Deze week zit er bij The New York Review een facsimile van het (vermoed ik eerste) nummer dat vijftig jaar geleden uitkwam. Wat stond daarin? Besprekingen van onder andere Naked Lunch, One Day in the Life of Ivan Denisovitch, Canetti's Masse und Macht, Genet's Les Paravents en Who's Afraid of Virginia Woolf. Bij de critici duiken namen op als Mary McCarthy, John Berryman, W.H. Auden, Susan Sontag, William Styron, Norman Mailer en Gore Vidal. Geen mens die gelooft dat je vandaag, laat staan binnen vijftig jaar, met zulk een slagorde het culturele leven tegemoet kan treden. Ik zie geen beter bewijsstuk om aan te tonen dat we, en wat tegenwoordig nog voor de intellectuele klasse pleegt door te gaan in het bijzonder, er op kwalitatief vlak in het bijzonder en op cultureel vlak in het algemeen overduidelijk op zijn achteruit gegaan.
De wereld almaar groter lijkt te worden, maar De Blik is angstwekkend vernauwd. Kritiek en ware discussie hebben plaatsgemaakt voor louter descriptieve benaderingen, die altijd weer op de achtergrond impliceren dat de wereld is wat hij is en nu toch niet meer veranderd kan worden. Misschien nog belangrijker is de fundamentele breuk tussen cultuur en politiek. En dan heb ik het alleen nog maar over de Verenigde Staten, een land dat ondanks al zijn gebreken voorlopig nog een ijkpunt blijft voor de mondiale culturele bewegingen. De implicatie dat het elders nog veel erger is, krijg je er gratis bij.
Het mag dan misschien(!) waar zijn dat er vandaag de dag minder heilige huisjes te slopen zijn, er minder muren van vooroordelen en gescleroseerde tradities moeten geslecht worden en dat de mens heden ten dage het met minder zekerheden moet doen, dat doet weinig af aan het feit dat er van de dromen van de jaren zestig nog weinig overblijft. Een nieuw Trahison des Clercs laat dan ook op zich wachten. De vraag "Wie Durft" is daarbij irrelevant. De vraag is eerder: "Wie heeft nog genoeg carrure om zich daar met de nodige morele autoriteit aan te wagen?". De vraag stellen is ze beantwoorden.
Het zal natuurlijk weinig uithalen om daarover te blijven zeuren, maar een mens smacht toch naar een vonk die zulke verloren denkwerelden opnieuw aan het branden kan brengen. Wie durft?
Het vuur van verloren denkwerelden waar je op doelt zijn systematisch gedoofd. De mens heeft geen vat meer op het systeem, en nog erger, het heeft een weg naar binnen gevonden en daar zijn werk voortgezet. We kunnen alleen hopen dat het systeem uiteindelijk zichzelf dooft. Maar oude werelden keren nooit weer.
BeantwoordenVerwijderen