Weer eentje die er de brui aan geeft.
Ik ga niet zeggen dat ik Warburton (en David Toop) compleet volg in alles wat hij te zeggen heeft, maar ik moet toegeven dat ik, zeker het laatste jaar, al een paar keer de drang heb voelen opkomen om volstrekt te stoppen met muziek te verzamelen. Er zal best nog wel veel goeie nieuwe muziek uitkomen (en soms stoot ik er zelfs nog wel eens op) maar het valt toch op dat bijna alle muziek die ik me nog aanschaf van vele jaren geleden dateert. Dat hoeft zelfs geen 'klassiek' spul te zijn, zolang het maar vernieuwender klinkt dan wat heden ten dage voor nieuw en spannend doorgaat. Opvallend is dat bijna alles waar ik naar luister uit de gouden tijdperken 1968-1974 (voor krautrock en Engelse artrock), 1977-1984 (voor postpunk, new wave en enkele laatkomers zoals de late Talk Talk) en 1986-1994 (voor house en techno) dateert. Er zijn periodes dat alleen The Fall, Can, Wire (en dan alleen nog de eerste drie elpees) en Pere Ubu mijn oorschelp mogen betreden. Die periodes worden trouwens almaar langer. Voeg daar nog wat jazz, klassiek en dub aan toe en we zijn er wel. (OK, wie mijn platenkasten ooit heeft aanschouwd weet dat ik overdrijf, maar het gevoel blijft)
In principe is dat ook geen slechte zaak. Na vele jaren wroeten en ziften weet je gewoon wat je goed vindt en op een of andere manier gaat al het nieuwe dat je hoort verwijzen naar de canon die je voor jezelf hebt samengesteld. De meeste dingen klinken dan als aftreksels, imitaties en parodieën van de muziek die ooit je leven een andere richting heeft doen inslaan. Dat heet inderdaad ouder worden. Dat heet blasé zijn. Dat heet teveel muziek beluisterd en ontdekt.
Allemaal helemaal waar, maar toch blijft het gevoel knagen dat vooral de popmuziek (de muziek die het grote publiek bereikt en die in de hitparade - of wat daar nog voor doorgaat - staat) tegenwoordig niet meer aanzet tot het graven naar invloeden. Vroeger vroeg je je constant af wat de bronnen van grote en bekende artiesten waren. Van Bowie naar Neu, van Massive Attack naar vroege hiphop en dub, van shoegaze naar Faust, toen kon dat nog. Nu vinden zogenaamd nieuwe muzikanten hun invloeden zogezegd all over the place en dat zal wel mooi en interessant en breeddenkend zijn, maar het wijst voor mij eerder op richtingloosheid, gebrek aan inspiratie, oppervlakkige kennis en onwetendheid over traditie en geschiedenis. Om Warburton (en The Incredibles) te parafraseren: als iedereen erover opschept dat hij alles en iedereen als een invloed beschouwt, dan krijg je finaal een smaak- en kleurloze brij die amper kan boeien ("I'm not joining conventional rock band / The conventional is experimental / The conventional is now experimental / And is no way noble"), laat staan dat die flauwe soep je leven verandert. Ik voel dan ook dat het moment dat ik me nog enkel met literatuur en filosofie (film, televisieseries in de vorm van dvd-boxen en hedendaagse kunst - zeg maar: het doodgegooid worden met Het Beeld - laten me al helemaal koud) ga onledig houden angstwekkend dichtbij komt.
Waar het ook mee te maken heeft is het voldongen feit dat de cultuur waar ik in opgegroeid ben en die me onvermijdelijk heeft vormgegeven (laten we die heel breed de Europees-Amerikaanse Beschaving noemen) de laatste jaren steeds duidelijker in een decadente staat en soms zelfs in acute ademnood lijkt te verkeren. Een politiek, cultureel en economisch imperium loopt op zijn einde en ik denk dat ik de komende jaren vaker dan niet ga proberen om andere oorden op te zoeken, op zoek naar nieuwe perspectieven waarvan ik vrees dat mijn huidige aan bloedarmoede lijdende omgeving die me niet meer kan bieden.
Cultuurpessimisme? You bet! Bijna alles wat ooit vernieuwend en revolutionair was, was een reactie op een bestaande cultuur die ontoereikend werd bevonden en dus vers bloed nodig had. De huidige cultuur schijnt zich enkel nog voort te slepen door steeds opnieuw stilstaand te herhalen hoe goed men wel bezig is en hoe noodzakelijk en onvermijdelijk de bestaande toestand is. Actie - ook verkalking is een actie - is een doel op zich. Re-Actie - in die zin dat men de teller terug op nul moet durven zetten en na grondig zelfonderzoek, hetgeen afstand impliceert, opnieuw beginnen (Beckett's "Try Again, Fail Again, Fail Better") - is onbestaande of uit zich enkel nog in nihilistische en in elk geval voor mij volstrekt oninteressante daden en woorden. Samuel Delany heeft het ooit 'cultural fugue'* genoemd, een soort zelfvernietiging door terminale zelfgenoegzaamheid en oneindig doorschuiven -en dus ontlopen - van verantwoordelijkheid. Gently we are being led into the night.
* in Stars in My Pocket like Grains of Sand. Letterlijk betekent het "a state of terminal runaway of cultural and technological complexity that destroys all life on a world via a singularity". De interpretatie is mijn verantwoordelijkheid.
+1 ;) [er is veel meer maar dat is voor een andere plek]
BeantwoordenVerwijderen