zondag 11 mei 2014
Fennesz - Bécs
Een nieuwe volwaardige Fennesz is een beetje vergelijkbaar met de nieuwe Autechre of Boards of Canada. Je weet dat je het altijd goed gaat vinden en zit niet te wachten op revolutionaire koerswijzigingen. Het is goed zoals het nu is. Mocht er toch een bocht naar nieuwe horizonten genomen worden, dan blijkt die meestal na een tijdje beraadslaging niet onoverkomelijk en alsnog in te passen in de al vertrouwde klankenwereld.
Fennesz breidt na mijlpalen als Endless Summer, Venice en Black Sea met Bécs (de Hongaarse naam van Wenen) zijn palet niet radicaal uit. Experimentele uitspattingen houdt hij voor zijprojecten als Fenn O' Berg (met Jim O' Rourke en zijn labelbaas Peter Rehberg) en zijn vele samenwerkingen (met onder andere Keith Rowe, Oren Ambarchi, The Necks en Polwechsel). Fennesz blijft wat het is: wondermooie, overrompelende, oceanische geluiden, doorkruist, ingekleurd en uit elkaar gescheurd door orgastische noise en vervormde gitaaruithalen. Een episch gevecht tussen ongefilterde emotie en rigide machinestructuren.
Opener 'Static Kings' klinkt zelfs voor zijn doen haast idyllisch, zij het dat het laatste stukje al even de onheilspellende muziekjes uit de kast haalt. 'The Liar' sluit daar netjes op aan en het onderhuids agressieve aspect van Fennesz komt dan opzetten, met heelder glitchlawines die aanzwellen tot muren van noise. Zo wisselt heel Bécs af tussen prachtige, soms ronduit sentimentele, gitaarambient en zwermen opdringerige nano-noise, die proberen het Arcadië te verstoren. Alsof keer op keer een stukje paradijs langzaam oplost in de ether.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten