Ik heb de eerste Planet Mu (Mu-ziq's Salsa with Mesquite) nog in de winkel zien liggen en evenmin vermoed je dat Mike Paradinas zelf had gedacht dat hij het tot 30 labeljaren en 470 serienummers zou schoppen. We zijn nu beiden wat een bepaalde demografie oud pleegt te noemen. Maar terwijl Aphex Twins Rephlex, eerder het absolute centrum van alles wat met IDM te maken had, er allang de brui aan gegeven heeft draait het handeltje van meneer Mu-ziq als voorheen en luister ik nog steeds naar Planet Mu. Aan het begin van de eeuw heeft hij het label een tweede leven gegeven door zwaar in te zetten op eerst dubstep en iets later op Chicago footwork (nog voor Hyperdub dat deed) en sindsdien is het platen blijven regenen in elk mogelijk elektronisch genre. Nog steeds gaat amper een maand voorbij zonder een nieuwe Planet Mu. Je kan zonder meer volhouden dat Paradinas trouw aan zichzelf blijft.
Zo is het ook met deze 25 nummers tellende verjaardagscompilatie. Naast Mu-ziq zelf staan daar ouwe getrouwen als Luke Vibert, FaltyDL, Speaker Music en Venetian Snares te pronken naast voetwerkers Jana Rush, Jlin, RP Boo en Elmoe en redelijk jonge honden als Saint Abdullah & Eomac, Rian Treanor (geboren in revolutiejaar 1988!) en James Krivchenia. Dat trouw blijven aan zichzelf mag je letterlijk nemen. Niemand hier kleurt buiten eigen lijntjes en naar goede 21ste-eeuwse gewoonte klinkt alles als een klok op Pluto die je tot op aarde hoort tikken.
Daarmee is meteen ook gezegd dat je hier zelden of zelfs nooit de revolutionaire herrie in je nek gezweept krijgt die bijvoorbeeld Mu-ziq's debuut op Rephlex zo'n verpletterende ervaring maakte. Verbazingwekkend hoe iedereen het hier netjes houdt en niemand wil opschrikken. Enkel bij de nummers van het sowieso redelijk geniale Speaker Music, IDM held Luke Vibert en footworkpionier Jana Rush verwaardigde mijn muziekorgaan zich in te spannen. Maar misschien is dat wel de bedoeling van een verzamelaar vandaag. Geen grote statements maar eerder een aansporing om de wondere wereld van Planet Mu zelf dieper te verkennen.
Dit gezegd zijnde valt het op dat anno 2025 alle elektronische muziek en zeker alles wat naar IDM ruikt een grote pot nat geworden is. Uiteindelijk is iedereen op deze plaat een afstammeling van Richard D. James en zijn maatjes uit Cornwall (geen verwijt want Mike Paradinas was een van die maatjes), met dezelfde obsessie voor primitieve electro, gebroken beats en vervreemdende sferen. Let wel: je vindt hier geen enkel slecht nummer en je kan niet kwaad zijn dat bijna 40 jaar na de acid house revolutie mensen nog steeds genoeg inspiratie vinden in deze programmeertaal. Maar we kunnen er niet onderuit dat elektronische dansmuziek ergens is gestopt met te evolueren. Net als popmuziek is het een gesofisticeerde machine geworden die elk ander genre in zich kan opnemen. Zulk een status wreekt zich altijd in de gedaante van een zekere drang naar classicisme. En klassiek is hetzelfde als veilig.
Jeff Mills verkondigde dit jaar, als ware hij de Fukuyama van de Techno, dat het onmogelijk is om muzikaal verder te evolueren dan techno. Maar ook dat mensen altijd wel techno zullen blijven maken. Wie nog wel eens een dansvloer frequenteert weet dat je al zeker 15 jaar overal dezelfde muziek hoort. Hoeft geen ramp te zijn als de muziek goed is. Maar ergens spijt het toch dat de revolutionaire energie grotendeels is opgedroogd. Zo klinkt Rian Treanors afsluitend nummer redelijk noisy en stijlspringerig. Je zou het met wat goede wil een suite durven noemen. Maar als je ooit door Caustic Window van je sokken geblazen bent of de jonge Jeff Mils in een donkere loods je knalhard door een wormgat hebt voelen duwen, besef je dat dit herkauwen is. Iedereen doet hier goed wat hij normaal gezien goed doet. En dat is goed zeker?

Geen opmerkingen:
Een reactie posten