donderdag 8 september 2011

Ondanks - of net juist door - zijn vaak al te aperte drang naar onverstaanbaarheid en de daaraan gekoppelde wijdlopigheid, ligt het ultieme belang van Derrida niet in zijn concepten en theorieën maar wel in de presentatie van de filosofie als een essentieel open structuur. Tegenover Hegels absolute integratie van alles, hetgeen fundamenteel bekeken een agressieve vorm van filosoferen is (die dan ook streeft naar een hard ja of neen), is Derrida's deconstructie een verwelkomende manier van filosoferen, waarbij denkers uit zoveel mogelijk verschillende disciplines en segmenten van de samenleving als het ware uitgenodigd worden tot filosofisch denken. Filosofie en wetenschap in het algemeen kan nooit af zijn. De deur moet altijd open staan voor nieuwe beweringen en perspectieven, zelfs al lijken deze op het eerste gezicht volledig het tot het koninkrijk van het absurde te behoren.

Geen opmerkingen: