dinsdag 13 november 2012

Ik heb de gewoonte ontwikkeld, als ik een boek van een bepaalde schrijver heb gelezen dat me op een of andere manier uitzonderlijk bevalt, om dan ook zo snel mogelijk zo veel mogelijk andere boeken van diezelfde schrijver te lezen, al was het alleen maar opdat het enthousiasme dat je voor dat ene boek voelde te kunnen laten doorwerken in de volgende boeken die je leest. Het mooie is dan dat je vaker dan niet uit je comfortzone wordt gehaald. Daarmee wil ik zeggen dat je daardoor ook boeken leest die je normaal qua thema, onderwerp of stijl niet zou lezen.

Dat gebeurt momenteel met de boeken van Paul Auster. Hoewel ik niet ongelooflijk onder de indruk ben van Austers The New York Trilogy (Ik vind dat hij bepaalde stukken van de drie verhalen te veel in het ongewisse laat en aan in principe boeiende premissen en ideeën moeilijk een voldoening schenkend einde kan breien. Hoewel dat allemaal de bedoeling kan zijn, zal hij daardoor momenteel nooit een van mijn favoriete schrijvers worden, denk ik, eerder een middenmoter.), heb ik de drie boeken wel in een paar dagen uitgelezen omdat de aperte verwijzingen naar Maurice Blanchot en Borges voor mij aan de leeservaring net dat beetje extra gaven en de intriges geheel in de lijn van mijn favoriete thema's liggen (metafysica, metafictie, mysterie en duisternis, dubbelgangers, mensen die ten onder gaan aan het leven in hun eigen hoofd, etc...) Laat ik besluiten met te zeggen dat Auster in The New York Trilogy naar voren komt als een Blanchot of Borges light. Hetgeen verre van slecht is, maar niet goed genoeg om 's mans boeken ook daadwerkelijk aan te schaffen.

Niettemin ben ik dan vandaag maar begonnen in Man in the Dark, dat bijna twintig jaar later geschreven is en, hoewel het bijna onvermijdelijk aanverwante thema's bevat (het gaat hier tenslotte om dezelfde schrijver), bijna science fiction is - er zit een beetje van Philip Dick in, en dus in de verte ook weer een beetje Borges. En dat boek heeft me de laatste uren al een paar keer tranen doen verbijten omdat de situaties en levensverhalen die erin verhaald worden zo herkenbaar diepmenselijk en onnoemelijk treurig zijn.

Hoe je het ook draait of keert, het komt er uiteindelijk toch altijd op neer dat, wat je ook onderneemt, hoe stoer je jezelf ook voordoet, hoeveel succes je ook boekt, hoezeer je ook je dromen tot realiteit maakt, hoe optimistisch je het leven ook tegemoet treedt, hoe hard je ook je best doet om te houden van anderen en jezelf met de wereld te delen, hoe vaak je de rug weer recht of opstaat nadat je weer eens met je smoel tegen de vlakte bent gegaan, dit leven je uiteindelijk toch breekt. Het geluk bestaat erin, denk ik, om elk moment dat de moeite waard is zo intens mogelijk te beleven en elke kans op dat vluchtige geluk aan te grijpen, ook al wordt het uiteindelijk niks. Iets is altijd beter dan niks.   

En die gedachten leiden dat er vervolgens toe dat ik waarschijnlijk ook Invisible en Travels in the Scriptorium de volgende dagen ga verslinden.

Geen opmerkingen: