Volgend jaar is hij dertig jaar dood. Kaoru Abe blijft na al die tijd een van de ultieme krachtpatsers van de saxofoon. Enkele duimen groot, maar wat een geluid. Abe wou per se de luidste zijn, de hardste, de moeilijkste, de meest vrije en ongestructureerde. Wat voor de ander moeilijk is, dat waar hij liever zijn vingers niet aan brandt, is noodzaak - eerste oorzaak - voor de ene. Je verbaast je er dan ook niet bovenmatig over dat Abe, nog piepjong, ten gevolge van een maagscheur overleed. Wie naar de essentie op zoek gaat en ze ook vindt (het gezicht van God zien, quoi) moet sterk in zijn schoenen staan.
Hoe overleef je dat, de waarheid in de ogen zien? Wat te doen als het overgrote deel van de medemensen niet eens begrijpt waar je het over hebt? Maurice Blanchot kwam het grootste deel van zijn leven nauwelijks nog buiten, vermeed menselijk contact. Jean-Luc Godard zoekt nog steeds koppig verder naar nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden voor het beeld, trekt er zich niks van aan dat op een enkeling na niemand nog volgt, laat staan geïnteresseerd is in de revolutie. Niet iedereen is zo sterk. Martin Heidegger viel voor vanitas, hoogmoed en de Nazi’s. Derrick May produceerde zich leeg en zal waarschijnlijk nooit meer muziek maken. Brian Wilson is er gek van geworden en een levend wrak. Céline werd fascist en verviel tot literair gemurmel. Nietzsche dacht dat hij Jesus Christus was.
Abe was, zoals vele genieën en sleutelfiguren, een iconoclast. Hij lachte je gewoonweg uit als je niet even ver ging, kon gaan, als hijzelf. Vervreemde van publiek en vriendschap, totdat hij ten slotte nog enkel in een klein zaaltje voor zichzelf stond te spelen. De muze hield hij gespijsd met verdoemde liefde, sloten drank en ontelbare geleegde pillenflesjes. Na 31 jaar houdt het vergankelijke lichaam het dan voor gezien. Gelukkig is er dan nog de muziek. Als onuitputtelijke troost.
De bron van Abe’s verzengende geloof in eigen kunnen lag in het feit dat hij zichzelf had leren spelen, op pure wil. Dan heb je geen god of gids nodig, ni dieu, ni maître. Anderen worden volgers. Wat kan je immers van hen leren? Drummer Sabu Toyuzumi, één van de mannen die hem van Kawasaki naar grootstad Tokyo gehaald had, vroeg hem ooit of hij zich ook maar iets gelegen liet liggen aan de muzikanten met wie hij speelde. Abe verwaardigde zich slechts een half-ironisch, half-vals grijnslachje.
Gitarist en Masayuki Takayanagi, nochtans zelf geen gemakkelijke jongen (hij ontsloeg ooit zijn collega’s van het New Direction trio door hen op een affiche voor een volgend concert voor een voldongen feit te stellen en, als schepje erbovenop, hen voor vulgaire verraders van de goede zaak te brandmerken), kon aanvankelijk nog volgen. De platen waarop ze samen spelen Mass Projection, Gradually Projection en Deconstructive Sympathy zijn gitaar-sax noiseduo’s met de oerkracht van een vuurspuwende vulkaan. Snelheid, volume en onberekenbaarheid worden een ritme op zichzelf. Luisteren is leven. Maar kom niet te dichtbij, je zou je kunnen branden. Ook hij moest opgeven toen Abe na een show van liefst vier uur tabula rasa purperblauw uitsloeg… maar toch doorging. Een andere keer was het een dol geworden clubeigenaar die gewoon de stekker eruit trok.
Niet dat zulks Abe tegenhield. Hij had de gewoonte om langs de snelweg te repeteren, al toeterend en skronkend probeerde hij zijn gelijk te halen tegenover de geluidschaos van het immer in flux zijnde auto- en vrachtwagenverkeer. Ook de oerkracht van de rivierwind was een uitdaging, een tegenstander op niveau. Toen hij op een keer langs de Tamagawa stond te brullen met zijn saxofoon, belde een verschrikte schipper de politie. Hij dacht dat er iemand vermoord werd.
Het is wellicht een mooie analogie voor wat Abe probeerde te doen. Afrekenen, komaf maken met. Met wat eigenlijk? Zijn programma: “Geluid dat de mogelijkheid van een oordeel opschort. Geluid dat nooit vergaat. Geluid dat zich bevrijdt van elk mogelijk beeld. Geluid dat voortkomt zowel uit de dood als uit de geboorte. Geluid dat sterft. Het geluid rondom mij. Geluid zoals de symptomen van een eeuwige cold turkey. Geluid dat zich verzet tegen het bezit ervan. Geluid dat gek wordt. Geluid dat uit de kosmos stroomt. Het geluid van het geluid.”
Abe werd omhooggeschreven door de radicale cultuurcriticus, organisator en producer Akira ‘Aquirax’ Aida, punkkenner en Krautrockaficionado, gediplomeerd in Franse literatuur (twee Abe-albums dragen titels van Céline’s boeken, Nord en Mort à Crédit), liefhebber van Rimbaud, Blanchot en Derrida, maar ook pleitbezorger in Japan van iemand als Brigitte Fontaine. Freejazz en improvisatie waren nog meer zijn ware stokpaardjes.
Hij zag in Abe een geestesgenoot van de Europese post-Coltrane freejazz en improvisatie, fysieker, kouder, vaak bijtend hard, meer in proteïsche gedachten verzonken dan de mystieke en vaak ook religieuze aspiraties van de Amerikaanse fire music van Coltrane en Ayler. (Is het toeval dat Abe zijn eerste optreden speelde in het jaar dat Peter Brötzmann zijn verschroeiende Machine Gun uitbracht?) Aida schreef dat hij droomde van “een manier van spelen die het moment kan doen exploderen en op die manier de mensheid bevrijden van zijn gebondenheid aan het bestaan”. Hij hoopte op “het bereiken van uiterste radicaliteit en bovenmogelijke snelheid”.
Toen Aida Kaoru Abe had gehoord wist hij dat de droom misschien werkelijkheid was geworden. Zelden konden anderen erin meegaan. Met Milford Graves, Amerikaans freejazzdrummer en alumnus van het legendarische ESP-Disk liep het fout. Aida had hem over laten komen voor een tournee met het kruim van de Japanse vrije scene. Maar Abe verachtte hem omdat hij volgens hem te vol van zichzelf was en bovendien een echte showdrummer. Voor iemand als Abe, zelf ook niet bepaald gespeend van egocentrisme en altijd op zoek naar het altius, citius, fortius, was hij de verpersoonlijking van wat hij nu net niet wou. Tijdens optredens ging hij dan ook voor Graves’ drumkit staan en pestte hem met zijn gebroken en aanvallerige tonen. Graves had er al snel genoeg van en liet Abe uit de groep verbannen.
Al spoedig moest Abe zich gaan toeleggen op duo-improvisaties. Begeleid door een drummer of een bassist ging hem dat het beste af en ook de reeds genoemde muzikaal-maniakale gladiatorengevechten op het scherp van de snee met Takayanagi zijn parels van kosmische intensiteit, op de pijngrens van lawaai en muziek, van definitieve poëzie en nog tastend halffabrikaat, onversneden geluid dat, haast tegen zijn wil in, met de muzikale hamer wordt gesmeed. Muziek als resultaat van de strijd met de elementen.
Op het laatst speelde hij solo, op zoek naar de ultieme expressie, “het geluid van het geluid”. Wie durft moet zich maar eens enkele dagen in de liefst tiendelige box Solo Live at Gaya begraven, een compilatie van opnames uit de twee jaren voor zijn dood. Daar leeft hij zich uit op alt-, sopraan- en sopraninosaxofoon, piano en zelfs mondharmonica. Mooi is het niet altijd. Je hoort een zoekende ziel die geen compromissen sluit en beseft dat de essentie niet altijd schoonheid verbergt. Net zoals de laatste opnames van Billie Holiday, toen ze haar stem al had kapotgezongen, en waarbij je af en toe gêne voelt dat je bij zulke kwetsbaarheid de legitieme voyeur mag zijn, klinken die laatste levenstekens soms haast pijnlijk, naakte en ver van volmaakte probeersels, waar af en toe een glimp van de perfectie uit naar voren komt. Dieper graven in de eigen ziel is zelden op plaat vastgelegd.
Stilte is een essentiële component van de latere Abe. Reflectie en een nakende maturiteit dienen zich aan. Hij wil nog wel wegblazen en verbazen, maar beseft blijkbaar dat ook “het geluid van het geluid” altijd het gevecht met de absolute leegte moet aangaan. Daarvoor was hem echter nog maar weinig tijd gegund. Op 9 september 1978, na een gevecht met alles en iedereen, vervoegde ook de Beul van het Blaasinstrument de allerlaatste stilte.
schitterend! heel fijn stuk, dat er nog maar vele mogen komen. Ben al benieuwd naar de volgende :))
BeantwoordenVerwijderenwat een prachtstuk, vincent :). echt, zeer goed geschreven, perfect opgebouwd, en geweldige thematiek. dat er inderdaad nog zeer veel mogen volgen. al doet het me ook wel pijn dat er voor zulke pracht momenteel geen plek is bij kindamuzik. juist hierdoor zou het medium weer het gezicht krijgen dat ikzelf met mars ooit voor ogen had. maar ja, zei hij me enige weemoed.
BeantwoordenVerwijderen