woensdag 22 juni 2016

Wat je bijna nooit leest in een boekbespreking is hoe de recensent het boek gelezen heeft. Komt waarschijnlijk omdat lezen (behalve misschien voor poëzierecensenten) voor zo iemand een job is, waar boeken toch vooral in een context geplaatst moeten worden. Het valt mij in elk geval op dat ik pakweg de laatste drie boeken van DeLillo bijna proevend gelezen heb (of lees, zoals Zero K momenteel). Toen ik het boek kort na uitgave kocht heb ik zes of zeven hoofdstuken na elkaar gelezen en toen werd me duidelijk dat ik dit boek langzaam (misschien zelfs steeds langzamer) zou moeten gaan lezen. Elk hoofdstuk afbakenen en laten doordringen wat er gezegd, geschreven is (er is wel degelijk een verschil tussen wat een boek zegt en wat het schrijft). Tijdens het lezen nauwkeurig en intuïtief proberen te speuren waarom bepaalde woorden en zinnen een eenheid vormen en andere een verschillende. Waarom staat iets hier en een ander daar. Welke woorden en letters gebruikt de schrijvende. Welke zijn genoeg, welke teveel. DeLillo is voor mij de enige fictieschrijver bij wie dit nog kan (bij Beckett en Blanchot kon dat ook), tegelijk lezen over iets en lezen met iets, de taal zelf.

Geen opmerkingen: