vrijdag 20 december 2013

Ik heb altijd veel boeken gelezen over politiek (in - weer eens - de brede zin van het woord) en het valt met de jaren op dat daar toch altijd meer boeken van uitgesproken rechtse schrijvers tussenzitten. Robert Kaplan, Francis Fukuyama, Leo Strauss, Carl Schmit: als het over fundamenten, samenvattende oordelen of raadgevingen wat betreft, al dan niet internationale, politiek gaat, hebben zulke mensen het toch vaker bij het recht(s)e eind dan linkse jongens en meisjes. Links droomt lekker weg en rechts neemt vaak met gemak de realistische maat daarvan. Dat lijkt een mooie taakverdeling.

Het loopt de laatste jaren feitelijk pas fout als rechtse ideologen op dezelfde manier als de vroegere linkse hun (economische zowel als politiek-strategische) dromen in realiteit proberen om te zetten. Want omdat links altijd op zoek is naar een consensus voor een gelijkere en rechtvaardigere samenleving kan het vanuit die povere (want te goedbedoelde) essentie geen of nauwelijks verweer hebben tegen de uitwassen van het rechtse denken. Wat we nodig hebben is een links dat na de debacles van de twintigste eeuw eens eindelijk zijn schaamte afwerpt en evenzeer als zijn rechtse evenknieën een nieuwe strijdbare ideologie ontwerpt.. Als rechts zich nu zelfs al niet schaamt voor de zelf aangestoken oorlogen in Vietnam, Irak en Afghanistan (en dan heb ik nog niet over de door rechtse waanbeelden veroorzaakte economische wereldcrisis), waarom zou links zich dan moeten schamen over de excessen van Stalin en Mao, waar het in principe zelf weinig mee te maken had? Dat is gewoon masochisme. Van die 'Weg met ons!'-mentaliteit moet links dringend afgeraken.  

Het realisme dat links de laatste dertig jaar tentoonspreidt is zo de facto lafheid in vermomming, met het bijkomende nadeel dat de eigen ideologie langzameraan van vaag tot onbestaande is verworden. Je schaamt je als min of meer links mens toch dood dat er geen enkele linkse ideoloog momenteel op zoek is naar een werkbaar alternatief voor de steeds meer falende democratie, die nog enkel kortzichtige populisten en door de economie geobsedeerde geldwolven als politieke elite oplevert. Iemand als de naïeve David Reybrouck houdt zelfs een pleidooi voor populisme (alsof je populisme in de zin van buikgevoel zou kunnen omturnen tot een nieuwe vorm van civil society). Jezelf de ziektekiemen van de tegenstander toedienen kan nooit tot een oplossing voor de ziekte leiden. Try harder, please!

Geen opmerkingen: