zondag 18 november 2012
vrijdag 16 november 2012
Sowieso is Shackleton momenteel de meest relevante van alle electronische producers, maar zijn meer dan anderhalf uur durende live in de AB gisteren was gewoon verpulverend. Toen het eindelijk - na, zowaar, een bis - gedaan was, was ik niet alleen een kilo zweet lichter, maar heb ik ook - en ik denk echt dat dat de eerste keer ooit was - iemand omhelsd uit pure vreugde en extase. Waarlijk goede muziek vaagt elk cynisme weg.
dinsdag 13 november 2012
Ik heb de gewoonte ontwikkeld, als ik een boek van een bepaalde schrijver heb gelezen dat me op een of andere manier uitzonderlijk bevalt, om dan ook zo snel mogelijk zo veel mogelijk andere boeken van diezelfde schrijver te lezen, al was het alleen maar opdat het enthousiasme dat je voor dat ene boek voelde te kunnen laten doorwerken in de volgende boeken die je leest. Het mooie is dan dat je vaker dan niet uit je comfortzone wordt gehaald. Daarmee wil ik zeggen dat je daardoor ook boeken leest die je normaal qua thema, onderwerp of stijl niet zou lezen.
Dat gebeurt momenteel met de boeken van Paul Auster. Hoewel ik niet ongelooflijk onder de indruk ben van Austers The New York Trilogy (Ik vind dat hij bepaalde stukken van de drie verhalen te veel in het ongewisse laat en aan in principe boeiende premissen en ideeën moeilijk een voldoening schenkend einde kan breien. Hoewel dat allemaal de bedoeling kan zijn, zal hij daardoor momenteel nooit een van mijn favoriete schrijvers worden, denk ik, eerder een middenmoter.), heb ik de drie boeken wel in een paar dagen uitgelezen omdat de aperte verwijzingen naar Maurice Blanchot en Borges voor mij aan de leeservaring net dat beetje extra gaven en de intriges geheel in de lijn van mijn favoriete thema's liggen (metafysica, metafictie, mysterie en duisternis, dubbelgangers, mensen die ten onder gaan aan het leven in hun eigen hoofd, etc...) Laat ik besluiten met te zeggen dat Auster in The New York Trilogy naar voren komt als een Blanchot of Borges light. Hetgeen verre van slecht is, maar niet goed genoeg om 's mans boeken ook daadwerkelijk aan te schaffen.
Niettemin ben ik dan vandaag maar begonnen in Man in the Dark, dat bijna twintig jaar later geschreven is en, hoewel het bijna onvermijdelijk aanverwante thema's bevat (het gaat hier tenslotte om dezelfde schrijver), bijna science fiction is - er zit een beetje van Philip Dick in, en dus in de verte ook weer een beetje Borges. En dat boek heeft me de laatste uren al een paar keer tranen doen verbijten omdat de situaties en levensverhalen die erin verhaald worden zo herkenbaar diepmenselijk en onnoemelijk treurig zijn.
Hoe je het ook draait of keert, het komt er uiteindelijk toch altijd op neer dat, wat je ook onderneemt, hoe stoer je jezelf ook voordoet, hoeveel succes je ook boekt, hoezeer je ook je dromen tot realiteit maakt, hoe optimistisch je het leven ook tegemoet treedt, hoe hard je ook je best doet om te houden van anderen en jezelf met de wereld te delen, hoe vaak je de rug weer recht of opstaat nadat je weer eens met je smoel tegen de vlakte bent gegaan, dit leven je uiteindelijk toch breekt. Het geluk bestaat erin, denk ik, om elk moment dat de moeite waard is zo intens mogelijk te beleven en elke kans op dat vluchtige geluk aan te grijpen, ook al wordt het uiteindelijk niks. Iets is altijd beter dan niks.
En die gedachten leiden dat er vervolgens toe dat ik waarschijnlijk ook Invisible en Travels in the Scriptorium de volgende dagen ga verslinden.
Dat gebeurt momenteel met de boeken van Paul Auster. Hoewel ik niet ongelooflijk onder de indruk ben van Austers The New York Trilogy (Ik vind dat hij bepaalde stukken van de drie verhalen te veel in het ongewisse laat en aan in principe boeiende premissen en ideeën moeilijk een voldoening schenkend einde kan breien. Hoewel dat allemaal de bedoeling kan zijn, zal hij daardoor momenteel nooit een van mijn favoriete schrijvers worden, denk ik, eerder een middenmoter.), heb ik de drie boeken wel in een paar dagen uitgelezen omdat de aperte verwijzingen naar Maurice Blanchot en Borges voor mij aan de leeservaring net dat beetje extra gaven en de intriges geheel in de lijn van mijn favoriete thema's liggen (metafysica, metafictie, mysterie en duisternis, dubbelgangers, mensen die ten onder gaan aan het leven in hun eigen hoofd, etc...) Laat ik besluiten met te zeggen dat Auster in The New York Trilogy naar voren komt als een Blanchot of Borges light. Hetgeen verre van slecht is, maar niet goed genoeg om 's mans boeken ook daadwerkelijk aan te schaffen.
Niettemin ben ik dan vandaag maar begonnen in Man in the Dark, dat bijna twintig jaar later geschreven is en, hoewel het bijna onvermijdelijk aanverwante thema's bevat (het gaat hier tenslotte om dezelfde schrijver), bijna science fiction is - er zit een beetje van Philip Dick in, en dus in de verte ook weer een beetje Borges. En dat boek heeft me de laatste uren al een paar keer tranen doen verbijten omdat de situaties en levensverhalen die erin verhaald worden zo herkenbaar diepmenselijk en onnoemelijk treurig zijn.
Hoe je het ook draait of keert, het komt er uiteindelijk toch altijd op neer dat, wat je ook onderneemt, hoe stoer je jezelf ook voordoet, hoeveel succes je ook boekt, hoezeer je ook je dromen tot realiteit maakt, hoe optimistisch je het leven ook tegemoet treedt, hoe hard je ook je best doet om te houden van anderen en jezelf met de wereld te delen, hoe vaak je de rug weer recht of opstaat nadat je weer eens met je smoel tegen de vlakte bent gegaan, dit leven je uiteindelijk toch breekt. Het geluk bestaat erin, denk ik, om elk moment dat de moeite waard is zo intens mogelijk te beleven en elke kans op dat vluchtige geluk aan te grijpen, ook al wordt het uiteindelijk niks. Iets is altijd beter dan niks.
En die gedachten leiden dat er vervolgens toe dat ik waarschijnlijk ook Invisible en Travels in the Scriptorium de volgende dagen ga verslinden.
maandag 12 november 2012
zondag 11 november 2012
dinsdag 6 november 2012
"And since respectable and responsible intelligence comes not from the
knowledge we’ve already gained but how quickly and thoroughly we can
access information, we convince ourselves and our friends that the
latest horrible circumstance has such depth, such weight, that it
represents a societal question we can no longer ignore; we must now take
sides and talk about it."
Daarom is The Quietus dus mijn favoriete website.
Daarom is The Quietus dus mijn favoriete website.
donderdag 1 november 2012
Niet dat het een geheel nieuwe gedachte is (Borges is hier uiteraard de onbereikbare voortrekker), maar sinds ik in Paul Austers The New York Trilogy aan het lezen ben (ik had hier oorspronkelijk gewoon ben geschreven: Lezen is een vorm van Zijn, niet?) besef ik weer eens hoezeer het lezen verrijkt wordt door het lezen zelf, met andere woorden: door eerdere leeservaringen.
Ik maak er sowieso een goede gewoonte van om, voordat ik in een bepaald boek of oeuvre duik, allerlei randinformatie in me op te nemen. Dat gaat dan van een eenvoudig Wikipedia-artikel, over een biografie van de schrijver en zijn onmiddellijke omgeving, tot aan de zo volledig mogelijke socio-historische context. Zo kan ik me nu nog nauwelijks voorstellen hoe veel minder ik van Gravity's Rainbow zou begrepen hebben als ik voordien niet V zou gelezen hebben, laat staan dat je ook maar iets van dat boek begrijpt als je niet weet waar de Weimar Republiek voor stond. (Nu is dat uiteraard het slechtste voorbeeld mogelijk, omdat dat dat bepaalde boek nooit helemaal begrijpbaar zal zijn.)
Een vriend raadde me Paul Auster aan (wiens Leviathan ik ooit lang geleden uit moeders boekenkast heb getrokken, maar waarvan ik me nauwelijks nog iets herinner) omdat die ooit Maurice Blanchot had vertaald (en - daar ga je dan - ooit de partner was van Lydia Davis, die, buiten dat ze de meest fascinerende kortverhalen aller tijden schrijft, op haar beurt Foucault, Blanchot, Leiris en Proust heeft vertaald). En hoewel er natuurlijk nooit enige bias valt uit te sluiten (je kunt soms ook te veel weten over iets, waardoor de eigenlijke leeservaring in de weg gezeten wordt) viel me al onmiddellijk op dat Auster in City of Glass speelt met de idee van wat een schrijver nu feitelijk is, door te schrijven over een schrijver, die op zijn beurt detectiveromans schrijft en vervolgens zelf detective wordt.
De vraag is dan natuurlijk of je zonder die kennis en referenties je leeservaring verarmt. Ik denk het persoonlijk wel. Het ware lezen (en bij uitbreiding het ware luisteren en kijken) is er altijd op uit om een zo groot mogelijk netwerk van betekenissen te genereren. Anders wordt lezen ontspanning en ontspanning is voor doetjes.
Ik maak er sowieso een goede gewoonte van om, voordat ik in een bepaald boek of oeuvre duik, allerlei randinformatie in me op te nemen. Dat gaat dan van een eenvoudig Wikipedia-artikel, over een biografie van de schrijver en zijn onmiddellijke omgeving, tot aan de zo volledig mogelijke socio-historische context. Zo kan ik me nu nog nauwelijks voorstellen hoe veel minder ik van Gravity's Rainbow zou begrepen hebben als ik voordien niet V zou gelezen hebben, laat staan dat je ook maar iets van dat boek begrijpt als je niet weet waar de Weimar Republiek voor stond. (Nu is dat uiteraard het slechtste voorbeeld mogelijk, omdat dat dat bepaalde boek nooit helemaal begrijpbaar zal zijn.)
Een vriend raadde me Paul Auster aan (wiens Leviathan ik ooit lang geleden uit moeders boekenkast heb getrokken, maar waarvan ik me nauwelijks nog iets herinner) omdat die ooit Maurice Blanchot had vertaald (en - daar ga je dan - ooit de partner was van Lydia Davis, die, buiten dat ze de meest fascinerende kortverhalen aller tijden schrijft, op haar beurt Foucault, Blanchot, Leiris en Proust heeft vertaald). En hoewel er natuurlijk nooit enige bias valt uit te sluiten (je kunt soms ook te veel weten over iets, waardoor de eigenlijke leeservaring in de weg gezeten wordt) viel me al onmiddellijk op dat Auster in City of Glass speelt met de idee van wat een schrijver nu feitelijk is, door te schrijven over een schrijver, die op zijn beurt detectiveromans schrijft en vervolgens zelf detective wordt.
De vraag is dan natuurlijk of je zonder die kennis en referenties je leeservaring verarmt. Ik denk het persoonlijk wel. Het ware lezen (en bij uitbreiding het ware luisteren en kijken) is er altijd op uit om een zo groot mogelijk netwerk van betekenissen te genereren. Anders wordt lezen ontspanning en ontspanning is voor doetjes.