Muziekgenres en tijdelijke voorkeuren en liefhebberijen komen en gaan, dus persoonlijk had ik niet vermoed na bijna twee jaar enkel Koreaanse popmuziek te luisteren nog steeds elke dag mee op de K-pop golf te surfen. Ondanks de dagen dat de kinderachtigheden, de fan wars op social media, de idiote cancellations voor de minste gepercipieerde faux pas, de rechtszaken en de vaak toch wel heel generieke nieuwe K-pop acts je allemaal de strot uitkomen, overwint de charme steeds opnieuw, gewoon ook al omdat er letterlijk duizenden K-pop nummers zijn om naar terug te grijpen als de current state of k-pop je even te veel wordt.
Blackpink heeft na twee jaar nog eens een hit gebaard, aespa blijft knaller na knaller uitbrengen, oude held Key heeft net een absolute topper met de wereld gedeeld en BTS staat nog steeds op non-actief. En dan heb ik het nog niet over de onwaarschijnlijke Netflix hit Kpop Demon Hunters, die ondanks - of misschien dankzij - de Amerikaanse makelij zowaar dreigt uit te monden in het grootste K-pop event ooit. Net iets te generisch om mijn ding te zijn, maar alles wat K-pop naar de massa brengt is beter dan andersom. Beter kan het feitelijk amper.
De voorbije jaren is het einde of minstens het absolute dieptepunt van K-pop al talloze malen afgekondigd. Ik moet daar eens smakelijk om lachen. En dit artikel in The Guardian slaat echt wel de nagel op de kop waarom dat zo is. Niet dat de gebruikelijke lacherigheid of het regelrechte onbegrip over K-pop hier helemaal vermeden wordt. Daarvoor beschouwen westerse schrijvers en commentatoren zich toch nog altijd iets te superieur over die rare Koreanen, met hun dansjes en kinderachtige melodietjes. Onzin uiteraard. Maar voor het eerst lees ik hier toch een zeker inzicht in het verschil tussen Koreaanse en westerse popmuziek. Dat niet merkwaardig eerder positief uitvalt voor het Koreaanse kamp.
Dat oosterlingen meer gefocust zouden zijn op het collectief, behoudender, zeg maar gerust conservatiever, en beleefder zouden zijn mogen dan ondertussen uitgewoonde clichés zijn maar het is ook waarheid. Voor een K-pop artiest is popmuziek geen lachertje, maar minstens ambacht en op zijn best kunstvorm. En om tot kunst te komen moet je hard werken. Wie zoals ikzelf fan is van een K-pop groep ziet het haast wekelijks voorbijkomen uit de mond van zijn favoriete K-pop sterren: I of We will work harder.
Het is ondertussen al een even groot cliché dat deze mentaliteit deel zou uitmaken van het fameuze hyperkapitalisme dat zich sinds de jaren tachtig meester heeft gemaakt van Zuid-Korea. Maar dat is onzin. Het zit gewoon in de Koreaanse genen. Leven is bijdragen aan de gemeenschap en dus werken. En K-pop idol zijn is een job als een ander. En als je daarin de beste wil worden moet je hard-harder-hardst werken. K-pop artiesten zijn letterlijk altijd aan het werk. Geen enkel zoveelste succes kan ooit een reden om op de lauweren te gaan rusten. Men reist van optreden naar award show, van buitenlandse showcase naar een fotosessie, van tv-show naar acte de présence zonder enige onderbreking, met YouTube interviews en vlogs en ontelbare social media posts daarbovenop. Rust en slaap zijn enkel biologisch verplicht. K-pop sterren die op gezette tijd een pauze moeten inlassen wegens pure uitputting en soms daardoor zelfs in het ziekenhuis belanden, daar kijk je als fan niet meer van op. Hoort er gewoon bij.
K-pop is uiteindelijk perfectie of helemaal niks.
Maar het is toch vooral dat collectieve aspect dat K-pop zo uniek maakt. Als K-pop Idol maak je altijd deel uit van een groter geheel. Dat is om te beginnen al de platenfirma, het productieteam, de managers (elk idol heeft zijn persoonlijke begeleider), de producers en songschrijvers en - belangrijk in K-pop - de back-up dansers van de choreografie. En dan komt nog het allerbelangrijkste: het fandom. Bij elke prijsuitreiking zijn het steeds eerst de fans en bij uitbreiding het grote publiek die de dankbetuigingen krijgen. Je eigen zelf als individu in het zonnetje zetten dat doe je niet. Komt gewoon niet in je op. Je mag best trots zijn maar je beseft dat je daar trots staat te zijn dankzij anderen.
Wat een verschil met het gebruikelijke, zeg zelfs maar verplichte, egocentrisme van de gemiddelde westerse popzanger/es. Zij kunnen gerust heel hun leven adolescent blijven en indien nodig een pauze inlassen, af en toe de mist ingaan, hun verslavingen en relatieperikelen en tegenwoordig hun trauma's en mental health problems met de wereld delen. Het draait gewoon allemaal rond hen. Maar hen vragen om tegelijk synchroon te dansen en te zingen? Om vier keer per jaar nieuwe muziek uit te brengen? Om hun vetes, onhebbelijkheden en slechte karaktertrekken voor zichzelf te houden? Om zich fatsoenlijk te gedragen en de vulgariteit in te tomen? Kunnen ze niet.
Ik heb het hier al geschreven en na twee jaar bijna elke dag maximaal geproduceerde K-pop, met de talloze op elkaar afgestemde stemmen en zanglijnen en onafgebroken reeksen inventieve melodieën door mijn oren te jagen kan ik het blijmoedig bevestigen: populaire muziek kan best ook zonder schreeuwerig beperkt Engels, zonder bitches en zonder fucks.