Sam Shackleton klinkt nu al toen jaar als niemand anders en met elke nieuwe release blijft hij zijn ideosyncratische, op eindeloos geknede basmassa en oriëntaalse percussie gestoelde stijl aanscherpen, bijslijpen, verdiepen en verfijnen. Na het monsterlijk immense The Quiet Hour/The Drawbar Organ EPs-project zouden mindere goden in een dipje kunnen verzeilen. Het is het kenmerk van een groot en uniek artiest dat hij zelfs op een plaat die maar drie nummers bevat expansiever dan ooit voor de dag komt.
Dat de alomtegenwoordige percussie is gebleven zal niemand verbazen, maar het zomaar eventjes meer dan elf minuten in beslag nemende titelnummer gooit er ook nog ouderwetse ravebetekenaars en een urgent, haast extatische sfeertje overheen. Wie hierop kan dansen is na afloop enkele kilo's zweet kwijt. Je bent wat blij dat 'White Flower with Silvery Eye' daarna wat gas terugneemt en zich terugtrekt in de wat meditatievere rituele tempelpercussie die je meer gewoon bent van hem. Maar ook hier klinkt een gevoel van lichtheid en - ik durf amper te geloven dat ik dit met Shackleton associëer - blijheid door dat je op 's mans vorige platen nauwelijks tot helemaal niet terugvindt. Met afsluiter 'Silver Keys' gaat de intensiteit dan terug pieken, alweer door toegevoeging van nieuwe synthkleuren, die, dat mag duidelijk zijn, een nieuwe fase in het tot nu toe voornamelijk door grijswaarden en schaduwpartijen gekenmerkte basisgeluid inluiden. Zeke Cloughs in bijna fluoricerend groene levenskleuren aangeleverde artwork past dan ook uitstekend bij de muziek.
Alleen de echte groten slagen er moeiteloos in door eindeloos te variëren op een thema zich toch elke keer weer verder te ontwikkelen. Shackleton mag je alvast bijzetten in die galerij. Heidens goede plaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten