zondag 19 oktober 2025

  Nieuwe Pynchon als een sneltrein uitgelezen. Zou eindelijk Against the Day en Mason & Dixon nog eens moeten uitlezen. Opnieuw beginnen dus. Een Pynchondraad volg je. Die pak je nooit meer op als je hem laat vallen of kwijt bent.

 Nood aan meer M. John Harrison. Climbers misschien? Maar dat kan wachten. Virconium later misschien ook nog eens opnieuw bezoeken.

 Nu aan John Crowleys Ægypt begonnen. Benieuwd. Thematisch niet echt mijn ding maar zo goed geschreven dat je honderd bladzijden ver bent voordat je het beseft. 

 Ondertussen nog afwisselen met enkele wekelijkse hoofdstukken Mémoires d'Hadrien. Kwestie van de Romeinen toch nog in de buurt te houden. Nog steeds Syme voor het slapen gaan.

 En de goddelijke Ian Penman, wiens Satie en Fassbinder je in verteerbare stukken kunt proeven. Nog weken zoet mee.

  2025 is niettemin op het nippertje overwegend een fictiejaar aan het worden. Tenminste, als je Wish I Was Here, an Anti-memoir - zonder twijfel het beste dat ik in jaren gelezen heb, een autobiografische pendant van The Sunken Land Begins to Rise Again - als non-fictie beschouwt.   

 Nog steeds aan het twijfelen over Schattenfroh trouwens. 

 

dinsdag 14 oktober 2025

Eerste beluistering van Pacific Breeze: Japanese City Pop, AOR And Boogie 1976-1986. Heel hard moeten lachen dat gemakkelijk de helft van alle nummers van ver of dichtbij met de leden van Yellow Magic Orchestra te maken heeft. 

zaterdag 27 september 2025

 

Ik blijf erbij: Arnon Grunberg is de enige in het nederlandse taalgebied die iets te zeggen en schrijven heeft.

maandag 22 september 2025

  Letterlijk alles staat onder druk. Wereldwijd. Valt het allemaal nog reuze mee hier in West-Europa. Toch is het nog niet erg genoeg om te stoppen met blaten en huilen om niks. 

 Mijn moeder is momenteel in het ziekenhuis en als ik zeg dat ik tot nu toe op de afdeling geriatrie twee ziekenzusters of schoonmakers heb gezien die niet via immigratie, eerste of tweede generatie, in dit land zijn terechtgekomen, dan zal het veel zijn. Of het nu uit Oost-Europa of Afrika of India is. Bus- en trambestuurders: net hetzelfde. Haven van Antwerpen, toch de economische motor van Vlaanderen, waar ik zelf werkzaam ben: gemakkelijk de helft, als het al niet twee derde is, van de havenarbeiders op mijn tram en bus naar het havengebied zijn van buitenlandse afkomst. IT? Idem. En dan gaan we een potje zitten zeuren over immigratie.  

 Liever haat dan oplossingen. Als hun gezichten maar rood kunnen aanlopen en ze hun kelen maar schor schreeuwen kunnen. Omdat het allemaal niet meer om hen draait.

 De volkswil. Laat me niet lachen. 

zondag 21 september 2025

  Ik ben me momenteel door Alexandre Kojève's driedelige Essai d'une Histoire Raisonnée de la Philosophie Païenne aan het worstelen. En als ik zeg worstelen betekent dat dat ik na twee maanden nog steeds bezig ben met de inleiding van 180 bladzijden in kleine druk, hetgeen in feite een doorgedachte en volledig uitgeschreven versie van het Hegeliaanse systeem is - these - antithese - parathese - synthese. Waarom hij dat Hegeliaanse Système de Savoir nu al drie of vier keer heeft uitgelegd zal me hopelijk nog duidelijk worden. 

 Of Kojève 'gelijk heeft' of de filosofische waarheid spreekt doet niet ter zake. Wat me opvalt is dat we in de 21ste eeuw, en zelfs al in de late 20ste eeuw, zulk een onderneming gewoon als pure waanzin zouden beschouwen. Zelfs in tijden van techbros die elke zes maanden aankondigen het menselijke denken overstegen te hebben, is dat soort arrogantie waarlijk bewonderenswaardig te noemen.

 Kojève reduceert heel de westerse filosofie tot een eenvoudige reeks: Parmenides en Heraclitus - Plato - Aristoteles - Hellenistische filosofie en Neoplatonisme - Kant - Hegel. Zes stappen. Al de rest is conceptuele variatie. En na Hegel, dat is bekend, is het gedaan, voltooid. Genoeg geweest. Het is allemaal gedacht.

 Nu moet je Kojève nooit te serieus nemen. Zijn Introduction à la Lecture de Hegel leent vaak genoeg bij Marx en Heidegger (die hij naar ik aanneem beschouwt als variaties op respectievelijk Hegel en de presocratici). En het is nu niet zo dat hij gestopt is met denken na Hegel. Zijn discussies met en over Leo Strauss en Carl Schmitt zijn genoegzaam bekend. En ook over determinisme en quantumfysica heeft hij nog iets te zeggen gehad. Voor hij met Hegel zijn Damascusmoment had, heeft hij nog werk over atheïsme en Russisch mysticisme met de wereld gedeeld. 

 Maar te willen beweren en ook te willen verdedigen dat die zes stappen al moeilijk genoeg zijn en dat je het daar dus bij gaat houden, roept bij mij een vreemde nostalgie op, naar die 20ste eeuw waarin mensen waarlijk dachten dat ze het gezien, gevonden hadden. Waarna de Fransen het niet konden laten om de zuivere stroom te vertroebelen en alles weer zo wijds mogelijk open te gooien. En daartoe ironisch genoeg door diezelfde Kojève geïnspireerd werden. 

 Nu kan je met de huidige stand van zaken hem geen ongelijk geven. De liberale democratie hebben we gehad. Dat was het westerse hoogtepunt. Sinds kort is het opnieuw blood and guts en plat machtsvertoon. Politiek is niet langer voor mietjes. En dat het denken zelf al een tijdje doodziek is mag ondertussen ook wel duidelijk zijn.

  

RIP JD Twitch (1968-2025)

 


 Het zotte is dat ik slechts een Optimo dj set heb mogen bijwonen en dat was of all places in Mumbai. 

 Fulfilment - Moeilijk in het Nederlands te vertalen. Letterlijk vervulling, maar buiten een wens vervullen we haast niks anders. Verwezenlijking en voldoening, of bevrediging en voltooiing zijn al beter.

In elk geval veronderstelt het streven naar plénitude (nog zo'n woord dat niet volledig en eerder stuntelig vertaalt naar het Nederlands, want het impliceert ook overvloed, hetgeen een exces van vervulling is), volledigheid, afhandeling van een proces. Dus ook een terminus.

 Nu, buiten in mathematische en technische zin (die feitelijk buiten de menselijke vervulling blijven), bestaat er wel zoiets als menselijke vervulling? In die zin dat enkel de dood de enige fulfilment van een menselijk bestaan is. Omdat de mens sterfelijk is moet hij sterven en dat is dus zijn vervulling (hetgeen ook meteen een verlediging is). 

 Je zou ook een biologische vervulling kunnen poneren. Het menselijke organisme als volgroeid waarna onmiddellijk na de vervulling de aftakeling begint. Waarbij opgemerkt kan worden dat er desondanks toch altijd delen blijven doorgroeien. Tanden groeien maar een keer, oren en nagels blijven doorgroeien of opnieuw groeien. (Is er misschien een relatie tussen biologisch groeien en de drang naar vervulling?)   

 Uiteraard bestaan er ontzettend veel korte termijn vervullingen (in de zin van hedonisme - bijvoorbeeld het orgasme - en consumptie - een volle maag, maar dat is dan weer biologisch), maar is die vervulling iets dat essentieel deel uitmaakt van de mens (een immer voorwaarts streven tot de dood er een einde aan maakt) of is dat socialisatie? 

vrijdag 12 september 2025

  Las net een kort stukje uit Knausgaards The Reenchanted World essay, over het feit dat smartphones en computers niet in zijn dromen opduiken. Neem aan omdat hij net als ikzelf nog in het pre-digitale tijdperk is opgegroeid.

 En inderdaad. Ik kan me met de beste wil van de wereld geen droom herinneren waarin iPhone, iPad of zelfs maar eender welk stuk technologie een rol spelen. 

 In mijn dromen besta ik op wegen en paden, in straten en huizen, en beweeg ik mezelf in landschappen. 

 De echte wereld bestaat nog. Zelfs in je dromen.  

maandag 25 augustus 2025

  Ik las ooit Raymond Queneau's hoogst amusante Les Fous Litéraires. Daarin geeft hij een staaltje van allerlei dilettanten, amateurs en zelfverklaarde genieën uit de achttiende en negentiende eeuw die in zelf uitgegeven werkjes en pamfletten de zotst mogelijke filosofieën, religieuze profetieën en wetenschappelijke en geschiedkundige verklaringen met de mensheid wensten te delen. Schuddebuiken en schaterlachen verzekerd.

 Nu, in die tijd, toen er nog veel minder mensen dan vandaag het lezen vaardig waren, laat staan een boek konden bekostigen, maakte dat allemaal niet zoveel uit. Zot zijn doet, zoals ze dat bij ons zeggen, geen zeer. En die mannen - dat waren ze over het algemeen - werden ook enkel maar in Queneau's naslagwerk opgenomen omdat ze terecht vergeten waren en hun dundrukken hoogstwaarschijnlijk nog enkel op de Parijse vlooienmarkt voor een stuiver te grabbel werden gegooid. Had Raymond er de humor niet van ingezien hadden ze nooit, zelfs niet als grap, herdrukt geweest.

 Hoeveel erger is het met ons gesteld. Ik heb zelf nog de ingezondenbriefschrijvers ten overvloede mogen ervaren die in couranten en hebdomadaires allerhande hun opinies en meninkjes gelukkig niet van de daken konden schreeuwen. Zelfs tot op vandaag houdt elke krant of magazine wel een plekje opzij voor zij die 'het eens goed gaan zeggen'. Maar ook hun op papier gedrukte woedeuitbarstingen en hees geschreeuwde volksstemmen zijn nu voor het grootste gedeelte tot pulp verwerkt en vervolgens al vele malen tot tweedehands toiletpapier gerecycleerd. Nog iets lager op de intellectuele ladder is er dan nog de cafépraat, maar die ben je gelukkig vaak al vergeten is het niet na de volgende hijs dan zeker na de uitgewerkte kater die erop volgt. 

 Nu spendeer ik daags wel eens een uurtje op Twitter, of zoals de huidige eigenaar dat graag noemt, X. Door deze revolutionaire uitvinding kan werkelijk iedereen zijn mening de wereld in sturen en deze delen. Gezien we reeds een tijdje in het era van de massa mogen verkeren (ons is de Zaligheid!), was het natuurlijk maar een kwestie van seconden of de allerdomste, allergoorste, meest van de pot gerukte zelfverklaarde haatkoppen en minus habentes gingen hun semi-alfabetische schrijfsels, hersenveesten en gewoon ook wel withete waanzin aan humanity at large meedelen. En we weten allemaal dat domheid van alle plagen die de mensheid ooit geteisterd hebbende de meest besmettelijke is. 

 Nog een graad erger, want zichzelf als bijdragend aan het debat beschouwend, zijn dan uiteraard de pseudo-intellectuelen die niks vinden aan Citizen Kane of Ozu en Kurosawa ouderwetse meuk vinden, Parasite geen leuke film vinden omdat de klassenstrijd daarin afwijkt van het gedachtengoed van Lukacs en helemaal niet snappen waarom je Bob Dylan of Picasso, laat staan Shakespeare en Sophocles goed zou moeten vinden. Beyoncé, Megan Thee Stallion of de laatste K-pop sensatie zijn hun muzikale jaar nul. Met Tolstoi en Dostoevsky en Camus maken zij de kachel aan, want 'we staan nu ondertussen toch wel verder'. Wiskunde, chemie en sinds de geboorte van het universum geldende natuurwetten verklaren zij fake news. Het scheelt niet veel of ze vermelden hun IQ in de bio. 

 Nu ben ik zelf heel erg van de vrije meningsuiting, maar wat dit alles toch wel heel tragisch maakt is dat deze onwaarschijnlijke hoeveelheid absolute lulkoek voor eeuwig en altijd opzoekbaar blijft. Ontelbare datacentra behoeven elke dag opnieuw de energie van heelder continenten om deze laagst gemene delers van het menselijk vernuft bij te houden en indien nodig te delen en dus nogmaals te vermenigvuldigen. De eencellige drek en droesem van schrijven, spreken en denken tot in de oneindigheid opgeslagen en op verzoek consulteerbaar. 

 Voor het eerst smeek ik onze ster - O Zon! - om een wel gerichte elektronische puls die alle elektriciteit op de planeet even onderbreekt en al dat hopeloze gelul in een klap wegveegt. Ik heb boeken genoeg en desnoods lees ik wel een paar dagen enkel bij daglicht. Misschien ga ik zelfs de straat op om met de eerste de beste medemens een praatje te slaan. Maar, in godsnaam, verlos ons van deze onzin. 

zondag 24 augustus 2025

Notes on K-pop 15: K-popped

  Muziekgenres en tijdelijke voorkeuren en liefhebberijen komen en gaan, dus persoonlijk had ik niet vermoed na bijna twee jaar enkel Koreaanse popmuziek te luisteren nog steeds elke dag mee op de K-pop golf te surfen. Ondanks de dagen dat de kinderachtigheden, de fan wars op social media, de idiote cancellations voor de minste gepercipieerde faux pas, de rechtszaken en de vaak toch wel heel generieke nieuwe K-pop acts je allemaal de strot uitkomen, overwint de charme steeds opnieuw, gewoon ook al omdat er letterlijk duizenden K-pop nummers zijn om naar terug te grijpen als de current state of k-pop je even te veel wordt. 

 Blackpink heeft na twee jaar nog eens een hit gebaard, aespa blijft knaller na knaller uitbrengen, oude held Key heeft net een absolute topper met de wereld gedeeld en BTS staat nog steeds op non-actief. En dan heb ik het nog niet over de onwaarschijnlijke Netflix hit Kpop Demon Hunters, die ondanks - of misschien dankzij - de Amerikaanse makelij zowaar dreigt uit te monden in het grootste K-pop event ooit. Net iets te generisch om mijn ding te zijn, maar alles wat K-pop naar de massa brengt is beter dan andersom. Beter kan het feitelijk amper. 

 De voorbije jaren is het einde of minstens het absolute dieptepunt van K-pop al talloze malen afgekondigd. Ik moet daar eens smakelijk om lachen. En dit artikel in The Guardian slaat echt wel de nagel op de kop waarom dat zo is. Niet dat de gebruikelijke lacherigheid of het regelrechte onbegrip over K-pop hier helemaal vermeden wordt. Daarvoor beschouwen westerse schrijvers en commentatoren zich toch nog altijd iets te superieur over die rare Koreanen, met hun dansjes en kinderachtige melodietjes. Onzin uiteraard. Maar voor het eerst lees ik hier toch een zeker inzicht in het verschil tussen Koreaanse en westerse popmuziek. Dat niet merkwaardig eerder positief uitvalt voor het Koreaanse kamp.

 Dat oosterlingen meer gefocust zouden zijn op het collectief, behoudender, zeg maar gerust conservatiever, en beleefder zouden zijn mogen dan ondertussen uitgewoonde clichés zijn maar het is ook waarheid. Voor een K-pop artiest is popmuziek geen lachertje, maar minstens ambacht en op zijn best kunstvorm. En om tot kunst te komen moet je hard werken. Wie zoals ikzelf fan is van een K-pop groep ziet het haast wekelijks voorbijkomen uit de mond van zijn favoriete K-pop sterren: I of We will work harder. 

 Het is ondertussen al een even groot cliché dat deze mentaliteit deel zou uitmaken van het fameuze hyperkapitalisme dat zich sinds de jaren tachtig meester heeft gemaakt van Zuid-Korea. Maar dat is onzin. Het zit gewoon in de Koreaanse genen. Leven is bijdragen aan de gemeenschap en dus werken. En K-pop idol zijn is een job als een ander. En als je daarin de beste wil worden moet je hard-harder-hardst werken. K-pop artiesten zijn letterlijk altijd aan het werk. Geen enkel zoveelste succes kan ooit een reden om op de lauweren te gaan rusten. Men reist van optreden naar award show, van buitenlandse showcase naar een fotosessie, van tv-show naar acte de présence zonder enige onderbreking, met YouTube interviews en vlogs en ontelbare social media posts daarbovenop. Rust en slaap zijn enkel biologisch verplicht. K-pop sterren die op gezette tijd een pauze moeten inlassen wegens pure uitputting en soms daardoor zelfs in het ziekenhuis belanden, daar kijk je als fan niet meer van op. Hoort er gewoon bij. 

 K-pop is uiteindelijk perfectie of helemaal niks. 

 Maar het is toch vooral dat collectieve aspect dat K-pop zo uniek maakt. Als K-pop Idol maak je altijd deel uit van een groter geheel. Dat is om te beginnen al de platenfirma, het productieteam, de managers (elk idol heeft zijn persoonlijke begeleider), de producers en songschrijvers en - belangrijk in K-pop - de back-up dansers van de choreografie. En dan komt nog het allerbelangrijkste: het fandom. Bij elke prijsuitreiking zijn het steeds eerst de fans en bij uitbreiding het grote publiek die de dankbetuigingen krijgen. Je eigen zelf als individu in het zonnetje zetten dat doe je niet. Komt gewoon niet in je op. Je mag best trots zijn maar je beseft dat je daar trots staat te zijn dankzij anderen. 

 Wat een verschil met het gebruikelijke, zeg zelfs maar verplichte, egocentrisme van de gemiddelde westerse popzanger/es. Zij kunnen gerust heel hun leven adolescent blijven en indien nodig een pauze inlassen, af en toe de mist ingaan, hun verslavingen en relatieperikelen en tegenwoordig hun trauma's en mental health problems met de wereld delen. Het draait gewoon allemaal rond hen. Maar hen vragen om tegelijk synchroon te dansen en te zingen? Om vier keer per jaar nieuwe muziek uit te brengen? Om hun vetes, onhebbelijkheden en slechte karaktertrekken voor zichzelf te houden? Om zich fatsoenlijk te gedragen en de vulgariteit in te tomen? Kunnen ze niet. 

 Ik heb het hier al geschreven en na twee jaar bijna elke dag maximaal geproduceerde K-pop, met de talloze op elkaar afgestemde stemmen en zanglijnen en onafgebroken reeksen inventieve melodieën door mijn oren te jagen kan ik het blijmoedig bevestigen: populaire muziek kan best ook zonder schreeuwerig beperkt Engels, zonder bitches en zonder fucks.    

zondag 17 augustus 2025

Decline Redefined

 Omdat het leven te kort is en ik nog best wel wat muziek te ontdekken en te beluisteren heb, ga ik hier kort door de bocht gaan. Na Stars of the Lids And Their Refinement of the Decline - hun laatste plaat trouwens - gekocht en beluisterd te hebben kan ik besluiten dat dit niks voor mij is. Een miskoop dus. Soms laat je je al eens meeslepen door laaiende recensies en advies van subjects supposed to know.

 De muziek is mooi, intiem, melancholisch en rustgevend en bedoeld als soundtrack om ver van de bewoonde wereld, pakweg in de woestijn of de Amerikaanse wildernis, des nachts urenlang naar de sterrenhemel te zitten turen. Dromerige Americana, mocht ik vrijgevig zijn met dergelijke clichés. Ik vermoed dat velen van magie hebben en zullen durven spreken. 

 Maar ik mis dus iets. Een scherp randje, gevaar, ambiguïteit, verruiming, lijnen om tussen te lezen. Alsof William Basinski met een detergent kraaknet werd geschrobd. Eno met Lanois of Budd, maar zonder de uniciteit van die gecombineerde talenten. Ik voel tevens constant een onderhuids sluimerende epiek en dus bombast die zich verbergen achter de schijnbare sereniteit. Een beetje als sneeuw zien smelten. Impressionistisch ja, maar van wat? Het is als staren op een onbeweeglijke watervlakte, een spiegel die er zichzelf niet kan toe brengen te reflecteren. De esthetiek van de verveling.

 Ik ga mezelf niet beloven dat ik deze plaat nooit meer ga spelen. Daarvoor is ze te moeilijk te onderscheiden van geluidsbehang, iets dat ik te zijner tijd wel kan velen als ik een tegenvallend middelmatig boek aan het lezen ben dat ik toch wil uitlezen in de hoop dat er toch een zekere mate van verlossing aan het einde gloort. 

 Zonder twijfel uitermate geschikt voor documentaires over natuur en kosmos. Dat dan weer wel. 

dinsdag 17 juni 2025

Planet Mu 30

 


Ik heb de eerste Planet Mu (Mu-ziq's Salsa with Mesquite) nog in de winkel zien liggen en evenmin vermoed je dat Mike Paradinas zelf had gedacht dat hij het tot 30 labeljaren en 470 serienummers zou schoppen. We zijn nu beiden wat een bepaalde demografie oud pleegt te noemen. Maar terwijl Aphex Twins Rephlex, eerder het absolute centrum van alles wat met IDM te maken had, er allang de brui aan gegeven heeft draait het handeltje van meneer Mu-ziq als voorheen en luister ik nog steeds naar Planet Mu. Aan het begin van de eeuw heeft hij het label een tweede leven gegeven door zwaar in te zetten op eerst dubstep en iets later op Chicago footwork (nog voor Hyperdub dat deed) en sindsdien is het platen blijven regenen in elk mogelijk elektronisch genre. Nog steeds gaat amper een maand voorbij zonder een nieuwe Planet Mu. Je kan zonder meer volhouden dat Paradinas trouw aan zichzelf blijft. 

Zo is het ook met deze 25 nummers tellende verjaardagscompilatie. Naast Mu-ziq zelf staan daar ouwe getrouwen als Luke Vibert, FaltyDL, Speaker Music en Venetian Snares te pronken naast voetwerkers Jana Rush, Jlin, RP Boo en Elmoe en redelijk jonge honden als Saint Abdullah & Eomac, Rian Treanor (geboren in revolutiejaar 1988!) en James Krivchenia. Dat trouw blijven aan zichzelf mag je letterlijk nemen. Niemand hier kleurt buiten eigen lijntjes en naar goede 21ste-eeuwse gewoonte klinkt alles als een klok op Pluto die je tot op aarde hoort tikken. 

Daarmee is meteen ook gezegd dat je hier zelden of zelfs nooit de revolutionaire herrie in je nek gezweept krijgt die bijvoorbeeld Mu-ziq's debuut op Rephlex zo'n verpletterende ervaring maakte. Verbazingwekkend hoe iedereen het hier netjes houdt en niemand wil opschrikken. Enkel bij de nummers van het sowieso redelijk geniale Speaker Music, IDM held Luke Vibert en footworkpionier Jana Rush verwaardigde mijn muziekorgaan zich in te spannen. Maar misschien is dat wel de bedoeling van een verzamelaar vandaag. Geen grote statements maar eerder een aansporing om de wondere wereld van Planet Mu zelf dieper te verkennen. 

Dit gezegd zijnde valt het op dat anno 2025 alle elektronische muziek en zeker alles wat naar IDM ruikt een grote pot nat geworden is. Uiteindelijk is iedereen op deze plaat een afstammeling van Richard D. James en zijn maatjes uit Cornwall (geen verwijt want Mike Paradinas was een van die maatjes), met dezelfde obsessie voor primitieve electro, gebroken beats en vervreemdende sferen. Let wel: je vindt hier geen enkel slecht nummer en je kan niet kwaad zijn dat bijna 40 jaar na de acid house revolutie mensen nog steeds genoeg inspiratie vinden in deze programmeertaal. Maar we kunnen er niet onderuit dat elektronische dansmuziek ergens is gestopt met te evolueren. Net als popmuziek is het een gesofisticeerde machine geworden die elk ander genre in zich kan opnemen. Zulk een status wreekt zich altijd in de gedaante van een zekere drang naar classicisme. En klassiek is hetzelfde als veilig.

Jeff Mills verkondigde dit jaar, als ware hij de Fukuyama van de Techno, dat het onmogelijk is om muzikaal verder te evolueren dan techno. Maar ook dat mensen altijd wel techno zullen blijven maken. Wie nog wel eens een dansvloer frequenteert weet dat je al zeker 15 jaar overal dezelfde muziek hoort. Hoeft geen ramp te zijn als de muziek goed is. Maar ergens spijt het toch dat de revolutionaire energie grotendeels is opgedroogd. Zo klinkt Rian Treanors afsluitend nummer redelijk noisy en stijlspringerig. Je zou het met wat goede wil een suite durven noemen. Maar als je ooit door Caustic Window van je sokken geblazen bent of de jonge Jeff Mils in een donkere loods je knalhard door een wormgat hebt voelen duwen, besef je dat dit herkauwen is. Iedereen doet hier goed wat hij normaal gezien goed doet. En dat is goed zeker? 

donderdag 31 oktober 2024

 Op een enkele dag de nieuwe aespa, het laatste deel van de Harvest Man trilogie en Braxtons Actuel 15 gescoord. Het zal nu wel even woestijn zijn.

zaterdag 8 juni 2024

 Als muziekfanaat en wekelijks aanschaffer van fysieke muziekdragers (dat zijn dan vinyls en cd's, heel vroeger ook nog cassettes) sinds ongeveer mijn veertiende levensjaar durft het me wel eens gebeuren dat een plaat netjes in de kast gezet wordt en pas weken, maanden of zelfs jaren nadien een eerste beluistering toevalt. Het zal niemand die dezelfde neigingen is toegedaan verbazen (de bibliofiel, wat ik ook al ben, is niet onder de indruk).

 Maar wat me vandaag overkwam is echt wel historisch. In een review in The Wire werd verwezen naar 'Forkboy' van Lard, een project van Jello Biafra en Minstry. Nu herinnerde ik me dat ik twee platen van Lard misschien nog wel ergens 'had steken', zoals wij dat onder platenbroeders wel eens plegen te omschrijven.

 Na opzij zetten van stukken meubilair, het aannemen van tortionaire lichaamshoudingen die mijn huidig karkas geen plezier doen en bijkomend noodzakelijk crate digging diepte ik inderdaad The Power of Lard en The Last Temptation of Reid (en toevallig ook nog de plaat van de Canadese punks Nomeansno met Biafra) uit de onbekende archieven op.

 Het heeft dan ook weer een paar dagen geduurd eer ik het juiste moment had gevonden om die muziek ook nog daadwerkelijk te gaan beluisteren. Dat gebeurde dus een paar momenten geleden. Wat bleek? Dat ik deze plaat, afgemeten aan de staat van het vinyl en de herkenbaarheid van de muziek nog nooit had gehoord. Met zekerheid is dit de eerste keer dat deze muziek door de trouwens toen ook al dienst doende uit de jaren zeventig van de vorige eeuw daterende luidsprekers schalde. Het klinkt trouwens, dat zal geen donderslag zijn, als Ministry met Jello Biafra op vocalen.

 Even op de achterkant van The Power of Lard zoekend bleek dat deze plaat in het gezegende jaar 1990 werd uitgebracht. Dat betekent dat ik er minstens 33 jaar over gedaan heb om deze plaat een luisterbeurt te geven. Hetgeen toch een absoluut record met zijn.

vrijdag 8 maart 2024

Dopplerefekt - Infinite Tetraspace


 K-pop of niet k-pop, de zoektocht naar lekker muzikaal spul gaat onvervaard door. Herr Gerald Donald, ook wel Dopplereffekt heeft op het naar ik meen Italiaanse Curtis Electronix (als in Curtis Mantronik nemen we aan) een dijk van een 12-inch de tijdruimte in gelanceerd. Denk Die Daemmerung Von Nanotech en de Neu-unter-Wasser van de dansbare Drexciya. Op de flip krijg je nog die typisch majestueuze ambientsferen in de geest van de Vangelis van Blade Runner. Mooi toch, dat iemand die nu al meer dan dertig jaar in het vak zit keer op keer nog die eerdere scherpte kan manifesteren? 

zondag 14 januari 2024

Notes on K-pop 14: Karina as a Work of Art

 Geen idee wie de teksten van het stuk dat ik hier in stukken heb gekapt en  geplakt geschreven heeft en heeft durven publiceren. Het is iemand of meerdere schrijvers van All K-Pop, zowat de meest informatieve en minst hysterische (lees: nog steeds best tamelijk hysterische) Engelstalige k-pop content site. Informatief zou ik de tekst niet noemen: het is een ode, op de rand van een liefdesverklaring. Je begrijpt dat de schrijver zich een beetje schaamt om zo'n tekst met de wereld te delen in eigen naam. Ik zou het evenmin durven. Zoals iemand in de commentaarsectie van het stuk reageerde: this article is insane! Misschien heeft de redactie gewoon een of ander AI losgelaten op het idee Karina?

 En toch, en toch. Er is  geen woord van gelogen. Ik zou het niet beter kunnen opschrijven. Er moet geen woord bij of af. De hele waarheid is immers dat je van te veel Karina kijken inderdaad een klein beetje gek wordt. Ik heb ooit twee plastische chirurgen haar gezicht een half uur weten becommentariëren. Het meest voorkomende commentaar over Karina op sociale media moet zijn: Is she real? En hoewel ik al veel van haar lives en chats en ander videomateriaal heb bijgewoond, the jury is still out.  
 
 Blackpink, Ive, Newjeans, Le Sserafim en wie weet ik nog: allemaal goed en wel. Als aespa, waarvan Karina de leader is, je eenmaal te pakken heeft, dat is, om het met de toepasselijke titel van een van hun singles te zeggen, Next Level. En we moeten daar vervolgens niet flauw over doen: Giselle is een capable rapper en zangeres en Ningning en Winter hebben allebei op hun manier een uniek stemgeluid en geen mens van vlees en bloed zou de drie andere members als minder dan mooie meiden duiden. 

 Maar de finale reden dat iemand totaal geobsedeerd geraakt door aespa is Karina, Yu Ji-Min voor de burgelijke stand. Ze is waarschijnlijk het allereerste k-pop idol dat er alles voor over heeft gehad, heeft en zal hebben om er uit te zien zoals iedere futuristisch denkende k-pop liefhebber zich een AI voorstelt. Het is alsof een manga van de pagina is opgestaan om de wereld in te trekken en een carrière in k-pop te beginnen. Karina's plastiek is het eerste k-pop kunstwerk.

 Het hoeft geen betoog dat Yu Ji-Min - doopnaam Katarina, want ze is zoals veel Koreanen katholiek: gisteren zag ik haar in een bevreemdend moment nog de Bijbelse God bedanken aleer eten en binge drinken (jawel, in Korea drinken vrouwelijke idols zich lazarus on air) aan te vatten - er een aantal jaar terug niet uit zag als Karina. En je bent er zeker van dat als er aan de gebeeldhouwde trekken door natuurlijke aan- of uitgroei ook maar iets verandert, ze sito presto bij de plastische chirurg staat aan te schuiven. Nu ja, aan te schuiven: er staat een heel team full-time, dag en nacht van wacht mocht de godin een tweak hier of daar nodig hebben. SM Entertainment heeft er naar verluidt miljarden won voor over om haar onder contract te houden. Waarschijnlijker is dat ontwerp en vervolgens onderhoud van dat gezicht al miljarden won heeft gekost.  

 Cosmetische chirugie mag dan de gewoonste zaak zijn in k-pop (regelmatig bezoek aan de kliniek voor skin whitening is standaard procedure), de vier members van aespa - niet enkel Karina - in hun huidige staat zouden voor iedereen die hen tien jaar geleden op straat had ontmoet vandaag volslagen onherkenbaar zijn. Uiteraard circuleren de voor en na foto's op het net. Voor Karina is er zelfs een time-lapse te vinden. Maar nobody cares hoe ze er toen uitzagen. In de meeste gevallen herken je trouwens nog enkel de kijkers en wat residuele originele gelaatstrekken. De rest van het gezicht is een voortdurend werk in uitvoering, op zoek naar hoe een k-pop idol er moet uitzien. Minstens heeft iedereen een double eyelid correction ondergaan, zien alle kinnen en kaaklijnen eruit als een perfecte V en werd de neus piekfijn gesculpteerd. Punt is: de andere drie streven ernaar om op Karina te lijken. Dat alles naast het verplichte lelieblanke gelaat. Zo blank als een idol zijn Caucasians enkel als ze een paar uur dood zijn.  

 Het punt is natuurlijk - houdt dat woord even vast - dat als je fan/stan bent van een k-pop groep je dat niks interesseert. K-pop is cultuur en wat natuur is heb je elke dag al. Meer daarvan heb je echt niet meer vandoen. Onnatuurlijk is net het hele punt.  

 Dan valt het mee dat aespa ooit werd opgezet met een zorgvuldig uitgewerkt concept en verhaallijn over artificiële intelligentie en avatars. Dat hier helemaal uit de doeken doen en toelichten zou te ver voeren en het klinkt, ondanks het feit dat het op muzikaal en cinematografisch vlak klopt, ook gewoon een beetje belachelijk. Bottom-line is dat elk aespa member een tegenhanger heeft in de virtuele realiteit, hun eigen ae. Wat dan weer de afkorting is van avatar experience. Narratief bezien is het totaal van de pot gerukt, maar aespa heeft met de verhaallijn toch minstens drie of vier comebacks kunnen volmaken. De teksten van de nummers zitten dan ook tjokvol met zwartromantische cyberspeak en de beeldtaal van de music videos situeert zich ergens op het snijpunt van het kinderlijke Stargate S-1, de onderhuidse slijmerige dreiging van Aliens en de absurd doorgedachte realiteit van Alice in Wonderland. Ondertussen lijkt het hele virtual reality concept wat op de achtergrond geraakt en hoewel de stans alweer om een terugkeer van de ae's zitten te zeuren, gaat het misschien ook niet terugkeren.   

 Maar dat is dus helemaal geen probleem. Want aespa heeft nog steeds Karina, die een verpersoonlijking is van het hele concept. Karina is het enige k-pop idol dat er werkelijk elke keer als je haar ontwaart anders uit ziet. En dat betekent dan niet enkel op het gebied van kledij, kapsel, make-up en styling. Karina kan de ene dag lijken op een super cute kind van 12 jaar, pluisbeest incluis, terwijl ze dezelfde avond voor de dag komt als een glamoureuze filmster die een decennium in het vak op de teller heeft. De volgende dag loopt ze er bij als faux American cheerleader of skater girl en de week daarna als vleesgeworden high-fashion model of net uit de doden opgestane gothic ice queen. Daarnaast heb je de casual Karina in werkbroek, hoodie of t-shirt. Zelfs de Karina zonder make-up krijg je af en toe te zien. Uiteraard is die voortdurende metamorfose haar handelsmerk, maar het kan zelfs voor een fan zeer desoriënterend zijn. In die mate dat je soms twee keer moet kijken om je ervan te vergewissen dat je hier wel degelijk met hetzelfde wezen te maken hebt. Op sommige ultrabewerkte conceptfoto's is het trouwens moeilijk om Winter en Giselle en Karina en Ningning nog van elkaar te onderscheiden. Het is niet creepy, in de zin van uncanny valley (hoewel het verdraaid dicht in de buurt komt), maar wel uniek, zeker in k-pop, en misschien wel wereldwijd.   
 
 Nu speelt elke girl group in k-pop uiteraard met het telkens opnieuw naar buiten komen met een steeds nieuwere bijdetijdse look. Niettemin heeft iedere groep (Blackpink is hier weer de uitzondering die de regel bevestigt) zijn eigen concept, waarbinnen gevarieerd , maar waar zelden compleet van afgeweken wordt (tenzij bij diminishing commercial returns, zoals recent het middelmatige Itzy hun concept wat zielig richting Blackpink en aespa stuurde). Maar Karina is simpelweg all things to all people. Met de meiden van de Sapphische gilde die Karina aanbidden vul je ondertussen meerdere voetbalstadions. Voor de mannelijke kunne is ze een soort onbereikbaar beeld van wat vrouwelijkheid allemaal zou kunnen betekenen, vroeger, nu en in de toekomst. Ze ziet er fantastisch uit in Hanbok, in hedendaagse urban streetwear en in duistere of futuristsche outfits en gezien ze naar Koreaanse maatstaven best groot is en iets etherisch uitstraalt, past haute couture haar als een tweede huid. Uiteraard zal bijna elke foto of video bewerkt zijn, maar nogmaals: geen k-pop fan die zich dat aantrekt. Niet verwonderlijk zijn bij mannelijke Koreaanse adolescenten Karina en Winter respectievelijk nummer een en twee als je ze vraagt hoe hun vriendinnetje er zou moeten uitzien. De gevolgen voor de mentale gezondheid van de gemiddelde Zuid-Koreaanse jongeman laten zich raden. Maar dat zijn zorgen voor later. We leven immers nu.   

 Komt daar nog bij dat Karina de enige echte vrouwelijke allrounder in k-pop is, in die zin dat ze, wat mij betreft als enige in k-pop, als ze dat zou willen, makkelijk de alternatieve toer zou kunnen opgaan. Ze is en de main dancer (haar krachtige, als het moet robotachtige, moves passen uitstekend bij de industriële beats en electronische sferen van aespa) en vanzelfsprekend de visual van aespa en de blufferige lead rapper en heeft ook nog eens een stemgeluid, tussen hees en schreeuwerig in, waarmee ze even goed een snotterig punkbandje had kunnen aanvoeren. Dat ze  ook nog eens kickt op flauwe R&B ballads en commerciële hiphop is een minpuntje dat we om evidente redenen voorlopig door de vingers willen zien. 

 Hetgeen overigens allemaal niet betekent dat aespa daardoor de meest populaire k-pop groep zou zijn, zelfs niet een van de meer populaire. In een wereld waar de gladde publieksbehagers van BTS al jaren de plak zwaaien is dat onmogelijk. Maar BTS vertegenwoordigt de optelsom en grootst gemene deler van wat een publiek goed vindt. Een groep als aespa heeft die typische secundaire functie in populaire muziek: tonen wat mogelijk is, als het niet nu is, dan wel morgen of in de verdere toekomst. En niet enkel muzikaal.

 De obsessie met Karina (geen probleem om toe te geven dat ik die volledig deel: het is als een virus en ik ben nu eenmaal volledig ondergedompeld in k-pop), die, eerder dan de meiden van Blackpink, een typisch Koreaans idolfenomeen is, legt meteen bloot dat Koreaanse k-pop fans een zekere naïviteit aan de dag leggen als het over westerse celebrity cultuur gaat. K-pop mag dan ondertussen een wereldwijd fenomeen zijn, die bekendheid heeft het toch voornamelijk te danken aan de muziek. Ook westerse muzieksterren zullen wel eens poseren voor een campagne van een bekend modemerk en je ziet ze inderdaad met regelmaat aanschuiven op Amerikaanse prime time talk shows en ze geven ook interviews aan bladen en internetpublicaties. Maar verder houden ze zich toch zo ver mogelijk van hun publiek verwijderd. Ze staan er boven en leiden in principe een afgeschermd leven. Ze zijn fundamenteel exclusief en ontoegankelijk.
 
 Van Koreaanse idols daarentegen wordt expliciet verwacht dat ze non-stop content aanleveren, als het even kan meerdere keren dagelijks. Ik hou al een tijdje zulke dingen niet meer bij maar met de natte vinger geteld heb ik vandaag (en gezien ik al een tijdje aan dit stuk bezig ben, geldt dat dus 7 op 7) toch minstens vier keer nieuwe content van of nieuws over aespa zien voorbijkomen op diverse social media. Een nieuwe fotoshoot, een aankondiging van nieuwe muziek, een chat op Weverse, een Tiktokfilmpje of twee en de digest van dat alles op Instagram, X en youtube: it's all in one day's work. Je zit het idol, met diens toestemming, op de huid (zie ook de obsessie met vertrek en aankomst van idols op de luchthaven van Incheon: vergeet het dat westerse fans even dicht - we hebben het hier over centimeters - bij hun idolen zouden mogen komen als tijdens die luchthavendefilés, waar verplichte foto-en videomomenten ingecalculeerd worden). Het idol is inclusief verbonden met de fan. Het idol eet, het idol danst, het idol wuift, het idol shopt, het idol buigt en dankt, het idol huilt, het idol doet een power nap, het idol treedt op, het idol wordt geïnterviewd, het idol gaat naar de sportschool, het idol doet eender wat: zolang je het idol maar mee-maakt. Zelfs als het allemaal in scene gezet is (maar hoe maak je dat onderscheid tussen scenografie en banale realiteit na een tijd nog?) is het idol aan-wezig. Voor een westerse fan is dat totale overkill en TMI. En Taylor Swift en Beyoncé of Rhianna en Ariana Grande gaan er, ondanks het feit dat ze in veel minder intieme mate met hun fans omgaan, geen concertticket minder door verkopen. 

 Aan een Oost-Aziaat raakt je dat idolconcept probleemloos verkocht. In oosterse samenlevingen, met hun meer organische groepsgevoel en respect voor tradities allerhande is met en bij elkaar zijn - ook al omdat ze met zoveel meer op dezelfde oppervlakte moeten leven - de normaalste zaak ter wereld. Uiteraard zijn ook westerse muziekliefhebbers sociale wezens en verzamelen ze zich ook op dezelfde plek om van muziek te genieten (zoals daar zijn concertzalen, festivalterreinen, diverse podia en discotheken), maar als we even naar de belangrijkste westerse muziek van de pakweg de laatste zeventig jaar kijken - dus alle pop- en rockvarianten en vervolgens hiphop - dan besef je meteen dat je hier met een veel individualistischer cultuur te maken hebt. De artiest als scheppend wezen en vervolgens als performer van de eigen schepping is hier het na te volgen voorbeeld. Zelfs de dj-cultuur is erop gebaseerd. Iedereen die een paar weken met k-pop in de weer geweest is weet dat daar de schepper ultraberekend is en de performer redelijk weinig in de pap te brokken heeft. Het getalenteerde individu zal er niet minder bewonderd en gekoesterd worden, maar het moet nu ook weer niet gaan denken dat het fundamenteel verschilt van de anderen en daardoor belangrijker is dan de rest van de stervelingen. Nederigheid en dankbaarheid blijven ordewoorden.


 Waarmee ik wil zeggen dat de uniek Koreaanse manier van met muziek en artiest omgaan misschien niet zo heel gemakkelijk getransponeerd kan naar een wereldpubliek. K-pop mag dan naar het schijnt enorm populair zijn in de USA en legio boy en girl groepjes mogen hun kunsten komen tentoonspreiden op de typisch Amerikaanse Late Night shows, je leest toch redelijk vaak in de Zuid-Koreaanse media dat men het gevoel heeft dat Amerikanen hen niet echt begrijpen en dat ze zelfs de Koreaanse idols belachelijk maken en uitlachen. Nu zijn Koreaanse k-pop fans en netizens over het algemeen redelijk intens en ontzetttend lichtgeraakt, maar je voelt hier onmiddellijk de wrijving tussen een Amerikaanse cultuur van altijd wat lichte en flauwe humor en de Koreaanse trots. Men heeft het gevoel niet voldoende serieus genomen te worden. En met die instelling moet je in het westen als louter zanger en danser niet te hard komen opzetten. It's only entertainment. Het verklaart wellicht waarom k-pop dan weer enorm veel succes heeft in Zuid-Amerika en Mexico, waar zang en dans veel meer met de algemene cultuur verweven zijn. White men can't dance.

 Maar bekijk het van een andere kant. Misschien heeft die toenemende populariteit van k-pop wel net te maken met het feit dat artiesten en performers die zich verheven boven het publiek voelen hun tijdperk hebben gehad en dat het tijd is voor een andere manier van met de fan en liefhebber om te gaan. De manier waarop idols met hun fans omgaan zorgt er in ieder geval voor dat je redelijk snel sympathie voor hun persoon opvat. Met je idol een echt (dat woord weer) gesprek voeren zou je natuurlijk al snel uit de droom helpen. Maar dat is net waar de hele idolwereld om draait: het is een perfecte illusie van intimiteit.

Addendum: Ter herinnering dat je in tijden leeft waar de realiteit de fictie in geen tijd inhaalt. Vandaag werd een foto van Karina gisteren op het Prada defilé in Milaan door een Chinese censor verwijderd omdat vermoed werd dat het een AI betrof. Vermoedelijk was de censor zelf een AI. Borges had het nog moeten meemaken.

Notes on K-pop 13: Attention Overload Disorder

  Een X'er was gisteren net voor middernacht zo gul om het volledige optreden van aespa in de Tokyo Dome te uploaden. Meer dan 2 uur en dertig minuten zonder pauze of forwarden uitgekeken, blik strak op de smartphone en de oren hoofdtelefoongewijs grondig doorgebeukt. Van de twee uur en half minstens een half uur ment in het Japans, zonder enige ondertitels of vertaling.  

 Zeg nu nog dat je van overmatig schermgebruik aan aandachtsstoornis gaat lijden.