donderdag 27 februari 2014

patten - ESTOILE NAIANT


Eerlijk? Ik vind het altijd een beetje verdacht wanneer een artiest het van typografie moet hebben om indruk te maken. patten (naam met kleine letters, albumtitels met GROTE LETTERS) is het zoveelste Warpproduct dat speelt met schijnbaar ongestructureerde softwaresculpturen op een bedje van overgesatureerd geluidsdesign. Het verrassingseffect is daardoor ondertussen nihil en je vraagt je af of de kwaliteitscontrole bij Warp de laatste tijd nog wel bij de pinken is (Iemand de laatste drie jaar nog een goeie plaat van Hudson Mohawke gehoord?). Richtingwijzers heten hier Oneohtrix Point Never, Actress en Autechre in een moeilijke bui. Maar in tegenstelling tot de eerste ontbreekt hier de juiste hoeveelheid sympathieke camp, tot de tweede een portie emotionele intensiteit en tot de derde een werkethiek die op tijd de eigen onzin wegselecteert.

patten lijmt maar over elkaar struikelende ritmes, abstracte ambientsferen en andere stroperig vette klanken aan elkaar en hoopt dat de luisteraar uit het resulterende boeltje zijn eigen plaat kan reconstrueren. Maar om dat te bewerkstelligen moet je wel van heel goeden huize zijn en gewoon ook al veel langer meedraaien. Je moet, quoi, een reputatie hebben die het verdedigen waard is. Hij die wil deconstrueren moet eerst aantonen dat hij weet wat structuur betekent. In plaats van een vormeloze en richtingloze geluidsbrij als ESTOILE NAIANT met de wereld te delen zou patten, met of zonder hoofdletters, beter eerst eens bewijzen dat hij op zijn minst een gewoon goed nummer in elkaar kan flansen. Wraakroepende tijdverspilling.

maandag 24 februari 2014

Hardcore Trax : Dance Mania Records 1987-1995


Samen met iets bekendere namen als Trax en DJ International, die hits als 'Love Can't Turn Around' en 'Move Your Body' op het palmares hadden staan en zich beide konden laten voorstaan op de beste tracks van Larry 'Mr. Fingers' Heard, vormt het altijd meer underground gebleven Dance Mania het ultieme triumviraat van de Chicago house. Opgericht door Jesse Saunders, de man die met 'On and On' het eerste housenummer maakte, was het label onder Raymond Barney gedurende de jaren negentig het mekka voor de typische snelle en minimale ghetto- en bootyhouse. Momenteel is de koning van de ghetto house DJ Funk het opperhoofd, maar ondertussen is de typische Dance Mania-stijl al een tijdje geleden voorbijgesneld door de opkomst van de juke, beter bekend als footwork (een term die feitelijk meer verwijst naar de hyperactieve dansstijl waarvoor het de soundtrack is). Of Dance Mania ooit nog een zelfstandige kracht gaat worden (momenteel bestaat de output voornamelijk uit reissues van klassiekers) valt dus af te wachten, maar met deze uitgebreide staalkaart uit de eerste negen jaren valt op hoe rijk de geschiedenis van het label wel geweest is.

De eerste cd overloopt de beginfase van het label, toen pioniers als Marshall Jefferson (hier als Hercules), Farley 'Jackmaster' Funk (vertegenwoordig met überklassieker 'House Nation') en Lil' Louis (van wie je hier onbegrijpelijkerwijs noch 'The Original Video Clash', noch '7 Days of Peace' terugvindt), Armando en Terry Baldwin er het mooie weer maakten. Opvallend is dat in het werk van nu vergeten namen als Da Posse en Victor Romeo Chicago's ligging tussen Detroit en New York, waar respectievelijk de door electro vormgegeven techno en de door disco beïnvloede garage de dansvloer deden vol lopen, de producers van twee walletjes deed eten. Zowel de diepe, zwaar op emotie inzettende synthgeluiden van Detroit als de feestvocalen van de New Yorkse house vind je hier terug. Zo zouden 'Crazy Wild' van Club Style (Paul Johnson en Robert Armani in een voor de heren zeldzame mellow mood) en Vincent Floyds 'I Dream You' zo op Retroactive of een vroege Planet E hebben gekund, terwijl de nummers van Strong Soul en Da Posse even goed op Nu Groove of Strictly Rhythm verschenen hadden kunnen zijn. Zelfs toen al maakte het ondanks bepaalde niet te loochenen typische stadsgebonden stijlen nauwelijks uit waar je woonde. Iedereen wilde aan het nieuwe geluid en latere vastliggende territoria moesten nog ingenomen worden. Maar het geeft ook aan dat Dance Mania in tegenstelling tot de twee andere klassieke Chicago-instituten meer ruimte gaf om te experimenteren, naast het functionele en formulaïsche aspect van de producties, een van de redenen waarom het label het langer heeft uitgezongen dan de concurrentie. Zelfs Green Velvets in de tweede helft van de jaren negentig heersende Relief ging nog sneller overkop dan Dance Mania, dat het uiteindelijk tot 2000 uitzong, toen Trax allang aan de derde of vierde reissuegolf zat en er van DJ International sinds mensenheugnis niks meer vernomen was.

Vanaf cd 2 gaat het deksel er dan af. Nieuwe namen als DJ Funk, Paul Johnson, Parris Mitchell,Tim Harper, Robert Armani, DJ Deeon en Eric Martin (dat andere helden als DJ Rush, DJ Milton, DJ Slugo en Traxmen hier ontbreken bewijst de weelde aan beschikbaar materiaal) gooien de beuk erin met repetitieve, minimalistische en meestal ook veel snellere nummers, die vooral bedoeld zijn om vliegensvlug aan elkaar gemixt te worden in hun eigen dj-sets en zelfs nu een blijvende invloed hebben op de dansvloeren aller landen. Je kan je de verwoestende dj-sets van Jeff Mills en Dave Clarke en een label als Djax-up Beats amper inbeelden zonder deze muziekstijl. Schuttingstaal en vrouwonvriendelijke praat (het regent mothafuckas, hoes, bitchas en big dicks) en vaak overbekende gerecycleerde samples en kinderrijmpjes vieren hoogtij en het is dan ook niet verbazingwekkend dat het voornamelijk deze periode uit de geschiedenis van het label is die men zich herinnert. Geen mens die dan ook gaat ontkennen dat Armani's nog steeds hysterische 'Ambulance', Paul Johnsons dwingende 'Feel My M.F. Bass' en DJ Deeons hitsige 'Da Bomb' geen tumult op eender welke dansvloer gaan veroorzaken. Hetgeen nog eens ten overvloede aantoont dat het bij electronische dansmuziek vaker dan niet loont om het oersimpel te houden.

Iedere liefhebber van het label mist op deze slechts vierentwintig nummers tellende compilatie zijn hoogstpersoonlijke klassiekers (ondergetekende bijvoorbeeld gegarandeerde heupen- en bekkenschudders als 'Work That Body', 'Fuck That Pussy', 'Let Me See Your Butterfly' of Tyree's 'Big Booty Girls; en Lil' Louis' afwezigheid is om welke reden dan ook een regelrechte schande) en misschien is 1995 een wat arbitraire datum om mee af te sluiten. Maar dat is detailkritiek, zeker als je weet dat het aantal releases tegen het einde aan de driehonderd benaderde. Trax en DJ International mogen zich gelukkig prijzen als ze in de toekomst zo'n mooi eerbetoon ten deel valt als deze Hardcore Trax.

zondag 23 februari 2014

Leyland Kirby - Breaks My Heart Each Time


Ha, Leyland Kirby! Het is een moedig man met evenveel levens als een kat die Kirby's discografie door en door kent. Na als V/Vm de Pierre Menard van de Engelse ravegeschiedenis vertolkt te hebben, waarbij hij zowat elke electronische muziekstijl van italo en Praga Khan tot en met Aphex Twin en happy hardcore aan zijn degen rijgde, deed hij (en doet hij nog steeds) als The Caretaker zijn deel als een van de aanstekers van de zogenaamde hauntology-beweging, jongens en meisjes (maar toch vooral jongens) die maar niet genoeg kunnen krijgen van het geluid van taperuis en andere halfvergane muziekbronnen en een fetisch ontwikkeld hebben voor library music en tv-series en bedrijfsfilms uit de jaren zestig. Evenmin is hij te beroerd om met een varkensmasker op zijn kop een heliumversie van 'It's a Beautiful Day' met het dansende publiek te delen. Ik zal daar maar stoppen, want Kirby's output en pseudoniemenlust is werkelijk te immens om verstandelijk te vatten, laat staan dat je de tijd zou hebben om al dat spul ook daadwerkelijk te beluisteren (hoofdwerk Theoretically Retrograde Amnesia alleen al telt zes cd's, met een gratis te downloaden bonuscd als extraatje).

Deze ep op Apollo, het ambient sublabel van R&S, is eigenlijk een mooie samenvatting van waar de man doorheen zijn carrière mee bezig is geweest: imitatie, herinnering en vergetelheid. Vaker dan niet klinkt Kirby's muziek alsof er een membraan tussen de klanken en de luisteraar is gespannen. Je vermoedt dat er achter de sluier iets muzikaals bloeit, maar alles blijft uiteindelijk ongrijpbaar en flou. Het klinkt te verzadigd om naar te luisteren, maar geen mens die het in zijn hoofd haalt om erop te dansen. Wat wel altijd onmiddellijk naar voren treedt is de peilloos diepe melancholie waarin elke klank is gedrenkt. Waar iemand als Kode9 het verleden gebruiken om steeds nieuwe permutaties te distilleren, lijkt Kirby's werk één grote uitdrukking van nostalgie en spijt, een op voorhand tot mislukking gedoemde poging om terug te grijpen naar een verleden dat onherroepelijk voorbij is. Kirby als strandjutter van de muziekgeschiedenis, de W.G. Sebald van het hardcore continuum.

Een titel als 'Diminishing Emotion' slaat de nagel dan ook perfect op de kop. Na de eerste sublieme high is het plezier al verloren. Je kan immers niet twee keer in dezelfde rivier stappen. Op Breaks My Heart Each Time maakt hij in vier nummers korte metten met de Artificial Intelligence-beweging die door knakkers als Black Dog, Autechre, Reload en de Aphex Twin van Polygon Window en Selected Ambient Works Vol. 2 op gang werd getrokken. Door de typische ultrahoge fidelity komt hij trouwens vaak vervaarlijk dicht in de buurt van wat de producers uit het vaporwave-universum proberen te doen. Net als James Ferraro en Internet Club speelt hij op haast onverschillige wijze met typische betekenaars en maniërismen uit rave, ambient en house. In die zin is de plaat een mooie metafoor voor de almaar doorrazende muzikale pseudoprogressie die we nog elke dag te verwerken krijgen. Het is allemaal kundig gemaakt en klinkt als een klok, maar het kan je in laatste instantie geen ruk schelen (zie ook het schoolvoorbeeld van de great pretender, Kanye West).

Dat daar ook problemen aan verbonden zijn voor de beleving is evident. Het is immers één zaak om met open mond te constateren hoe minutieus iemand de sfeer van een bepaald tijdperk kan oproepen. Een andere is om daar dan ook langer dan de tijdsduur van het uitzitten van de nummers in kwestie werkelijk van te kunnen genieten. Laat staan dat je je een half uur daarna nog iets van zou herinneren. Maar je vermoedt dat net dat juist de bedoeling geweest is.
"There is no progress. The world changes materially. Science makes advances in technology and understanding. But the world of humanity doesn't change. We are just like the caveman who makes a tool out of a flint, a tool for survival, but also a deadly weapon: we haven't changed at all. In music there are new things, synthesizers, tape, recorders, etcetera, but we still have our sensibilities, our ears, the old harmonic structures in our heads. We're still born do-re-mi."

- Pierre Schaeffer
"God doesn't say exactly from which type of molecules he makes the beautiful colours of a cloud. I feel we should do the same: conceal cause and effect, in order to obtain a fantastic phenomenon, which would be as beautiful as possible. It's like an invasion of beauty. I think it's a type of joy, of special joy. It can be a mystic joy."

- Horatiu Radulescu

zaterdag 22 februari 2014

Wie denkt dat het Europese en Angelsaksische commentaardom absolute debielen de kans geeft om hun vooroordelen en andere dommigheden tentoon te spreiden, moet zich maar eens naar de commentaren op Al Jazeera begeven. Dat is nog wel van een ander, voornamelijk treuriger niveau, vooral dan als het over vrouwen en Joden gaat. Soms denk je dat het met de Islamitische wereld nooit meer goed gaat komen. En dan denk ik dat je nog blij mag zijn dat je geen woord Arabisch verstaat. Griezelig gewoon.
Het moge duidelijk zijn. Vanaf heden op de Zijlijn opnieuw platenrecensies en andere muziekgerelateerde tekst. Ik mik op één stuk per dag. Never aim too low, immers.

Neneh Cherry - Blank Project


Wie had er ooit gedacht dat we nog een soloplaat van Neneh Cherry in onze schoot geworpen gingen krijgen? Alleen bijna-veertigers herinneren zich nog de gloriedagen van 'Manchild' en 'Buffalo Stance', laat staan dat een enkeling nog weet dat ze in haar wilde tienerjaren met punkfunkers Rip, Rig & Panic en On-U Sound-acolieten The New Age Steppers vroege bijdragen leverde aan de Bristol-scene die later Massive Attack, Tricky en Portishead zou baren. Een tijd geleden stapte de stiefdochter van jazzgrootheid Don gedeeltelijk terug in de spotlichten door haar samenwerking met de Zweedse jazzkrachtpatsers van The Thing en nu is er dus een echte nieuwe plaat, geproduceerd door Kieran Hebden van Four Tet. En nee, de legendarische klefheid van haar jaren later nog steeds wraakroepende samenwerking met Youssou N'Dour (beaucoup de sentiments, weet je wel) is gelukkig nergens te bekennen.

Of ze met Blank Project in deze tijden waar pop toch vooral aan vulgariteit gelijk staat opnieuw de toppen van hitparades aller landen gaat beklimmen valt te betwijfelen. Maar ze klinkt, alleen al door haar uit duizend herkenbare stem, die nog meer dan vroeger rebelse kracht en bluesy kwetsbaarheid combineert, wel alsof ze nooit is weggeweest. Daarbij wordt ze geholpen door de jongens van Rocketnumbernine (vaste gasten op Four Tets Text label), die handig manoeuvreren tussen hippe UK bass music, alternatieve rock en een snuif percussieve jazz en een Hebden die gelukkig nooit Cherry's unieke stemgeluid naar de achtergrond verdringt. Hetgeen de facto betekent dat ze tegenwoordig klinkt als Tricky die zijn nachtmerries heeft thuis gelaten.  

Tekstueel neigt Cherry in 2014 naar het persoonlijke. De wereldverbeteraar in haar bestaat misschien nog wel, maar ze voelt zich niet geroepen om die ook op plaat in de strijd te gooien. De meeste liedjes lijken dan ook gericht aan een niet genoemde liefde, terwijl de rest mediteert over haar eigen persoonlijkheid en - zoals zo vaak bij Cherry - wat het betekent een vrouw te zijn. Belangrijker nog is dat het lijkt alsof ze de luisteraar direct aanspreekt, hetgeen van Blank Project ondanks de ritme- en tempovariaties een intieme plaat maakt.

Het enige enigszins curieuze aan deze plaat is de samenwerking met de Zweedse pop light chanteuse Robyn, waarvan de meerwaarde nooit helemaal duidelijk wordt. Maar dat is nauwelijks een smet op deze welgekomen comeback.

vrijdag 21 februari 2014

Untold - Black Light Spiral


Is er leven na dubstep? Nu is Untold nooit een echte dubstepper geweest in de zin van genrebepalende topspelers als Skream en Mala. De man die - men vergeet dat wel eens - James Blake aan de wereld schonk (en hem daarna al even snel liet gaan toen die per se zijn amechtige en droeve liedjes met een groter publiek wilde delen) en het spaarzaam uitbrengende Hemlock bestiert, doet al jaren zijn eigen ding in het immer uitdeinende hardcore continuum. Zijn in steen gebeitelde Change in a Dynamic Environment-trilogie kon je zelfs enkel pure techno noemen, zij het van de meest oppressieve en dreigende soort. Natuurlijk wist je op voorhand dat ook op 's mans eerste langspeler tonnen bas de hoofdrol gingen kapen. Maar dat de zuurstof zo schaars zou zijn als op Black Light Spiral komt niettemin nog aan als een verrassing.

Wie op basis van een titel als 'Sing a Love Song' vrolijk steppende deuntjes verwacht is er aan voor de moeite. Untold graaft op zijn eersteling zo diep dat na enkele seconden het licht al snel alleen nog een herinnering is. De beats, die afwisselend gesyncopeerd en onder vierkwartsregime op je afgevuurd worden, zijn zonder uitzondering topzwaar en de atmosfeer is ronduit verstikkend. De tekst van het voornoemde 'Sing a Love Song' wordt al snel verhaspeld tot iets dat als "This is not a love song" klinkt en het half vrolijke piano-intermezzo in dat nummer is zowat het enige geluid op Black Light Spiral dat in de buurt komt van een majeurtoon. Voor de rest mag je hier eerder doodsklokken en sirenes die een nakend bombardement aankondigen verwachten. Wat ooit samples van reggae mc's waren klinken hier als het ijzige gegil van Prurient op een zwarte dag, of als een Luke Slater die met een knoert van een rothumeur de studio is ingedoken en met een alternatieve soundtrack voor Aliens voor de dag - de term is slecht gekozen - komt. Als afsluiter 'Ions' plotseling is afgelopen lijkt het alsof er net een kogeltrein rakelings langs je oren is voorbijgeschoten. Je wilt dan even geen muziek meer horen.

Black Light Spiral is als een overmachtig leger dat met niets ontziend  geweld over de vijand walst en achteraf de door louter toeval niet gesneuvelde verslagenen alsnog over de kling jaagt. Kwestie van de raven ook iets te gunnen.

zondag 16 februari 2014