Fizzmann EP [Areal]
Andy Stott – Fear of Heights [Modern Love]
Cobblestone Jazz – DMT [Wagon Repair]
Cristian Vogel – The Never Engine [Tresor]
Gescom – EP 1 & 2 [Skam]
Hercules & Love Affair – Classique #2 [DFA]
Kraftwerk – Aerodynamik (Hot Chip Remix) [EMI]
L.v. – Globetrotting/Takeover Dub [Hyperdub]
Mark Ashken – Skream Remixes [Leftroom]
Melchior Productions Ltd. – No Disco Future [Perlon]
Melchior Productions Ltd. – Don Juan/In the Spirit [Perlon]
Moodymann – I’d Rather Be Lonely [KDJ]
Motiivi Tuntematon – Mankind Failed [Kompakt Extra]
Osunlade – Elements Beyond [Strictly Rhythm]
Pan-pot feat. Hugh Betcha – Charly [Mobilee]
Pier Bucci – Chiloé EP [Crosstown Rebels]
Population One – Rush Hour (Convextion Remix) [Rush Hour]
Ricardo Villalobos – Sei Es Drum [Sei Es Drum]
Simian Mobile Disco – Attack Decay Sustain Release [Wichita]
The Bug feat. Killa P + Flow Dan– Skeng [Hyperdub]
Underground Resistance – Kill My Radiostation [UR]
VA – Box of Dub [Soul Jazz]