zondag 28 december 2014

"IS executeerde in half jaar 1878 mensen"

Met de twintigste eeuw in het achterhoofd kunnen we gerust stellen dat we hier met amateurs te maken hebben.

vrijdag 26 december 2014

2014 in Muziek

Om het er maar meteen uit te gooien: ik kan mezelf bij jaarlijsten nog maar weinig voorstellen. In 2014 heb ik - misschien voor het eerst - minder naar muziek geluisterd (en minder muziek gekocht) dan dat ik gelezen heb. Er zal zonder twijfel (hoewel!) veel uitstekende muziek geklonken hebben, maar ik heb dit jaar bij mijn sporadische steekproeven toch echt wel heel weinig vernieuwing gehoord. Dat een nieuwe Aphex Twin en de verkoop van de promo van een oude Aphex Twin, hoe spannend ook, mee van het belangrijkste muzieknieuws van 2014 uitmaakten spreekt boekdelen.

Veel erger dan dat, moet ik bekennen dat naar mijn mening het overgrote deel van de muziekkritiek (en ik lees die naar mijn aanvoelen dan nog veel te veel) heden ten dage nog nauwelijks het fandom overstijgt, hoe gesofisticeerd en soi-disant diepgaand men ook met woorden smijt. Het vocabularium waarmee men muziek wil kaderen en verklaren groeit elk jaar aan, de zinnige teksten erover nemen elk jaar af.  Maar toegeven dat ze ook allemaal niet meer weten: ho maar!

Feitelijk heb ik dit jaar enkel de artikels van Ian Penman over Kate Bush, Elvis en Charlie Parker echt graag gelezen. Twee van die artiesten, met wie ik dan bovendien feitelijk niks heb, zijn dood. Ik mis elk jaar een beetje meer een discours dat muziek op een andere manier duidt en verklaart dan met het vermoeide instrumentarium van invloeden en betekenis. Misschien mis ik ook gewoon muzikanten die hun mond houden over hun creaties en de muziek zelf haar werk laat doen. Dat komt er natuurlijk van als je in een maatschappij leeft waar de korte termijn nog het enige is waar mensen mee bezig zijn. Als je dan als ikzelf gelooft in zorgvuldige evolutie, langzame rijping en bedachtzame (in de zin van: niet uitgaan van gemakkelijke causale verbanden) beschrijving, dan word je elk jaar een beetje meer wakker in een wereld waar nog enkel hysterie (Look at that!) en egocentrisme (Look at me!) heersen.

Hieronder de vangst van 2014, waarbij ik me erop betrap dat er voornamelijk muzikanten in het net verstrikt zijn geraakt die vaak al langer meegaan. In niet bepaalde volgorde. Behalve dan dat overrompelende Swans-monument, want dat is echt het beste dat ik sinds Bish Bosch heb gehoord.

Swans - To Be Kind

Na een aantal volledige, twee uur durende, onderdompelingen in dit bezw(a)(e)rende opus - dit is niet zomaar een plaat, nee - weet ik nu al dat To Be Kind nog jaren een van mijn muzikale steunpunten gaat blijven. Als een kopstoot na een orgasme. Of vice versa.

Gazelle Twin - Unflesh

Vrouw, lichaam en electronica. Conversatie of confrontatie?

The Skull Defekts - Dances in Dreams of the Known Unknown
The Skull Defekts - Street Metal

De hoekige en hypnotische proto-wave van Can en andere krautrockers herrijst als heidense Zweedse oerrock.

Valerio Tricoli - Miseri Lares

Pikdonker ondergronds elektroakoestisch landschap dat de innerlijke ruimte ten gronde verkent.

Wolves in the Throne Room - Celestite

Duo ontmantelt eigen black metal epos tot er niet meer dan ijzige kosmische ambient overblijft.

Scott Walker & Sunn O))) - Soused

Gedroomde samenwerking die perfect uitvalt. Scott Walker blijft een eenzame Held.

Untold - Black Light Spiral

De smerigste, luidste en hardste technoplaat in jaren. Goor gewoon.

The Bug - Angels & Devils
The Bug vs Earth

Beter dan dit definitief statement wordt het niet meer voor Kevin Martin. Denk je dan. En dan trekt hij als nakomertje Dylan Carlson van Earth mee het dubmoeras in.

Pere Ubu - Carnival of Souls

Een mens zou nog vergeten dat David Thomas en de zijnen op gezette tijden in de luwte een weerbarstig meesterwerk afleveren.

Shinichi Atobe - Butterfly Effect

Man maakt plaat voor Chain Reaction, verdwijnt vervolgens dertien jaar, om dan terug te keren met een tijdloze technoparel.

Theo Parrish - American Intelligence

Niet dat dit nog enig bewijs behoefde, maar Theo Parrish is nu al jaren wel degelijk de allerbeste houseproducer ter wereld.

Black to Comm - Black to Comm

De beste drones van 2014 komen weer eens van Black to Comm.

Kassem Mosse - Workshop 19

Bijna kunst, deze verzameling delicaat opgebouwde housesculpturen.

Kasai All Stars - Beware the Fetish

Het aantal verschillende ritmes die dit 25 koppen tellend orkest uit Kinshasa in een nummer propt, daar komt een blanke zelfs niet op. Betoverend en bevrijdend tegelijk.

Fhloston Paradigm - The Phoenix

King Britt maakt met deze her-taling van Vangelis' Blade Runner zijn met voorsprong beste plaat ooit.

Janek Schaefer - Inner Space Memorial in Wonderland

Alsof je op vakantie bent in Vermillion Sands. Kosmische ambient op transcendentaal niveau.

Lana Del Rey -  Ultraviolence

Zo dicht bij de perfectie en volslagen terecht wereldberoemd. Ik ben er zelfs na deze nog betere tweede nog steeds niet helemaal van overtuigd dat Lana Del Rey wel echt bestaat.

East India Youth - Total Strife Forever

Barokke poptrance en dramatische synthballades voor landjonkers en andere estheten. Thank God for the English!

Population One - Theatre of a Confused Mind

Acht uitstekende minimale techno-excursies, met die unieke, mooi donkere Detroit underground touch. Kom daar nog eens om.

zaterdag 20 december 2014

Na amper één nummer van Black Messiah geluisterd te hebben, vind ik dat het D'Angelo verboden zou moeten worden om zo lang geen plaat uit te brengen.

woensdag 3 december 2014

Blijkbaar zijn er heel wat mensen die de nochtans met nog redelijk eenvoudige wetenschappelijke speculaties onderbouwde plot van Interstellar niet begrijpen. In een bepaalde filmzaal geven ze zelfs korting als je hem een tweede keer wil gaan kijken. Hadden ze maar beter moeten opletten in de les fysica.

Overigens is het robuust avondvullend entertainment. Niet meer, niet minder. En Matthew McConaughey blijft een uitstekend acteur (Matt Damon heeft, bijna in de luwte, ook een sterke, voor hem subtiel atypische, rol). Haast vanzelfsprekend voor een grote (lees: dure) Amerikaanse film is het verhaal net iets te sentimenteel om echt grote ideeën te baren. Wel is het, denk ik, een mooie en intelligente weergave van de morele dilemma's en de fysische obstakels waarmee we geconfronteerd (zouden) (kunnen) worden (als) (wanneer) de aarde, zoals het er elke dag een beetje meer naar uitziet, definitief op de fles gaat. Maar 2001: A Space Odyssey is het in de verste verte niet. Not even close. Niettemin weet ik wel dat je niet zo mooi schermvullend in een zwart gat kan vallen achter het scherm van je laptop.

maandag 1 december 2014

Vandaag een redelijk duur boek in albumformaat over Maurice Blanchot gekocht gewoon omdat er nog eens andere, nieuwe foto's in te vinden waren dan degene die je altijd weer opnieuw tegenkomt en op één hand kan tellen - een pre-internet fenomeen waar ik eerlijk gezegd jaloers op ben.

Het zijn foto's van een volledig vergeestelijkt mens, al oud toen hij nog jong was. Iemand van wie je vermoedt dat hij hogere - of diepere, een kwestie van perspectief - oeroude waarheden uit de ether kan onttrekken en dat er daarom bij zijn opmaak nauwelijks enige aandacht werd besteed aan het uiterlijke aspect. Een profeet die schrijft in onbegrijpelijke orakeltaal, wiens eenvoudigste woorden al nauwelijks te bevatten zijn. Alsof wat hij te zeggen heeft toch in dovemansoren moet vallen.

Na veel lezen blijft hij overigens een ondoordringbaar mysterie, eerder een ongrijpbare aanwezigheid dan een personage van vlees en bloed. Je kan je nauwelijks voorstellen dat hij heeft gepraat op een andere toon dan traag en bedachtzaam, sprekend in onberispelijke volzinnen die hij, voordat ze zijn keel en mond verlieten, al ontelbare keren had gedacht.

zondag 30 november 2014

Wat William Gibson met België heeft is onduidelijk, maar na duidelijke verwijzingen naar de Belgische afkomst van Hubertus Bigend in de laatste trilogie, komt België ook weer voor in The Peripheral. Ook wel eens aangenaam om te vernemen dat er toch iemand is op deze planeet die zich op zijn minst inbeeldt dat België in de toekomst nog bestaat, al is het dan in de vorm van sinistere referenties.

Overigens, ondanks het feit dat ik nog steeds vindt dat Gibsons stijl er met de jaren alleen maar op achteruitgaat, is The Peripheral ten minste op science fiction-vlak opnieuw een absolute voltreffer. Eindelijk nog eens een Gibson waarbij je je regelmatiger dan je zou willen haast volledig in het donker bevindt. Het heeft mijn hersenen bijna honderd pagina's gekost om een beetje wegwijs te geraken in het bijna volledig virtuele decor van het boek. En ook na pagina tweehonderd zijn er nog regelmatig stukken waarbij je denkt: "Hoe moet ik me dit in godsnaam voorstellen?" en vooral "Wat gebeurt er hier in godsnaam?".

Je hebt Gibson toch altijd voornamelijk daarvoor gelezen. Na het strontvervelende Spook Country en het iets betere maar nog steeds zeer matige Zero History heerst nu toch vooral opluchting: de man kan het blijkbaar nog.

dinsdag 11 november 2014

Jordan Hoffmann dient Heidegger op verwoestende wijze van antwoord. Wie filosofie reduceert tot een onderzoek over het zijn (en de zijnden) is een fascist, net zoals iedereen die verlossing verwacht van één enkel grondend element, of dat nu volk, religie, natie, klasse, ras of economie heet. Let wel: het zal me niet tegenhouden hem, net zoals Agamben, Celan, Levinas en Blanchot, te blijven lezen. Ik ben het namelijk erg graag oneens. Als de rest van de mensheid ook zo ver is, dan, maar alleen dan, zullen we in de eeuw van Deleuze leven.
"Where students in literature departments might once have been asked “What’s your theory?” we are now far more likely to be asked “What’s your archive?

Zoals ik wel eens, boutadegewijs, pleeg te zeggen: Wie zijn de drie belangrijkste filosofen van de twintigste eeuw? Foucault, Foucault en Foucault.

Overigens lees ik verderop in het artikel het oxymoron "neoliberal rationality". Wanneer zullen die Amerikanen (en bij uitbreiding de Angelsaksische wereld en hun laffe slaafjes) toch eindelijk gaan snappen dat het neoliberalisme al even irrationeel is als het door hen verfoeide islamisme?  Het is niet omdat een ideologie gebaseerd is op berekening dat ze ook rationeel is. Elementary, dear Watson.

Ik wil trouwens nogmaals mijn mening benadrukken dat de eenentwintigste eeuw he-le-maal niet de eeuw van Deleuze gaat worden (zoals Foucault zichzelf onderschattend - en de mensheid overschattend? - zelf dacht), wel die van Foucault.

zondag 9 november 2014

Verslavend, die Nicolas Gomez Davila.

"The fool is scandalized and laughs when he notices that philosophers contradict each other.
It is difficult to make the fool understand that philosophy is precisely that: the art of contradicting each other without canceling each other out.
"

"The philosopher becomes unbalanced easily; only the moralist tends not to lose his reason."

"Metaphysical problems do not haunt man so that he will solve them, but so that he will live them."

"The fragment is the medium of expression of one who has learned that man lives among fragments.

En de allermooiste:

"The philosopher is not the spokesman of his age, but an angel imprisoned in time."

"Society until yesterday had notables; today it only has celebrities."

"What is difficult about a difficult philosopher is more often his language than his philosophy."

"Public political discussion is not intellectually adult in any country."

"Educating the individual consists in teaching him to distrust the ideas that occur to him."

"An education without the humanities prepares one only for servile occupations."

- Nicolás Gómez Dávila

Als Don Colacho een reactionair is, dan ben ik er ook één.

Hij heeft zo'n drieduizend van die aforismes. Ik zal het waarschijnlijk niet met alle drieduizend eens zijn. Maar welke mens, dat woord waardig, is het eens, te beginnen met zichzelf?

dinsdag 30 september 2014

Ik kijk geamuseerd toe hoe de Amerikaanse eeuw, not with a whimper but with a bang, ten einde loopt in het Midden-Oosten. Ironisch toch hoe het wanhopig slecht geïnformeerde beeld dat de Amerikaan van deze wereld en zijn complexiteiten had, heeft en blijft hebben door het doldwaze, op leugens en desinformatie gebaseerde ingrijpen van Bush, Cheney, Blair en andere potsierlijke Lords of Darkness, er toe geleid heeft dat het déconfiture van de Christelijke Heilstaat nu met de steeds verder om zich heen grijpende Islamitische Staat zijn finale apotheose kent. Laatste update: de ware gelovigen knagen aan de grens van Turkije, het land waar Erdogan tot enkele weken geleden nog in het diepste van zijn gedachten zich al tot de Grote Ottomaan gekroond had.

The mind boggles dat die naïeve Amerikanen, een natie die nog geen 250 jaar op de kilometerteller heeft, echt hebben gedacht dat na de val van de muur in Europa het einde van de geschiedenis nu echt wel gekomen was. Met het evidente gevolg dat er nu peis ende vree zou heersen onder het wijze richterschap van de alom de zegeningen van de liberale democratie uitbazuinende Verenigde Staten van Amerika. Grenzen lagen voor eeuwig vast en iedereen zou zich als vanzelfsprekend neerleggen bij de idee van de good old Westphaliaanse natiestaat, stevig gestoeld op individuele vrijheden en eeuwige economische groei. Hallelujah!

Bleek dat deze zelfverklaarde profeten van het Omega der Beschaving er geen rekening mee gehouden hadden dat er best nog wel volkeren op deze planeet rondlopen die weinig ophebben met individualisme en vrije meningsuiting en die sinds mensenheugenis de stam, de clan en de geloofsgemeenschap (gebruik uw verbeelding en voeg daar nog de voorouders en de kaste aan toe) als primordiaal beschouwen. Wat een atavisme! Wat een primitieve gedachten! Reactionairen in dierenhuiden zijn het! En deze woeste en baardige kaftandragers geloven nog in brutaal fysiek geweld ook. In tegenstelling tot laffe precisieaanvallen met telegestuurde robotvliegtuigen rijgen zij de vijand aan het kromzwaard en zetten zijn hoofd op een stok, begraven de ongelovige met adem en al, en doen de Kalashnikov en granaatwerper bulderen dat het geen aan heeft. Je houdt het toch niet voor mogelijk? Dat zoiets in deze tijd van Facebook, smartphones en ongebreideld consumentisme nog mogelijk is. Dat Starbucks, McDonalds, Google en Apple dit niet hebben kunnen voorkomen! Haro!

Nog erger: in plaats van het superieure Westen rustig te laten knikkebollen in virtuele paradijzen en beschroomd, uit het zicht van de camera, Yeziri's, Sji'ieten, Assyrische Christenen en andere Koerden bij bosjes over de kling te jagen, durven deze bloeddorstige barbaren het aan om een Amerikaan, een Brit en een Fransman het hoofd van de romp te snijden. En dat zomaar in prime time! Men zou zich nog in de zongedroogde tomaatjes verslikken. Een hele fles cava verpest!

Misschien waait dat hele strijdgewoel nog wel over en wordt deze bloeddorstige veroveringsdrang alsnog in de kiem gesmoord. Maar, zonder in doemscenario's te willen vervallen, kan ik me evengoed gemakkelijk voorstellen dat een ontzaglijk groot gebied met als kardinale punten de Caucasus, het Arabische schiereiland, Turkije, de Maghreb en het Iraanse hoogplateau, met uitlopers rond de Sahara, Zuid-Siberië, Xinjiang en de grenzen van Indië binnenkort een grote oorlogszone is, waar diverse goddelijke wetten met elkaar in het strijdperk zullen treden. Geen boots on the ground? Dat wil ik nog wel eens zien als overmorgen de Saudi's voor de bijl gaan en de olie als bij donderslag opdroogt. De Iraanse olie zal opeens rijkelijk naar de Midwest vloeien. Khomeini, kom terug! Alles is vergeven!

De ultieme ironie van het lot is dan nog dat het overgrote deel van deze fanaten hun startkapitaal uit de zwarte kassen van de CIA, het Pentagon en diverse Amerikaanse senaatscommissies hebben verkregen. 

Nee, dat hadden ze niet zien aankomen met hun spionagesatellieten en permanente doorlichting van elke scheet die iemand op het internet laat vliegen. Julian Assange en Edward Snowden trouwens ook niet. En die jongens weten nochtans echt alles.

Interesting times.

zondag 28 september 2014

"His list of things that disturb him include 'kids and choirs', 'predatory behaviour', 'ignorance' – and 'happiness'."

John Cale is zo te horen nog steeds op snee.

woensdag 17 september 2014

Q : Why do you think there’s such a close relationship with art & techno? Does Downwards or techno producers in general use artwork or installations as a way to put music into context to educate listeners who may refer to it as “soulless repetitive club noise”?

A: Don’t you just hate it when ART does that? Makes things legit. What happened to good old fashioned getting off your tits to soulless repetitive club noise? England’s artless sons and daughters were far happier then.

Regis is een held.

zaterdag 2 augustus 2014

Dit zal zowat het enige verstandige stuk tekst zijn dat ik tot nu toe heb gelezen over het conflict in Gaza.

zondag 27 juli 2014

Het grootste probleem waarmee elke samenleving, maar de onze in zeer hoge mate, geconfronteerd wordt is dat mensen denken dat samenleven eenvoudig is en hun persoonlijkheid complex. Het is net andersom: samenleven is zeer complex, terwijl onze persoonlijkheid vaker dan niet zeer eenvoudig is. Het corollarium daarvan is dat een samenleving nooit tot ware bloei kan komen wanneer iedereen denkt dat hij uniek en de moeite van de complexiteit waard is.
"At the party for Barthes's 1977 inaugural lecture at the Collège de France, Foucault confronted Robbe-Grillet: 'I have you told you this already and I will say it again, Alain: when it comes to sex, you are, and always have been misguided!' Barthes rose to his defense, reminding Foucault that Robbe-Grillet was, at the very least, a pervert. Foucault replied: 'Ça ne suffit pas!' "

Werden ooit, in amper vier zinnen, drie karakters beter samengevat?

(uit: London Review of Books, 31 juli)

dinsdag 22 juli 2014

"Duizend maal liever verloochen ik mijn vrienden dan dat ik mijzelf moet verloochenen. Trouw blijven aan het eigen avontuur vereist op gezette tijden de vernietiging van verstikkende verbanden. Eenzaamheid is een voorrecht dat je je moet kunnen permitteren. Het geluk komt vanzelf."

- P.F. Thomése

zaterdag 12 juli 2014

Pinch B2B Mumdance


Toegegeven, het zijn harde tijden. Het is iets anders om dat op zo'n brutale en beukende manier te toonzetten als het duo Pinch en Mumdance. Pinch is een ouwe getrouwe die mee was met de eerste dubstepgolf. Mumdance is een jonkie dat kickt op metallieke, door techno en jungle geïnspireerde basmuziek. Samen met geestesgenoten als Beneath en Logos maakt hij het mooie (nuja) weer op onder andere Keysound, het label van Blackdown, dat de UK hardcore traditie nu al vele jaren probeert in stand te houden.

Op deze archi-ongenadige mix, die voornamelijk uit eigen werk voorleest, kom je er niet zomaar met de schrik vanaf. Op een dystopische achtergrond van dreigende hooverbassen en de sfeer van ruige achterbuurten en stinkende ondergrondsen ferm in het achterhoofd gebeiteld dreunt het duo je helemaal in het hoekje waar dreiging, angst en overspanning heersen. Als dat als een cliché klinkt, dan is dat omdat het dat ook is.

Het Underground Resistance van 'The Theory', de vroege nog niet gelikte 4Hero en verder zowat alle muzikale stijlen die de laatste vijfentwintig jaar op de dansvloeren van het Verenigd Koninkrijk zijn gepasseerd worden in de mixer gegooid en wat overblijft is een Spartaans aandoend technoaftreksel voor hopeloze en depressieve grotestadsmensen, een gemeen brouwsel dat Metalheadz-afdankertjes op halve snelheid paart aan ongenuanceerde hardcore-imitaties. Zelfs in Blade Runner schemerde er meer positiviteit door dan op deze door en door grimmige mix. Het ontbreekt hier op alarmerende wijze aan soul en emotie. Daar gaan obligaat ingemixte kreten als 'move your body' en 'oh yeah' niks aan veranderen.

Het probleem van deze mix is vooral dat hij aantoont hoezeer de huidige Engelse scene in een navelstaren, immer een creatieve cul-de-sac, is verzeild geraakt. Sinds het momentum van dubstep voorbij is en zich naar alle kanten van de wereldbol heeft verspreid, blijft men aan de overkant van het kanaal zoeken naar een waardige opvolger. De geest van jungle moet en zal herleven. De tijd heeft uitgewezen dat hoeveel moeite Engelse producers ook doen om originaliteit te distilleren uit de voortdurende mutatie van enkele vaste, nu al vele jaren meegaande elementen, het er de laatste jaren toch voornamelijk op neerkomt dat ze gewoon knarsende zielloze techno aan het maken zijn. Zichzelf opeten en de resulterende kak nieuw en spannend noemen is één ding. Aannemen dat we dat ook gaan geloven, is een brug te ver. Het verschil met de laatste, naar alle windstreken levenswil uitademende Hyperdub-compilatie kan niet groter zijn.

zaterdag 28 juni 2014

"Rick [Rubin] really over-simplified some of the parts that we thought were unique, and just made them very digestible. He's got this thing about representing the common man's ears—I'd rather jab the common man's ears. If we don't, we'll never get to a place where future music exists."

- Cedric Bixler-Zavala

vrijdag 13 juni 2014

Steeds vreemder toch dat de Verenigde Staten zich nog steeds als wereldleider beschouwen. Vietnam verloren. Uit Iran gejaagd als kleine stoute jongens. Irak dra een echt kalifaat - of nog erger een jaren aanslepende slachtpartij. In Afghanistan ondanks jaren borstklopperij niks klaargemaakt. De Krim niet uit Russische klauwen kunnen houden. Libië en Syrië veranderd in hele of halve failed states. Een groot deel van Centraal-Amerika in de greep van drugs, geweld en wreedheid. En bijna heel de wereld in economische depressie dankzij het geritsel van de slimme jongens van Wall Street. Wat een prestaties! Wat een daadkracht!

woensdag 11 juni 2014

Plastikman - EX


Jezelf de geschiedenis van techno voorstellen zonder Richard Hawtin uit Windsor, Canada is onmogelijk. Als ik 'Energy Flash' zeg, weet iedereen: Joey Beltram. Als ik 'Can You Feel It' zeg, roept iedereen: Mr Fingers. Als ik 'French Kiss' zeg, weten zelfs dertienjarigen: Lil Louis. Net zo weet iedereen als ik 'Spastik' zeg, dat je met een van de hoekstenen van de hedendaagse elektronische dansmuziek te maken hebt. Het is amper te geloven dat het nu al meer dan twintig jaar geleden is dat de eerste Plastikmannummers door zweterige discotheken, rokerige kelders en betonnen hangars schalden. Ik heb nog mensen gekend die het Plastikmanlogo op hun arm lieten tattoeëren. Nu, meer dan tien jaar na de laatste langspeler en veel te lang na het laatste nummer, is Plastikman, toch altijd Hawtins grand project, terug.

Sindsdien is er veel veranderd. Hawtin heeft zich als hyperenthousiaste pionier van het digitale dj'en een beetje teveel verloren in hard- en softwareliflafjes allerhande, waardoor zijn dj-sets alleen nog voor doorgedreven geeks en hardcore technosolipsisten aangenaam tijdverdrijf zijn. Met zijn label M_nus heeft hij bovendien een ont-zettende hoeveelheid mediocere minimale techno naar de massa's gebracht. Zelf heeft hij het al jaren liever over concepten dan over muziek. En over dat kapsel van een tijdje terug zullen we maar zedig zwijgen. Laten we, met de blijde inkomst van een nieuwe Plastikman in het achterhoofd, het er op houden dat hij er niets kan aan doen dat zijn acolieten niet over 's mans enorme talent beschikken.

EX is dan opeens de eerste liveplaat van Plastikman. Opgenomen in het Guggenheim, tempel van het Nieuwe Wereld modernisme, is het natuurlijk meteen ook een statement, een consecratie. De eerste nummers klinken imponerend, de ruimte nog aftastend. Donker, maar bijna deftig, te beleefd. Even denk je: "Museumtechno?"

Geen vrees. Al snel en haast ongemerkt word je opgezogen door die ijle sfeer, die sluiperig sublieme ultra-minimale acidloops, die droge kicks, die infinitesimaal afgemeten drums. Voor je het weet heeft Hawtin je in de ban en weet je dat hier een van de waarlijk groten aan het werk is. Iemand die uit de kleinst mogelijke verzameling elementen heelder werelden kan toveren.

Natuurlijk kan Hawtin na meer dan twintig jaar de hoogtes of het verrassingseffect van 'Spastik' of 'Plasticine' niet meer evenaren - hoewel 'EXpire', apotheose van de plaat, een soort ultiem orgelpunt, een bekroning bijna, de canon gestadig uitbreidt. Het siert hem dat hij ook niet langer probeert om anthems in elkaar te knutselen. Liever werkt hij in alle luwte verder aan een uitgepuurd oeuvre, dat instant uit duizend herkenbaar is. Niemand doet dit beter.

maandag 9 juni 2014

Diamond Version - CI


Wanneer Olaf Bender en Carsten Nicolai, de adelaarsblikken die Raster-Noton bestieren en na de kantooruren als Byetone en Alva Noto door het artistieke leven gaan, samen aan de slag gaan weet je dat de menselijke component amper aan de bak gaat komen. Na vijf ep's op Mute vol scheermesscherpe, tot in de goddelijke details afgewerkte robo-techno is er met CI nu ook een langspeler.

Die ligt muzikaal in dezelfde lijn en put uit de erfenissen van industrial, techno en veertig jaar state-of-the-art Duitse geluidsarchitectuur. Want wat de invloed ook moge zijn van ooit rebelse en vooruitdenkende muziekstijlen als techno en industrial, de jongens van Raster-Noton slagen er toch elke keer weer in om hun muziek te laten klinken alsof er drie maanden van intensieve meditatie, ontwikkeling van theoretische modellen, en belachelijk intelligente input van een interdisciplinair panel aan zijn voorafgegaan.

Weinig alarmerend dan dat corporate speak het overkoepelende thema is. Je weet nooit of titels als 'Raising the Bar', 'Operate at Your Optimum' en 'Access to Excellence' als post-ironische memes ingezet worden of bloedserieus bedoeld zijn als afreageermuziek voor vergadertijgers. De loodzware atmosfeer van de nimmer aflatende metafunctionele, overgesatureerde beats en de algoritmes spuiende gastzangers - what's in a name? - doet de verdenking ontstaan dat het hier een heimelijke set computerinstructies betreft. Alleen op 'Were You There', waar Pet Shop Boy Neil Tennant de zang verzorgt, ontwaar je even een zweem van emotie.
 
Alsof CI door middel van bleeps en bytes een gigantische, hyperefficiënte, volledig onafhankelijk denkende en opererende, maar ook compleet nutteloze machine in elkaar zet. Technische perfectie heeft zo zijn prijs.

donderdag 29 mei 2014

"The European Union is run by technocrats who are more interested in Cartesian logic than in popular opinion."

Het zal niemand verbazen dat dit stukje uit een Engels dagblad komt (Let in dat verband op de impliciete gedachte dat Cartesiaans 'Frans' betekent en dat in 2014 voor een Engelsman 'Frans' meteen maar met 'Europees' wordt gelijkgesteld, wat neerkomt op een nauwelijks verhuld superioriteitsgevoel). En er valt natuurlijk wel iets voor te zeggen. Maar mijn nu bijna veertig jaren durend verblijf op deze planeet heeft me duidelijk heeft gemaakt dat de politicus die de publieke opinie volgt met nog grotere zekerheid de dieperik ingaat dan diegene die er helemaal niet om geeft (zie de Amerikaanse Republikeinen, die onder invloed van de Tea Party veranderd zijn in een bende extreemrechtse schreeuwlelijkaards).

Men vergeet blijkbaar al te graag dat moderne democratie zelden tot nooit betekent dat het volk de macht heeft. En dat dit, God beware ons, ook de bedoeling niet is. Een politicus moet vooral verkozen zien te geraken. Er bestaat geen democratische regel die oplegt dat hij daarna moet uitvoeren wat hij heeft beloofd. Dat kan hij overigens ook niet. Wie in de politiek restloos kan uitvoeren wat hij heeft beloofd noemen we gemeenzaam een dictator. De democratische politicus moet proberen tot een overeenkomst te komen met zijn tegenstanders, om daarna te proberen om uit te voeren wat hij heeft beloofd. En daar zal hij zelden tot nooit in slagen als hij iedere idioot die zijn mond opentrekt zijn zin geeft. Laat ik het wat beschaafder stellen: het gesundes Volksempfühlen is gewoon te diffuus om er een lijn in te trekken en de verkozen politicus kan daarvan ergo hoogstens een deel waarnemen. Overigens, wie kan beweren dat hij, naast politieke wensen, ook een plan heeft om die wensen uit te voeren? Mocht het publiek dat plan hebben, dan werd het waarschijnlijk zelf politicus.

Het publiek dat zich over deze gang van zaken beklaagt moet zich maar eens afvragen hoe vaak het zelf volledig zijn zin heeft gekregen in zijn eigen leven. Wie ervan overtuigd is - zoals tegenwoordig de fanatieke N-VA'ers, of nog de halve garen die op haatzaaiers als Wilders en Farage stemmen - dat hun stem belangrijker is dan die van anderen, per toeval omdat ze nu even de wind in de politieke zeilen hebben, zijn in feite anti-democraten. En het komt een anti-democraat niet toe om af te geven op de democratie. Wel zo gemakkelijk natuurlijk dat je onder een democratisch regime een anti-democraat mag zijn. Andersom is dat namelijk niet het geval.

Al die politieke hysterici raad ik aan het levensverhaal van Georges Valois te lezen. Als ze daarna niet anders kraaien, baat voor hen geen hulp meer.
Nog eentje:

Everything in the culture argues against the novel, particularly the novel that tries to be equal to the complexities and excesses of the culture. This is why books such as JR and Harlot’s Ghost and Gravity’s Rainbow and The Public Burning are important—to name just four. They offer many pleasures without making concessions to the middle-range reader, and they absorb and incorporate the culture instead of catering to it. And there’s the work of Robert Stone and Joan Didion, who are both writers of conscience and painstaking workers of the sentence and paragraph. I don’t want to list names because lists are a form of cultural hysteria, but I have to mention Blood Meridian for its beauty and its honor. These books and writers show us that the novel is still spacious enough and brave enough to encompass enormous areas of experience. We have a rich literature. But sometimes it’s a literature too ready to be neutralized, to be incorporated into the ambient noise. This is why we need the writer in opposition, the novelist who writes against power, who writes against the corporation or the state or the whole apparatus of assimilation. We’re all one beat away from becoming elevator music.

- Don DeLillo (uit hetzelfde interview als hieronder)

De laatste zin is de belangrijkste. Groot werk, opus magnum, in elk soort kunst, is inderdaad maar een millimetertje verwijderd van de mediocriteit. Maar het is wel dat infinitesimale stukje dat een wereld van verschil maakt. De grote kunstenaar - die altijd daardoor een soort tovenaar, visionair, een leidsman, soms zelfs een priester, is - is diegene die de worsteling aangaat met de leegte die ontstaat tussen twee stukken 'gewone' realiteit (hij die deze wereld uitgaat met het idee dat er maar één wereld is, is er niet in geslaagd om te leven, wat hij ook denkt te hebben bereikt) en die leegte opvult met een onvermoede andere realiteit. De Kunstenaar, The Artist, de Artifex, der Künstler, leent ons zijn zintuigen opdat we anders zouden leren leven, in de volle betekenis van dat woord. Wie niet met de leegte, de eenzaamheid en de stilte kan leren leven en inziet dat dit niets complexer is dan eender welk stuk materialiteit, wordt nooit een kunstenaar. Zij of hij zal nooit leren vliegen.

zondag 25 mei 2014

INTERVIEWER: How do you imagine your audience?

DeLILLO: When my head is in the typewriter the last thing on my mind is some imaginary reader. I don’t have an audience; I have a set of standards. But when I think of my work out in the world, written and published, I like to imagine it’s being read by some stranger somewhere who doesn’t have anyone around him to talk to about books and writing—maybe a would-be writer, maybe a little lonely, who depends on a certain kind of writing to make him feel more comfortable in the world.

INTERVIEWER: I’ve read critics who say that your books are bound to make people feel uncomfortable.

DeLILLO: Well, that’s good to know. But this reader we’re talking about—he already feels uncomfortable. He’s very uncomfortable. And maybe what he needs is a book that will help him realize he’s not alone.

zaterdag 17 mei 2014

Swans - To Be Kind


Platen als To be Kind maken ze pakweg de laatste tien jaar veel te zelden. Wie kan er nog een volle twee uur aanspraak maken op onze aandacht? Michael Gira en de zijnen kunnen dat. Met ondraaglijk intieme, loodzware en door boze geesten aangestoken broeierige oerrock, die als een emotionele pletwals immer ongenadig verderrolt, vaak akelig dicht op de huid, terwijl Gira als volleerde sjamaan de minst opbeurende verzen uit zijn oeuvre in Engels en Spaans afwisselend roept, loeit, schreeuwt, fluistert, krijst en dondert, tot aan de halfbezeten ululatie toe. Vijf nummers overschrijden vlotjes de tienminutengrens en het monumentale middenstuk 'Bring the Sun/Toussaint L'Ouverture' neemt zelfs bijna vijfendertig minuten in beslag. Niet dat Swans er niet in slagen om zelfs van een nummer van amper vijf minuten al een epische geestesaanroeping te maken. Dit is muziek met onbescheiden momentum, met olympische spanningsbogen, met een soms bijna ceremonieel sérieux, die tegelijk altijd verschroeiend hard en brutaal uithaalt en op een fysieke manier aanhoudend de confrontatie met de luisteraar opzoekt. Dit is geen mooie muziek en de volle twee uur van dit kathartische exorcisme in een marathonzitting voltooien is niet voor mietjes. De sfeer is duister en onderdrukkend, vol van verlies, diepe teleurstelling en vooral veel onderhuidse, nauwelijks in te houden noch te kanaliseren woede. Maar To Be Kind is wel een van de meest overrompelende ervaringen die je jezelf dit jaar kunt aandoen. Het is tijdens en onmiddellijk na een volledige onderdompeling in deze plaat moeilijk aan te nemen dat iemand de komende tijd nog betere muziek aan de wereld gaat schenken.

zondag 11 mei 2014

Fennesz - Bécs


Een nieuwe volwaardige Fennesz is een beetje vergelijkbaar met de nieuwe Autechre of Boards of Canada. Je weet dat je het altijd goed gaat vinden en zit niet te wachten op revolutionaire koerswijzigingen. Het is goed zoals het nu is. Mocht er toch een bocht naar nieuwe horizonten genomen worden, dan blijkt die meestal na een tijdje beraadslaging niet onoverkomelijk en alsnog in te passen in de al vertrouwde klankenwereld.

Fennesz breidt na mijlpalen als Endless Summer, Venice en Black Sea met Bécs (de Hongaarse naam van Wenen) zijn palet niet radicaal uit. Experimentele uitspattingen houdt hij voor zijprojecten als Fenn O' Berg (met Jim O' Rourke en zijn labelbaas Peter Rehberg) en zijn vele samenwerkingen (met onder andere Keith Rowe, Oren Ambarchi, The Necks en Polwechsel). Fennesz blijft wat het is: wondermooie, overrompelende, oceanische geluiden, doorkruist, ingekleurd en uit elkaar gescheurd door orgastische noise en vervormde gitaaruithalen. Een episch gevecht tussen ongefilterde emotie en rigide machinestructuren.

Opener 'Static Kings' klinkt zelfs voor zijn doen haast idyllisch, zij het dat het laatste stukje al even de onheilspellende muziekjes uit de kast haalt. 'The Liar' sluit daar netjes op aan en het onderhuids agressieve aspect van Fennesz komt dan opzetten, met heelder glitchlawines die aanzwellen tot muren van noise. Zo wisselt heel Bécs af tussen prachtige, soms ronduit sentimentele, gitaarambient en zwermen opdringerige nano-noise, die proberen het Arcadië te verstoren. Alsof keer op keer een stukje paradijs langzaam oplost in de ether.

Kassem Mosse - Workshop 19



Moeilijk is het niet Gunnar Wendel te onderschatten. Zijn platen komen uit met prozaïsche titels als Workshop 19 (gewoon het serienummer van het label), hij houdt zijn profiel bewust laag en brengt techno en house aan de man op zich links in het veld situerende platenlabels in de meest diverse formaten (7-inch, tape). Je bent dan geneigd om deze plaat, in feite Mosse's eerste opus magnum, zonder verwachtingen tegemoet te treden.

Mosse's grote kracht schuilt erin dat je bij de eerste noten van zijn nummers denkt: "Is het dit maar?" Maar wie langer doorluistert en de subtiele opbouw en de door elkaar kronkelende structuren tot zich laat doordringen, komt tot het besef dat hier een luie funker à la Theo Parrish of Kenny D. aan het werk is, die in de luwte klassieke house in de traditie van Larry Heard in elkaar knutselt. Dat Omar S hem op FXHE heeft geremixt komt dan ook niet echt als een verrassing aan.

De beats en geluiden zijn geprogrameerd in primitieve percussieve machinetaal en vaak absurd overstuurd. De funk barst vaak pas los als alle, geduldig, één voor één, geïntroduceerde klankelementen opeens in de juiste plooi samenvallen. Geen enkele klank hier is origineel of vooruitstrevend en vaak lijkt het alsof Mosse maar wat aanmoddert. Maar door eenvoudige, doch vernieuwende, combinaties ontvouwt elk nummer zich, vaak plots, tot een tijdloos housejuweel.
 
Iedereen die ooit twee houseplaten heeft gebeatmixt kent die momenten dat een mix net niet helemaal goed zit en dat de twee gecombineerde ritmes samen een heel eigen leven gaan leiden. Het is dat korte moment van imperfectie, maar tevens van nieuwe mogelijkheden, dat Kassem Mosse als filosofisch uitgangspunt aanwendt om de ingrediënten van zijn nummers aan elkaar te kleven. De perfectie bestaat maar ten gratie van de aanvaarding van de imperfectie. En Kassem Mosse is een genie als het erop aankomt die imperfectie tot in de perfecte puntjes te manipuleren. Onopvallend groots.
Deze morgen op de Vlaamse televisie: De Zevende Dag. Kort samengevat: Leugenachtige, door elkaar pratende, politci die enkel naar de eigen volslagen oninteressante navel aan het staren zijn en loze geldbeloftes doen aan de verzuurde, altijd zijn geldbuidel in het achterhoofd houdende, gemiddelde Vlaamse burger. Onderbroken door wel een stuk of zes momentopnamen van hij die in het diepst van zijn gedachten de Vlaamse Führer is.

Even zappen: Buitenhof. Een gesprek tussen Herman Van Rompuy en Arno Grünberg over wat er echt toe doet: Europa. Met een zeer scherpzinnige, nee, schrandere Grünberg (ik verdenk hem ervan een van de intelligentste mensen op deze planeet te zijn) die de juiste vragen (met de juiste klemtoon!) stelt en een Van Rompuy die ze omzichtig, maar geen moment aan zichzelf twijfelend, beantwoordt. Dit alles in een beschaafde atmosfeer en met elegante verwoording, zonder dat beide heren of de moderator elkaar onderbreken. Daarna bespreking van een pagina uit Le Monde (hetgeen de met een knoert van een minderwaardigheidscomplex opgezadelde gemiddelde Vlaming al tot stijgeren zou brengen) en nieuw werk van Bill Viola.

Laat ik toegeven dat de moed me even in de schoenen zonk.


maandag 5 mei 2014

Aymeric de Tapol - Winter Dance


Het Vlek-label is nu al aan zijn vijfde jaargang toe en ondanks onderhoudende platen van Cupp Cave, Sagat, Squeaky Lobster en een rits anderen had dit nog niet een echte doorbraakplaat opgeleverd. Brusselaar Aymeric de Tapol heeft daar op zijn eentje verandering in gebracht met deze op donkere ambient, luide drones en experimenteel minimalisme gestoelde zestracker.

De sfeer is van bij aanvang resoluut donker ingekleurd en enkel in het eerste nummer zet hij er nog een beat onder. Vanaf dan nemen mystieke drones en onheilspellende loops de zaak over. Zeker in nummers twee tot en met vier levert dat, ondanks de experimenteringsdrang en de daaruit resulterende voortdurende onderhuidse spanning, ontzettend mooie muziek op, die de concurrentie met andere grote namen uit de noiseambient gemakkelijk aankan.

Titelnummer 'Danse d'Hiver' gaat voluit voor de zeven minuten aangehouden toon en dan is het even doorbijten. Maar zelfs daar mikt de Tapol eerder op de trance dan op de intentionele lelijkheid van andere noiseadepten. Afsluiter 'Temple Gauche' sluit op dezelfde manier af, met een op tot op de grens van het dragelijke aangehouden orgeltoon die zich langzaam ontvouwt tot een bijna transcendente drone. Stevige aanrader van eigen bodem: een tijdje geleden dat ik dat nog heb kunnen zeggen.

zaterdag 3 mei 2014

Geeuw!

Overigens voor mij geen probleem dat er straks geen mens nog een boek gaat vastnemen - als ze het vroeger al zoveel deden, ik denk dat dat ook wel eens wordt over- (want hoeveel mensen kunnen van Madame Bovary of Schuld en Boete alle diepere betekenislagen vatten?) en onderschat (ik zelf mag het verslinden van thrillers dan als vergeetbaar beschouwen, het blijft natuurlijk altijd lezen, hetgeen nog altijd beter is dan helemaal nooit een boek ter hand nemen).

Het mag dan zo zijn dat kennis als zodanig steeds oppervlakkiger wordt, het zal iemand die lezen wil niet tegenhouden. En kunnen we ook ophouden met die oeverloze definitieoorlogen over wat modernisme nu is/was/zal zijn?

Voor deze jongen betekent het al ontelbare malen aangekondigde einde van het boek (zoiets als het einde van de vinylplaat of de film) gewoon dat ik tot het einde mijner dagen voor een prikje tweedehands boeken op de kop ga kunnen tikken. Dat er geen mens zal zijn om erover mee van gedachten te wisselen, is ook al geen probleem. Die zijn namelijk altijd zeldzaam geweest.

woensdag 16 april 2014

Ik heb al jaren thuis geen televisie meer gekeken. Zowat alle 'absoluut te kijken' series (niet) gemist. De dvd en het televisietoestel staan daar maar stof te vergaren. Maar van zodra True Detective ook maar een minuut op dvd uit is, ga ik ze toch voor een keer aansluiten en even een marathon doen. Ziet dat er goed uit zeg!

zondag 6 april 2014

Legowelt - Crystal Cult 2080


Wie Danny 'Legowelt' Wolfers' output nog wil volgen mag diep in zijn beurs tasten. Buiten tien langspelers en zo'n dertig 12-inches in de aanbieding heeft de man uit Den Haag daarnaast zowat vijfentwintig pseudoniemen. Bijkomend probleem is dat bijkans al zijn werk ver boven de middelmaat uitstijgt. Geen beginnen aan, dus hou je het maar bij de tegenwoordig jaarlijkse langspeelworp.

Geen verrassing dat Crystal Cult 2080 (vernoemd naar de Roland JV2080-synth) weer eens niets dan onversneden kwaliteit te bieden heeft. Wie houdt van wazige klassieke analoge Detroit en Chicago house met Italo- en scifi-invloeden (en wie houdt daar niet van?) is bij hem altijd aan het juiste adres. Dat individuele nummers en vaak zelfs hele langspelers vaak inwisselbaar zijn maakt niks uit, want het is beter dat je goede muziek kunt inwisselen voor nog meer goede muziek dan dat je er een hoop ongeïnspireerde troep voor in de plaats krijgt. En Wolfers is altijd geïnspireerd, klinkt altijd warm en uitnodigend en na al die jaren slaagt zijn verbeelding er nog steeds in de elektronische utopie in dromerige en verleidelijke klanken om te zetten. Danny Wolfers is een held.

zaterdag 5 april 2014

Tobias - A Series of Shocks


Tobias Freund is een van die figuren die ondanks een hele carrière in de techno underground en enkele sporadische hits (herinner u de Robert Hood-imitatie 'Street Knowledge') nooit helemaal doorgebroken is. Hij werkte samen met Dandy Jack, Atom Heart, Ricardo Villalobos en Max Loderbauer (als NSI) en is als zodanig altijd wel een figuur op de achtergrond van het Duitse technowezen geweest, een man die eerder door zijn technische knowhow dan door zijn sprankelende composities naam heeft gemaakt. Zoek een foto van hem op en je ziet onmiddellijk dat hij met zijn gebeeldhouwde kop voor onberispelijke Germaanse Gründlichkeit staat.

A Series of Shocks, zijn tweede langspeler voor het aan Berghain geliëerde technoinstituut Ostgut Ton, is dan ook weer tot in de puntjes afgewerkt en biedt, nauwelijks verbazend, tien stukken tijdloze Duitse techno. Dat klassieke geluid vertaalt zich in Basic Channel eindeloosheid, allerlei variaties op acid, een altijd wel aanwezige tranceïnvloed en af en toe voorzichtige verwijzingen naar Kosmische. Als technoveteraan weet hij natuurlijk dat God in de details zit en dat hij zijn machines beheerst staat buiten kijf. Niettemin is het nooit echt mogelijk om zoiets als een Tobias Freund-geluid te ontwaren in deze nogal gezichtsloze verzameling functionele tracks.

In tegenstelling tot verwante geesten als Sandwell District en Matthew Jonson (op wiens Wagon Repair hij enkele platen heeft uitgebracht en die hier een duidelijke invloed is) zoek je hier vergeefs naar enig mysterie en gevoel. Deze muziek, die op zijn best als degelijk omschreven kan worden, zal ongetwijfeld op de duistere dansvloeren van Berghain, in de mix met gelijkaardige platen, best tot zijn recht komen. Maar om de geschiedenis in te gaan als een echte grote zal onze Freund toch veel harder zijn best moeten doen, want geen moment heb ik de in de titel aangekondigde schokken gehoord of gevoeld.

vrijdag 4 april 2014

Nick Land mag zich de laatste jaren dan in ideologisch zeer troebele neoreactionaire vaarwateren bevinden, een dommerik zal hij wel nooit worden. Ik zou hem zelfs schrikbarend intelligent durven noemen. Je mag hopen dat mensen als hij nooit ergens het beleid zullen bepalen. Hoewel ik vermoed dat door en door rationalistische denkers (hetgeen dan, van de weeromstuit, ook weer een vorm van politieke theologie is) van die strekking, die wars zijn van ook maar enige politiek correcte gedachte, vaker dan niet al een stem hebben in think tanks en adviesraden allerhande. Beter niet te weten welke contigency plans er klaar liggen voor de komende eeuw van ecologische, economische en geopolitieke rampen.

maandag 31 maart 2014

HTRK - Psychic 9-5 Club


De jongens en meisjes van vandaag zijn toch zo door en door triest. Als ik vertel dat HTRK (hetgeen staat voor HaTeRocK) zich ergens tussen The xx en Hype Williams in beweegt en dat Nicolas Winding Refn elk moment aan de telefoon kan hangen om HTRK voor zijn volgende soundtrack te kidnappen, dan weet je al genoeg. Welaan dan! HTRK grossiert in spaarzame melancholische synthminiatuurtjes die zich op hetzelfde zweverige tempo schier comateus voortslepen van letterlijk de eerste tot de laatste seconde van deze plaat. De sfeer is broeierig grootsteeds, smartphoneschermen zijn de lichtbron bij uitstek en er hangt een zweem van derdehands Anne Clark in de lucht. Het concept melodie is radicaal uit den boze. Met titels als 'Blue Sunshine', 'Love is Distraction' en 'Soul Sleep' en 'The Body You Deserve' begrijpen we dat het leven vervelend, doelloos en vol hersen- en relatiedodende technologie is. Er is geen hoop. We zijn allen eenzaam en een portie verveeld gedebiteerde anorexiepoëzie zal ons erdoor helpen. Ik mis hier een vette knipoog, een flinke scheut ironie en vooral afwisseling. Ik mis ambiguïteit en het mysterie van de verborgen diepte. Ik mis een schreeuw. Maar ik zal wel weer eens te veel vragen. Geeuw.

zondag 30 maart 2014

Le nouveau régime.

zaterdag 29 maart 2014

"De onzinnige vrees voor het socialisme drijft de bourgeois regelrecht in de armen van het despotisme."

Zal er ooit iemand geweest zijn die meer voorspellingen heeft gedaan die zijn uitgekomen dan Alexis de Tocqueville?

Evian Christ - Waterfall


Evian Christ heeft een single-sided 12-inch en nu twee ep's op zijn naam en alreeds wordt hij uitgeroepen tot de Great White Hope. We zullen zien, maar voorlopig verkies ik, zoals ik steeds met uitroepen doe, deze als enigszins overdreven te beschouwen. Het helpt natuurlijk dat hij samen met grote jongens als Daft Punk en HudMo (nog een aangekondigde revolutionair die maar een toonaard kent) aan Kanye Wests grotesk overroepen Yeezus heeft mogen meewerken.

Niet verbazend dan dat deze nog geen kwartier durende Waterfall klinkt alsof West hemzelve ieder moment een ondermaatse zelfverheerlijkende rap kan komen neerzetten over de massief gecomprimeerde beats en exploderende snaredrums. Overdonderende beats die de jongeman beurtelings overgiet met hyperactieve industriële collages, door trance geïnspireerde ambientinterludia en heel veel onbestemde duisternis.

Meteen is deze plaat symptomatisch voor wat er meestal op het kapotgehypete Tri Angle verschijnt. Het klinkt allemaal als een klok en niemand zal de muziek verwarren met triphopbrouwsels uit de jaren negentig. Maar dat betekent nog niet dat het muziek oplevert die je langer dan de beluistering zelf in je buurt wil dulden. Laat staan dat je ze een tweede keer door de luidsprekers wil laten knallen. Want de knal is het enige dat ik me na twee beluisteringen van deze Waterfall nog kan herinneren.

donderdag 27 maart 2014

Millie & Andrea - Drop the Vowels


Andy Stott kent u van de diepe bassen en de trager-dan-trage langspelers, Miles Whittaker van beroepsplunderaars Demdike Stare. Als de heren samen muziek maken verwacht je donkere Detroit techno met ritmisch het accent op de percussieve d&b-loops van dubstep en veel, liefst overstuurde, ultralage tonen. Drop the Vowels is in die zin voorspelbaar dat je net dat ook krijgt. Het duo gaat in de bpm-zone tussen drum&bass en dubstep aan de slag met het beste van de laatste twintig jaar aan elektronische muziek, met een lichte nadruk op de periode 1988-1992, toen tegelijk met de house- en technorevoluties in Detroit, New York en Chicago, de Engelsen voor het eerst experimenteerden met gebroken ritmes.

Die periode, net voor de stratosferische doorbraak van de drum&bass, toen de erfenissen van de Europese en Engelse electronica zich volop met reggae en hiphop liet aanlengen, met de mutatie als natuurlijke staat, roepen Stott en Whittaker hier op met tijdloze beatconstructies die tegelijk aan 4hero, Rustie, de jonge Jeff Mills, Mala en Mundo Muzique doen denken en zowel op Underground Resistance, Vinyl Solution, Metalheadz als het vroege R&S hadden kunnen uitkomen.

De heren stelen met andere woorden als de raven en geven geen ene ruk om originaliteit. Ze slagen er wellicht net daardoor moeiteloos in je geen moment te vervelen. Als je Whittakers drang naar het occulte daar nog bovenop gooit, is het gemakkelijk te begrijpen dat dit langspeeldebuut het zonlicht angstvallig mijdt. Dit is dan ook ultrafunctionele dansmuziek voor lichtschuwe, tot aan het plafond met transpirerende dansers gevulde kelders. Met slechts 41 minuutjes op de teller is dit bovendien ook een lekker gestroomlijnde, ontvette plaat, waar geen noot teveel op staat.

donderdag 13 maart 2014

Russell Haswell - 37 Minute Workout


Zevendertig minuten. Dat is, als je Russell Haswell een beetje kent, feitelijk al te lang. Ik heb de man ooit in Brussel een demonstratie van een kwartier horen geven en een mens die verstandig met zijn trommelvliezen en geestelijke gezondheid omspringt houdt het daarbij. Diagonal-baas Powell overtuigde de muziekbeul, eerder een geestesverwant van Hecker en Xenakis dan iemand met wiens muziek je de saturday night fever aanzwengelt, om zijn drumloze ultranoise voor een keer van beats te voorzien en het resultaat is ernaar.

In twaalf - gelukkig - korte nummers wast hij grondig je oren en je stresskop uit. De stukken mogen dan iets ritmischer zijn dan gewoonlijk, dat betekent nog niet dat Haswell hier de teugels niet laat vieren. Dus krijg je zevendertig minuten vaak ondraaglijk harde, pijnlijk intense en volslagen oncompromisloze lawaaistructuren door je oorkanalen gestuwd, waarbij het gebrek aan een beat wel het minst van je zorgen is.

Haswells muziek luister, of eerder onderga je, dan ook grotendeels om je lichamelijke en mentale uithoudingsvermogen te testen. Deuntjes als 'Blast Beats', 'Incalculable Harm' en 'Chaos Clapping' klinken gewoon als de titels beloven. Het laatste nummer belooft 'Convalescence' en is naar 's mans maatstaven dan ook ambient. Dat heb je na vijfendertig minuten van deze verschroeiende geluidstsunamis wel meer dan verdiend.

zondag 9 maart 2014

Ekoplekz - Unfidelity


Nick Edwards, die ooit als de invloedrijke blogger Gutterbreakz door het leven ging, is een buitenbeentje in Bristol. Waar anderen de term postdubstep vooral invullen door gewoon techno met extra bas en andere door de soundsystemcultuur geïnspireerde muziek te maken (dus feitelijk nog meer dubstep), heeft hij radicaal gekozen om de analoge tour op te gaan. In het verleden leverde dat vooral quasi onafgewerkte brokken pulserende industriële noise op, die hij dan ook nog eens op cassette uitbracht, liefst op labels du jour als Mordant Music, Public Information, Perc Trax en Punch Drunk. Meer street cred kan hij dan ook nog nauwelijks opdoen. Dat Unfidelity uitkomt op Mike Paradinas' Planet Mu is dan ook teken dat hij nu klaar is voor het grote werk.

Gelukkig is Edwards bij de promotie naar de Premier League van de electronische muziek niet vergeten waar zijn wortels liggen. Nog steeds klinkt Ekoplekz alsof hij voor eeuwig verhangen is aan het geluid van de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig. En dan vooral aan labels als het Mute van de beginjaren en Throbbing Gristle's Industrial. Dat een van de nummers genoemd is naar de vroeggestorven pionier 'Robert Rental' is dan ook geen toeval. Ook Ekoplekz' muziek zal nooit echt het zonnetje in huis worden. Geef hem maar de geur van roest en ander postindustriëel verval. Een lekkende kraan en een ingestort dak dat de regen doorlaat is hem liever dan blinkend design. De man voelt zich duidelijk meer op zijn gemak in een verlaten loods met een vloer van aangestampte aarde dan op een zomers strand. Tenzij er daar enkele smerige bunkers zouden zijn neergeplant en in de verte een strandjutter aangespoelde en halfvergane rommel bij elkaar schraapt.

Het enige feitelijke verschil met zijn vroegere werk is dat je nu iets meer structuur gewaarwordt en dat er vaker dan vroeger een beat te horen is. Edwards muziek moet het niet zozeer van emoties hebben, eerder van processen als overkokende chemicalieën en zachtjes aftakelende afgeschreven technologie. Een lenteplaat levert dat niet op, maar je kan er wel mee voort tot aan de volgende winter.

"it was like trying to write a book with Mr. Kurtz"

Ik raad iedereen aan het hoofdartikel van The London Review of Books over Julian Assange te lezen. Het gaat over de eindeloze en hopeloze pogingen van ghostwriter Andrew O'Hagan om een autobiografie van de Wikileaks-(cult)leider te schrijven. Ik denk dat ik zelden zo vaak tijdens het lezen van een artikel heb gedacht: "Jeezes, wat ben jij een hopeloze zeiker, man!" Zelden zo een compleet démasqué mogen aanschouwen.

Zoals zo vaak in deze tijden is het probleem van dat hele Wikileaks-verhaal dat de mensen die de surveillancemaatschappij bekritiseren uiteindelijk zelf ook verslaafd zijn aan mobieltjes, internetaccounts hacken, twitter wars en Google searches (vooral over zichzelf, dat spreekt). Het doet denken aan Naomi Klein die eerst het kapitalisme aanklaagt en vervolgens van zichzelf een logo maakt. As if we all must.

Wat me tijdens het lezen ook enorm tegen de borst stootte is het ongegeneerd in het rond smijten door Assange van containerbegrippen als vrijheid en moraal, alsof hij, een narcist if there ever was one, en zijn kornuiten die begrippen een nieuwe inhoud gaan geven door het vrijgeven van data. Ik denk dat we heel wat moreler en vrijer zouden zijn als we eens opnieuw de wereld en de medemens in de ogen zouden durven kijken in plaats van, zoals nu, ermee om te gaan als data. Bovendien bewijst niemand de vrijheid een dienst door zichzelf het centrum van het bekende universum te maken. Edward Snowden mag dan ongeveer hetzelfde voor mekaar gekregen hebben, maar je hebt toch zelden de indruk dat hij zich als het geweten van de wereld wil opwerpen. Hij wil vooral in de belangstelling blijven staan om niet voor de rest van zijn leven in een Amerikaanse cel weg te rotten.

Wat beide heren voor elkaar gekregen hebben is voornamelijk dat we nu weten dat regeringen liever niet weten wat ze allemaal uitspoken en dat iedereen dankzij de nieuwste technologie afgeluisterd en bespioneerd kan worden. Ze hebben met andere woorden open deuren ingetrapt. Alsof we allemaal sliepen en nu dankzij hen wakker geworden zijn. Wat beiden en hun medestanders niet schijnen te beseffen is de privacyparadox waar ze hopeloos in zijn verstrikt geraakt. Want als wij, burgers, het recht op privacy opeisen, kan je moeilijk verwachten dat de regering van eender welk land, ontelbare keren machtiger dan eender welk individu, dat zelfde recht niet zou willen opeisen. Hoe naïef is het te denken dat democratie en vrijheid automatisch betekenen dat de staat als zodanig volledig transparant zou willen zijn? Het is nog maar de vraag of dat laatste gewoon ook wenselijk is.

Wat het artikel ten overvloede en enigszins voorspelbaar aantoont is dat je het redden van de wereld en de mensheid beter niet overlaat aan onvolwassenen en andere mensen die de wereld alleen kennen van achter hun laptopscherm.

zaterdag 8 maart 2014

"Eigenlijk is elke politieke aanwending van Nietzsche een perversie van hetgeen hij onderwees. Niettemin is wat hij onderwees gelezen door politici en zij hebben zich daardoor laten inspireren. Hij is even weinig verantwoordelijk voor het fascisme als Rousseau dat is voor het jacobinisme. Maar dat betekent, omgekeerd, dat hij even verantwoordelijk is voor het fascisme als Rousseau dat is voor het jacobinisme."

- Leo Strauss, De Drie Golven van de Moderniteit.

In feite mogen we ons gelukkig prijzen dat we leven in tijden dat politici niet geletterd genoeg meer zijn om zich door filosofen te laten inspireren. Tegenwoordig is die beroepsklasse zo begripsarm dat ze zich enkel nog door cijferaars laat inspireren (het laatste woord is slecht gekozen, want feitelijk laten ze zich erdoor terroriseren). Ironie van de geschiedenis (en dus van het stukje tekst dat ik hierboven citeer) is wellicht dat de laatste keer dat dit is gebeurd het ons de Amerikaanse neo-conservatieven heeft opgeleverd, die zich hebben laten inspireren door een verkeerd begrip van wat Leo Strauss (en in mindere mate Alexandre Kojève) te zeggen had.

woensdag 5 maart 2014

RIP Alain Resnais en Robert Ashley

Je kan geen genie zijn zonder heel veel dingen verkeerd te doen. Daarom hou ik ook niet van al het werk van beide heren. Maar wie niet begrijpt dat Providence, L'Année Dernière à Marienbad en Mon Oncle d' Amérique geniale films zijn en niks kan met grensverleggende muziek als Purposeful Lady Slow Afternoon, Automatic Writing en Private Parts, die moet dringend een opleiding tot Mens volgen. Zowel Resnais als Ashley zouden beaamd hebben dat je hoe dan ook het diploma toch nooit kan behalen. Beiden waren jong in de tweede wereldoorlog en beleefden hun gloriejaren van de jaren vijftig tot de jaren zeventig van de vorige eeuw, waarschijnlijk de jaren die, achteraf gezien, het absolute spirituele en materiële hoogtepunt van de westerse wereld hebben betekend - een adempauze tussen de slachting van de nazi's en de overwinning van het satanskoppel Reagan en Thatcher, twee absolute dieptepunten van de beschaving. Mensen als Resnais en Ashley, met die innovatiedrang, dat soort verkenningslust, wars van alle taboes, en zo een enorme culturele bagage worden niet meer geboren, denk ik soms wel eens. Meestal ben ik daar gewoon zeker van.  

zondag 2 maart 2014

Je vraagt je af of dat lusteloze gevoel dat ons allen met de totale overwinning van het Kapitaal onvermoed in de nek is gevallen, niet voornamelijk te maken heeft met een zeer reële future shock. We zijn nu, na alle science-fiction voorspellingen, surreële verbeeldingen en nieuwe metafysica's, eindelijk tot die mate van technologische acceleratie gekomen dat wat een jaar geleden nog toekomstmuziek was nu realiteit wordt (lees: niet 'is'). Wat doet het met een mens om zijn verbeelding elke dag opnieuw bewaardheid te zien? Wat als voorheen gescheiden domeinen als Verbeelding en Realiteit gaan interpenetreren om uiteindelijk Een te worden? Die psychologische en fysiologische schokken kunnen niet meer op lange termijn bestudeerd worden, maar moeten in real time herkend, benoemd én genezen worden. Is de dualiteit ziekte en gezondheid dan nog een werkbare hypothese? Als iedereen ziek is, is niemand nog ziek.

We leven niet langer in een continu heden, maar in een continue toekomst. Het is al zo ver gevorderd dat we binnen afzienbare tijd cultureel niet meer achterom kunnen kijken, omdat we dan niet zeker meer zijn of we nog wel echt met het verleden te maken hebben. Dat verleden is immers de laatste tijd zo vaak en zo grondig gerecycleerd, ge-re-re-re-interpreteerd, geparodiëerd, gepasticheerd, vercampt en een enkele keer zelfs volledig restloos gekopieerd, dat het nu, nog voor er zich zoiets als een herinnering heeft kunnen vastzetten, meteen wordt opgeslorpt door de immer toekomende tijd. De tijd als een raket waarvan de uitlaat alles wat ervoor kwam verschroeit. Immer rücksichtlos vorwärts.

Dat belooft nog een spannend gevecht te worden: "Diersoort opgejaagd door technologie die zij zelf gecreëerd heeft. Uitkomst onzeker." Uit de graftombes van Baudrillard en Ballard stijgt hysterisch gelach op.

Rauwlust (1)

"The youth are so dull. They need a kick. I wish I could be that person that'd give them that kick. But I don't think that'll happen through music. I don't think music has that kind of power anymore."

Steeds die zelfde constatering, die ik ondertussen niet meer onder de mat van schroom en welvoeglijkheid wens te vegen: de jeugdige en jongvolwassenen mensen van tegenwoordig zullen zowat de eerste generatie in mensenheugenis zijn die collectief vervelender, braver, passiever, conformistischer en vooral - laat ik er niet omheen draaien - dommer (zeg maar gerust: stommer) is dan de vorige. Ze lijken wel zombies en ze zijn er vaak nog trots op ook. Het feit zelf is nog het ergste niet. Erger is dat het, ondanks elke mogelijke op rood springende indicator, zelfs niet gezegd mag worden, zonder dat er een of andere illuminé(e) ons komt vertellen dat het allemaal niet zo erg is. I beg to differ.

Ik weet niet wie er ooit op het idee gekomen is dat het uitvoeren van bepaalde (overigens poepsimpele) technologische handelingen (een Google search, het updaten van een Facebookprofiel, een app downloaden, het kunnen aanraken van een touchpad, het vliegensvlug opstellen van een sms in iets wat nog nauwelijks voor taal kan doorgaan, een blog aanmaken, een foto op het internet zetten) bijdraagt aan het opbouwen van een volwaardige menselijke persoonlijkheid. We kunnen met wat we nu weten wel stellen dat zij/hij dwaalde. Immers, wie niet meer moet nadenken om iets te verkrijgen, denkt effectief ook niet meer na. Wie niet meer nadenkt, wordt dommer. Ik wacht op degene die daar een speld wenst tussen te krijgen.

Nog erger is het feit dat het besmettelijk is. Vele mensen die niet tot deze generaties behoren beschouwen dit pseudo-leven blijkbaar als het voorbeeld waarnaar ze zich moeten modelleren. Ze schijnen te denken dat er zoiets bestaat als eeuwige jeugd en het aantal veertigers en vijftigers dat er bijloopt als skaters, hiphoppers, bergbeklimmers en Tomorrowlandbezoekers is dan ook niet meer te tellen. Ze kunnen allemaal niet wachten om hun hele leven met de wereld te delen (alsof ieders leven, dat nauwelijks verschilt van enig ander leven, ons zou interesseren) en te tonen dat ze oh zo emotioneel en betrokken zijn. Maar als ze drie minuten hun smartphone niet in de buurt hebben, blijkt dat ze het verleerd hebben om op een normale menselijke manier met elkaar om te gaan. Als er geen medium tussengeschakeld is, is er ineens niks meer om over te praten - behalve henzelf natuurlijk (IK ben daar OOK geweest, IK heb dat OOK gezien, IK ben OOK weer eens mee met het laatste en nieuwste). Maturiteit is een verre droom geworden en voor de meesten gewoon onmogelijk te bereiken. Ze zullen sterven als onnozele kinderen.

Laat ik ter afsluiting deze vervaarlijk aanzwellende tristesse even laten samenvatten door Johnny uit Naked:

"Was I bored? No, I wasn't fuckin' bored. I'm never bored. That's the trouble with everybody – you're all so bored. You've 'ad nature explained to you, and you're bored with it. You've 'ad the living body explained to you, and you're bored with it. You've 'ad the universe explained to you, and you're bored with it. So now you just want cheap thrills and like plenty of 'em, and it dun matter 'ow tawdry or vacuous they are as long as it's new, as long as it's new, as long as it flashes and fucking bleeps in forty different colours. Well, whatever else you can say about me, I'm not fuckin' bored."
"Who among us would even recognize perfection if we saw it?"

- Sam Tanenhaus

Optimo - Dark was the Night


In een tijd waar je dagelijks gemakkelijk tientallen nieuwe mixen kan streamen op en downloaden van het net lijkt de mix-cd een uitstervend en vaak overbodig genre. Komt nog bij dat de meeste dj-mixen meerdere beluisteringen niet kunnen doorstaan, meestal omdat ze binnen één genre blijven hangen en niet meer dan een showcase zijn voor de dj in kwestie, die het altijd nodig vindt om zijn eigen efemere plaatjes in de etalage te zetten. Voor zij die meer verwachten is daar gelukkig Optimo, het Schotse dj-duo dat om de zoveel tijd een klassieke mix op zilveren schijf met de wereld deelt.

Het tweetal heeft een schier encyclopedische muziekkennis en laat dat ook horen. Hoewel hun basis electronische dansmuziek in de breedste zin van die term is schrikken ze er nooit voor terug om postpunk, funk, disco, industrial, ambient, exotica, outsider muziek en zelfs gitaardeuntjes en spoken word uit allerlei tijdperken van de populaire muziek in hun sets te verwerken. Het gevolg is dat je succulente mixen als Walkabout, How to Kill the DJ [Part 2], Psyche Out, Sleepwalk en Fabric 52 jaren later nog kan beluisteren. Concurrentie hebben ze allang niet meer.

Je kan er van op aan dat ook Dark is the Night dat benijdenswaardige lot ten deel gaat vallen. De titel verklapt al dat de nieuwe mix op avontuur trekt door de duistere kwadranten van de electronica, hetgeen meteen duidelijk wordt als Liz Harris' Grouper met dreigende piano-ambient mag openen. Met nummers van het obscure new wave duo Jeff & Jane Hudson en de Detroitse minimal don Terrence Dixon komt de mix dan langzaam op gang, om pas bij Mike Dunns sinistere 'I Won't Hurt You' en de industriële techno van Robert Auser er de beuk in te gooien. Pivotaal punt in de mix is de minutenlange samensmelting van Byetone's schurende 'Plastic Star' met de losse herneming van Princes 'Sign of the Times' door Kode9 & The Space Ape.

Daarna verzeilen we in steeds lichtschuwer territorium met pikdonkere techno van Silent Servant en een waarlijk wondermooi nummer van Inigo Kennedy. Een noisy interludium van klankenneuker Hecker gekoppeld aan een exoticadeuntje van Nurse With Wound luidt dan het laatste deel van de mix in, waar helden als Carter Tutti, Like A Tim, Voigt & Voigt zo vlot in elkaar overvloeien dat je de overgangen amper opmerkt. Het wat vrolijker 'Mad Monks on Zinc', een door de heren van de vergetelheid geredde raveparel van Holy Ghost Inc, is zowat het enige lichtpuntje op de reis. Ze sluiten af met meer obscure wave van The Freeze en een cover van eeuwige favoriet 'Dream Baby Dream'.

En dan is het weer wachten op de volgende Optimo-mix.

zaterdag 1 maart 2014

Shackleton - Freezing Opening Thawing


Sam Shackleton klinkt nu al toen jaar als niemand anders en met elke nieuwe release blijft hij zijn ideosyncratische, op eindeloos geknede basmassa en oriëntaalse percussie gestoelde stijl aanscherpen, bijslijpen, verdiepen en verfijnen. Na het monsterlijk immense The Quiet Hour/The Drawbar Organ EPs-project zouden mindere goden in een dipje kunnen verzeilen. Het is het kenmerk van een groot en uniek artiest dat hij zelfs op een plaat die maar drie nummers bevat expansiever dan ooit voor de dag komt.

Dat de alomtegenwoordige percussie is gebleven zal niemand verbazen, maar het zomaar eventjes meer dan elf minuten in beslag nemende titelnummer gooit er ook nog ouderwetse ravebetekenaars en een urgent, haast extatische sfeertje overheen. Wie hierop kan dansen is na afloop enkele kilo's zweet kwijt. Je bent wat blij dat 'White Flower with Silvery Eye' daarna wat gas terugneemt en zich terugtrekt in de wat meditatievere rituele tempelpercussie die je meer gewoon bent van hem. Maar ook hier klinkt een gevoel van lichtheid en - ik durf amper te geloven dat ik dit met Shackleton associëer - blijheid door dat je op 's mans vorige platen nauwelijks tot helemaal niet terugvindt. Met afsluiter 'Silver Keys' gaat de intensiteit dan terug pieken, alweer door toegevoeging van nieuwe synthkleuren, die, dat mag duidelijk zijn, een nieuwe fase in het tot nu toe voornamelijk door grijswaarden en schaduwpartijen gekenmerkte basisgeluid inluiden. Zeke Cloughs in bijna fluoricerend groene levenskleuren aangeleverde artwork past dan ook uitstekend bij de muziek.

Alleen de echte groten slagen er moeiteloos in door eindeloos te variëren op een thema zich toch elke keer weer verder te ontwikkelen. Shackleton mag je alvast bijzetten in die galerij. Heidens goede plaat.

donderdag 27 februari 2014

patten - ESTOILE NAIANT


Eerlijk? Ik vind het altijd een beetje verdacht wanneer een artiest het van typografie moet hebben om indruk te maken. patten (naam met kleine letters, albumtitels met GROTE LETTERS) is het zoveelste Warpproduct dat speelt met schijnbaar ongestructureerde softwaresculpturen op een bedje van overgesatureerd geluidsdesign. Het verrassingseffect is daardoor ondertussen nihil en je vraagt je af of de kwaliteitscontrole bij Warp de laatste tijd nog wel bij de pinken is (Iemand de laatste drie jaar nog een goeie plaat van Hudson Mohawke gehoord?). Richtingwijzers heten hier Oneohtrix Point Never, Actress en Autechre in een moeilijke bui. Maar in tegenstelling tot de eerste ontbreekt hier de juiste hoeveelheid sympathieke camp, tot de tweede een portie emotionele intensiteit en tot de derde een werkethiek die op tijd de eigen onzin wegselecteert.

patten lijmt maar over elkaar struikelende ritmes, abstracte ambientsferen en andere stroperig vette klanken aan elkaar en hoopt dat de luisteraar uit het resulterende boeltje zijn eigen plaat kan reconstrueren. Maar om dat te bewerkstelligen moet je wel van heel goeden huize zijn en gewoon ook al veel langer meedraaien. Je moet, quoi, een reputatie hebben die het verdedigen waard is. Hij die wil deconstrueren moet eerst aantonen dat hij weet wat structuur betekent. In plaats van een vormeloze en richtingloze geluidsbrij als ESTOILE NAIANT met de wereld te delen zou patten, met of zonder hoofdletters, beter eerst eens bewijzen dat hij op zijn minst een gewoon goed nummer in elkaar kan flansen. Wraakroepende tijdverspilling.

maandag 24 februari 2014

Hardcore Trax : Dance Mania Records 1987-1995


Samen met iets bekendere namen als Trax en DJ International, die hits als 'Love Can't Turn Around' en 'Move Your Body' op het palmares hadden staan en zich beide konden laten voorstaan op de beste tracks van Larry 'Mr. Fingers' Heard, vormt het altijd meer underground gebleven Dance Mania het ultieme triumviraat van de Chicago house. Opgericht door Jesse Saunders, de man die met 'On and On' het eerste housenummer maakte, was het label onder Raymond Barney gedurende de jaren negentig het mekka voor de typische snelle en minimale ghetto- en bootyhouse. Momenteel is de koning van de ghetto house DJ Funk het opperhoofd, maar ondertussen is de typische Dance Mania-stijl al een tijdje geleden voorbijgesneld door de opkomst van de juke, beter bekend als footwork (een term die feitelijk meer verwijst naar de hyperactieve dansstijl waarvoor het de soundtrack is). Of Dance Mania ooit nog een zelfstandige kracht gaat worden (momenteel bestaat de output voornamelijk uit reissues van klassiekers) valt dus af te wachten, maar met deze uitgebreide staalkaart uit de eerste negen jaren valt op hoe rijk de geschiedenis van het label wel geweest is.

De eerste cd overloopt de beginfase van het label, toen pioniers als Marshall Jefferson (hier als Hercules), Farley 'Jackmaster' Funk (vertegenwoordig met überklassieker 'House Nation') en Lil' Louis (van wie je hier onbegrijpelijkerwijs noch 'The Original Video Clash', noch '7 Days of Peace' terugvindt), Armando en Terry Baldwin er het mooie weer maakten. Opvallend is dat in het werk van nu vergeten namen als Da Posse en Victor Romeo Chicago's ligging tussen Detroit en New York, waar respectievelijk de door electro vormgegeven techno en de door disco beïnvloede garage de dansvloer deden vol lopen, de producers van twee walletjes deed eten. Zowel de diepe, zwaar op emotie inzettende synthgeluiden van Detroit als de feestvocalen van de New Yorkse house vind je hier terug. Zo zouden 'Crazy Wild' van Club Style (Paul Johnson en Robert Armani in een voor de heren zeldzame mellow mood) en Vincent Floyds 'I Dream You' zo op Retroactive of een vroege Planet E hebben gekund, terwijl de nummers van Strong Soul en Da Posse even goed op Nu Groove of Strictly Rhythm verschenen hadden kunnen zijn. Zelfs toen al maakte het ondanks bepaalde niet te loochenen typische stadsgebonden stijlen nauwelijks uit waar je woonde. Iedereen wilde aan het nieuwe geluid en latere vastliggende territoria moesten nog ingenomen worden. Maar het geeft ook aan dat Dance Mania in tegenstelling tot de twee andere klassieke Chicago-instituten meer ruimte gaf om te experimenteren, naast het functionele en formulaïsche aspect van de producties, een van de redenen waarom het label het langer heeft uitgezongen dan de concurrentie. Zelfs Green Velvets in de tweede helft van de jaren negentig heersende Relief ging nog sneller overkop dan Dance Mania, dat het uiteindelijk tot 2000 uitzong, toen Trax allang aan de derde of vierde reissuegolf zat en er van DJ International sinds mensenheugnis niks meer vernomen was.

Vanaf cd 2 gaat het deksel er dan af. Nieuwe namen als DJ Funk, Paul Johnson, Parris Mitchell,Tim Harper, Robert Armani, DJ Deeon en Eric Martin (dat andere helden als DJ Rush, DJ Milton, DJ Slugo en Traxmen hier ontbreken bewijst de weelde aan beschikbaar materiaal) gooien de beuk erin met repetitieve, minimalistische en meestal ook veel snellere nummers, die vooral bedoeld zijn om vliegensvlug aan elkaar gemixt te worden in hun eigen dj-sets en zelfs nu een blijvende invloed hebben op de dansvloeren aller landen. Je kan je de verwoestende dj-sets van Jeff Mills en Dave Clarke en een label als Djax-up Beats amper inbeelden zonder deze muziekstijl. Schuttingstaal en vrouwonvriendelijke praat (het regent mothafuckas, hoes, bitchas en big dicks) en vaak overbekende gerecycleerde samples en kinderrijmpjes vieren hoogtij en het is dan ook niet verbazingwekkend dat het voornamelijk deze periode uit de geschiedenis van het label is die men zich herinnert. Geen mens die dan ook gaat ontkennen dat Armani's nog steeds hysterische 'Ambulance', Paul Johnsons dwingende 'Feel My M.F. Bass' en DJ Deeons hitsige 'Da Bomb' geen tumult op eender welke dansvloer gaan veroorzaken. Hetgeen nog eens ten overvloede aantoont dat het bij electronische dansmuziek vaker dan niet loont om het oersimpel te houden.

Iedere liefhebber van het label mist op deze slechts vierentwintig nummers tellende compilatie zijn hoogstpersoonlijke klassiekers (ondergetekende bijvoorbeeld gegarandeerde heupen- en bekkenschudders als 'Work That Body', 'Fuck That Pussy', 'Let Me See Your Butterfly' of Tyree's 'Big Booty Girls; en Lil' Louis' afwezigheid is om welke reden dan ook een regelrechte schande) en misschien is 1995 een wat arbitraire datum om mee af te sluiten. Maar dat is detailkritiek, zeker als je weet dat het aantal releases tegen het einde aan de driehonderd benaderde. Trax en DJ International mogen zich gelukkig prijzen als ze in de toekomst zo'n mooi eerbetoon ten deel valt als deze Hardcore Trax.

zondag 23 februari 2014

Leyland Kirby - Breaks My Heart Each Time


Ha, Leyland Kirby! Het is een moedig man met evenveel levens als een kat die Kirby's discografie door en door kent. Na als V/Vm de Pierre Menard van de Engelse ravegeschiedenis vertolkt te hebben, waarbij hij zowat elke electronische muziekstijl van italo en Praga Khan tot en met Aphex Twin en happy hardcore aan zijn degen rijgde, deed hij (en doet hij nog steeds) als The Caretaker zijn deel als een van de aanstekers van de zogenaamde hauntology-beweging, jongens en meisjes (maar toch vooral jongens) die maar niet genoeg kunnen krijgen van het geluid van taperuis en andere halfvergane muziekbronnen en een fetisch ontwikkeld hebben voor library music en tv-series en bedrijfsfilms uit de jaren zestig. Evenmin is hij te beroerd om met een varkensmasker op zijn kop een heliumversie van 'It's a Beautiful Day' met het dansende publiek te delen. Ik zal daar maar stoppen, want Kirby's output en pseudoniemenlust is werkelijk te immens om verstandelijk te vatten, laat staan dat je de tijd zou hebben om al dat spul ook daadwerkelijk te beluisteren (hoofdwerk Theoretically Retrograde Amnesia alleen al telt zes cd's, met een gratis te downloaden bonuscd als extraatje).

Deze ep op Apollo, het ambient sublabel van R&S, is eigenlijk een mooie samenvatting van waar de man doorheen zijn carrière mee bezig is geweest: imitatie, herinnering en vergetelheid. Vaker dan niet klinkt Kirby's muziek alsof er een membraan tussen de klanken en de luisteraar is gespannen. Je vermoedt dat er achter de sluier iets muzikaals bloeit, maar alles blijft uiteindelijk ongrijpbaar en flou. Het klinkt te verzadigd om naar te luisteren, maar geen mens die het in zijn hoofd haalt om erop te dansen. Wat wel altijd onmiddellijk naar voren treedt is de peilloos diepe melancholie waarin elke klank is gedrenkt. Waar iemand als Kode9 het verleden gebruiken om steeds nieuwe permutaties te distilleren, lijkt Kirby's werk één grote uitdrukking van nostalgie en spijt, een op voorhand tot mislukking gedoemde poging om terug te grijpen naar een verleden dat onherroepelijk voorbij is. Kirby als strandjutter van de muziekgeschiedenis, de W.G. Sebald van het hardcore continuum.

Een titel als 'Diminishing Emotion' slaat de nagel dan ook perfect op de kop. Na de eerste sublieme high is het plezier al verloren. Je kan immers niet twee keer in dezelfde rivier stappen. Op Breaks My Heart Each Time maakt hij in vier nummers korte metten met de Artificial Intelligence-beweging die door knakkers als Black Dog, Autechre, Reload en de Aphex Twin van Polygon Window en Selected Ambient Works Vol. 2 op gang werd getrokken. Door de typische ultrahoge fidelity komt hij trouwens vaak vervaarlijk dicht in de buurt van wat de producers uit het vaporwave-universum proberen te doen. Net als James Ferraro en Internet Club speelt hij op haast onverschillige wijze met typische betekenaars en maniërismen uit rave, ambient en house. In die zin is de plaat een mooie metafoor voor de almaar doorrazende muzikale pseudoprogressie die we nog elke dag te verwerken krijgen. Het is allemaal kundig gemaakt en klinkt als een klok, maar het kan je in laatste instantie geen ruk schelen (zie ook het schoolvoorbeeld van de great pretender, Kanye West).

Dat daar ook problemen aan verbonden zijn voor de beleving is evident. Het is immers één zaak om met open mond te constateren hoe minutieus iemand de sfeer van een bepaald tijdperk kan oproepen. Een andere is om daar dan ook langer dan de tijdsduur van het uitzitten van de nummers in kwestie werkelijk van te kunnen genieten. Laat staan dat je je een half uur daarna nog iets van zou herinneren. Maar je vermoedt dat net dat juist de bedoeling geweest is.
"There is no progress. The world changes materially. Science makes advances in technology and understanding. But the world of humanity doesn't change. We are just like the caveman who makes a tool out of a flint, a tool for survival, but also a deadly weapon: we haven't changed at all. In music there are new things, synthesizers, tape, recorders, etcetera, but we still have our sensibilities, our ears, the old harmonic structures in our heads. We're still born do-re-mi."

- Pierre Schaeffer
"God doesn't say exactly from which type of molecules he makes the beautiful colours of a cloud. I feel we should do the same: conceal cause and effect, in order to obtain a fantastic phenomenon, which would be as beautiful as possible. It's like an invasion of beauty. I think it's a type of joy, of special joy. It can be a mystic joy."

- Horatiu Radulescu

zaterdag 22 februari 2014

Wie denkt dat het Europese en Angelsaksische commentaardom absolute debielen de kans geeft om hun vooroordelen en andere dommigheden tentoon te spreiden, moet zich maar eens naar de commentaren op Al Jazeera begeven. Dat is nog wel van een ander, voornamelijk treuriger niveau, vooral dan als het over vrouwen en Joden gaat. Soms denk je dat het met de Islamitische wereld nooit meer goed gaat komen. En dan denk ik dat je nog blij mag zijn dat je geen woord Arabisch verstaat. Griezelig gewoon.
Het moge duidelijk zijn. Vanaf heden op de Zijlijn opnieuw platenrecensies en andere muziekgerelateerde tekst. Ik mik op één stuk per dag. Never aim too low, immers.

Neneh Cherry - Blank Project


Wie had er ooit gedacht dat we nog een soloplaat van Neneh Cherry in onze schoot geworpen gingen krijgen? Alleen bijna-veertigers herinneren zich nog de gloriedagen van 'Manchild' en 'Buffalo Stance', laat staan dat een enkeling nog weet dat ze in haar wilde tienerjaren met punkfunkers Rip, Rig & Panic en On-U Sound-acolieten The New Age Steppers vroege bijdragen leverde aan de Bristol-scene die later Massive Attack, Tricky en Portishead zou baren. Een tijd geleden stapte de stiefdochter van jazzgrootheid Don gedeeltelijk terug in de spotlichten door haar samenwerking met de Zweedse jazzkrachtpatsers van The Thing en nu is er dus een echte nieuwe plaat, geproduceerd door Kieran Hebden van Four Tet. En nee, de legendarische klefheid van haar jaren later nog steeds wraakroepende samenwerking met Youssou N'Dour (beaucoup de sentiments, weet je wel) is gelukkig nergens te bekennen.

Of ze met Blank Project in deze tijden waar pop toch vooral aan vulgariteit gelijk staat opnieuw de toppen van hitparades aller landen gaat beklimmen valt te betwijfelen. Maar ze klinkt, alleen al door haar uit duizend herkenbare stem, die nog meer dan vroeger rebelse kracht en bluesy kwetsbaarheid combineert, wel alsof ze nooit is weggeweest. Daarbij wordt ze geholpen door de jongens van Rocketnumbernine (vaste gasten op Four Tets Text label), die handig manoeuvreren tussen hippe UK bass music, alternatieve rock en een snuif percussieve jazz en een Hebden die gelukkig nooit Cherry's unieke stemgeluid naar de achtergrond verdringt. Hetgeen de facto betekent dat ze tegenwoordig klinkt als Tricky die zijn nachtmerries heeft thuis gelaten.  

Tekstueel neigt Cherry in 2014 naar het persoonlijke. De wereldverbeteraar in haar bestaat misschien nog wel, maar ze voelt zich niet geroepen om die ook op plaat in de strijd te gooien. De meeste liedjes lijken dan ook gericht aan een niet genoemde liefde, terwijl de rest mediteert over haar eigen persoonlijkheid en - zoals zo vaak bij Cherry - wat het betekent een vrouw te zijn. Belangrijker nog is dat het lijkt alsof ze de luisteraar direct aanspreekt, hetgeen van Blank Project ondanks de ritme- en tempovariaties een intieme plaat maakt.

Het enige enigszins curieuze aan deze plaat is de samenwerking met de Zweedse pop light chanteuse Robyn, waarvan de meerwaarde nooit helemaal duidelijk wordt. Maar dat is nauwelijks een smet op deze welgekomen comeback.