vrijdag 21 juni 2013

Ik beken: ik ben absoluut geen sportfanaat, noch in performatieve zin, noch als het op fandom aankomt. Niemand zal mij doen ontkennen dat een wereldgoal, een geniaal geplaatst tennispunt of een bovenmenselijke atletiekprestatie mooi om te zien zijn. Maar het vaak bijna fascistische fanatisme van de supporters, het walgelijke geldgewin en de nu bijna overal doorgedrongen doorgestoken-kaart-cultuur hebben me de laatste jaren volledig van de sport doen afkeren.

Daarom ben ik blij dat een blijkbaar nogal groot deel van het Braziliaanse volk (dat nauwelijks ervan verdacht kan worden niet sportgek te zijn) eindelijk eens de puntjes op de i zet en blijft protesteren tegen de onverantwoorde sommen die tegen het wereldkampioenschap voetbal in eigen land aangesmeten worden. Hoe we in tijden van algemene crisis (die - nog zoiets dat niet schijnt door te dringen - een systeemcrisis is) nog kunnen verantwoorden dat er ontelbare miljarden geïnvesteerd worden om 22 man achter een balletje te zien aanhollen is voor mij althans volstrekt onbegrijpelijk, zeker als het in een land als Brazilië gebeurt, waar ondanks alle jubelberichten nog steeds het overgrote deel van de bevolking in bittere armoede leeft.

Het zal misschien wel toeval zijn, maar je kan toch niet ontkennen dat de drie landen die in de Europese Unie nu echt serieus in de stront zitten veel te veel in sport investeren of geïnvesteerd hebben. Griekenland heeft de Olympische Spelen georganiseerd en is dat, zo wordt dan jaren nadien duidelijk, financieel nooit te boven gekomen (dat er in dat geval nog andere factoren meespelen weet ik ook wel, maar het aandeel daarvan is niet onsignificant). In Spanje en Italië blijven de meeste voetbalsupporters het blijkbaar normaal vinden dat hun topclubs jaarlijks miljarden uitgeven aan jongens die buiten het feit dat ze een wereldgoal kunnen maken mentaal nauwelijks de kleuterklas ontgroeid zijn, terwijl hun economie ijlings de dieperik blijft ingaan en steeds meer mensen geen baan hebben, laat staan een vooruitzicht daarop.

Ik mag dan een cultuurliefhebber zijn, maar zelfs ik besef dat in tijden van mondiale crisis (wie de bijna naar utopie ruikende rapporten over China, Brazilië, India, Mexico, Indonesië, Rusland  en Zuid-Afrika gelooft moet in die landen maar eens een paar kilometer buiten de steden gaan kijken) prioriteiten gesteld moeten worden. Eerst werk voor iedereen (of zoveel mogelijk mensen), eerst eten op tafel, eerst iedereen een dak boven het hoofd, met indien mogelijk elektriciteit en stromend water, dan pas uitgaven voor sport, cultuur en andere liflafjes.

Ik heb het hier al vaker gesteld, maar met een dagelijkse aangroei van een nu al zeven miljard hoofden tellende wereldbevolking wordt het hoog tijd dat we allemaal eens wakker worden en beseffen dat het al tien na twaalf is. Met de materialen die we op deze planeet, die qua tolerantie (een verwijzing naar de steeds maar toenemende klimaatrampen zou niet nodig moeten zijn, maar blijkbaar is de menselijk te beperkt om de omvang van het probleem te vatten) volledig op zijn tandvlees zit, tot onze beschikking hebben is het niet prioritair dat iedereen op een plasmascherm de wereldbeker voetbal kan volgen.

Ik had een vijftien jaar geleden nooit durven denken dat ik het zou schrijven, maar op deze manier verder doen gaat ons allemaal in situaties brengen die Hiroshima en Auschwitz in de schaduw gaan stellen. Zelfs dan zal je nog zien dat enkelen Crystal Roederer zitten te drinken in hun Versace en Louboutins. Hebben we dan echt een dictatuur nodig om afstand te doen van ons vals veiligheidsgevoel en oneindige egoïsme? Je zou het gaan denken.

En dan lees je enkele dagen geleden dat het aantal miljonairs in deze wereld vorig jaar nog is toegenomen. Dan heb je toch zin om krijsend naar buiten te lopen en de ramen van de eerste de beste luxewinkel die je tegenkomt in de slaan en het interieur tot op het atoom plat te stampen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten