zondag 24 maart 2013


De Wilde Detectives mag dan een amusant en vlot geschreven boek zijn, in vergelijking met het indrukwekkende 2666 is het niet meer dan een vingeroefening. Ik ben er in geen tijd vierhonderd bladzijden ver in geraakt en kan het amper een half uur laten liggen. Qua opzet is het een combinatie van de zoektocht naar een Duitse schrijver die niemand ooit gezien heeft en een verslag van de moorden op arbeidersvrouwen in Cuidad Juarez (La littérature et le droit à la mort, quoi?). Maar belangrijker is de drukkende sfeer die doorheen het hele boek waait: de sfeer van het armoedige en altijd gewelddadige Mexico (dat een metafoor is voor de wreedheid van heel Zuid- en Midden-Amerika, vermoed ik), alsof een ramp zich voortdurend aankondigt, maar niet wil plaatsgrijpen, een apocalyps waar iedereen op zit te wachten, niet beseffend dat de apocalyps geen gebeurtenis, maar een doorlopend proces is. De atmosfeer ademt woestijnstof, ondraaglijke hitte, de alomtegenwoordigheid van drugs, alcohol, corruptie en uitbuiting. Ik let er wel mee op om de naam Pynchon (voor mij de beste schrijver ooit, met excuses aan Dostojevski) als referentie aan te stippen, maar dit komt wat betreft intensiteit akelig dicht in de buurt (hoewel Pynchon - ik zou zeggen: natuurlijk - duizend keer intelligenter is en honderden keren meer verbeelding heeft dan bijna alle andere schrijvers die ik heb gelezen tesamen). Een kopstoot van meer dan duizend bladzijden. Faut-le faire. Een must voor iedereen die grote literatuur genegen is.

Geen opmerkingen: