donderdag 31 oktober 2024

 Op een enkele dag de nieuwe aespa, het laatste deel van de Harvest Man trilogie en Braxtons Actuel 15 gescoord. Het zal nu wel even woestijn zijn.

zaterdag 8 juni 2024

 Als muziekfanaat en wekelijks aanschaffer van fysieke muziekdragers (dat zijn dan vinyls en cd's, heel vroeger ook nog cassettes) sinds ongeveer mijn veertiende levensjaar durft het me wel eens gebeuren dat een plaat netjes in de kast gezet wordt en pas weken, maanden of zelfs jaren nadien een eerste beluistering toevalt. Het zal niemand die dezelfde neigingen is toegedaan verbazen (de bibliofiel, wat ik ook al ben, is niet onder de indruk).

 Maar wat me vandaag overkwam is echt wel historisch. In een review in The Wire werd verwezen naar 'Forkboy' van Lard, een project van Jello Biafra en Minstry. Nu herinnerde ik me dat ik twee platen van Lard misschien nog wel ergens 'had steken', zoals wij dat onder platenbroeders wel eens plegen te omschrijven.

 Na opzij zetten van stukken meubilair, het aannemen van tortionaire lichaamshoudingen die mijn huidig karkas geen plezier doen en bijkomend noodzakelijk crate digging diepte ik inderdaad The Power of Lard en The Last Temptation of Reid (en toevallig ook nog de plaat van de Canadese punks Nomeansno met Biafra) uit de onbekende archieven op.

 Het heeft dan ook weer een paar dagen geduurd eer ik het juiste moment had gevonden om die muziek ook nog daadwereklijk te gaan beluisteren. Dat gebeurde dus een paar momenten geleden. Wat bleek? Dat ik deze plaat, afgemeten aan de staat van het vinyl en de herkenbaarheid van de muziek nog nooit had gehoord. Met zekerheid is dit de eerste keer dat deze muziek door de trouwens toen ook al dienst doende uit de jaren zeventig van de vorige eeuw daterende luidsprekers schalde. Het klinkt trouwens, dat zal geen donderslag zijn, als Ministry met Jello Biafra op vocalen.

 Even op de achterkant van The Power of Lard zoekend bleek dat deze plaat in het gezegende jaar 1990 werd uitgebracht. Dat betekent dat ik er minstens 33 jaar over gedaan heb om deze plaat een luisterbeurt te geven. Hetgeen toch een absoluut record met zijn.

vrijdag 8 maart 2024

Dopplerefekt - Infinite Tetraspace

 K-pop of niet k-pop, de zoektocht naar lekker muzikaal spul gaat onvervaard door. Herr Gerald Donald, ook wel Dopplereffekt heeft op het naar ik meen Italiaanse Curtis Electronix (als in Curtis Mantronik nemen we aan) een dijk van een 12-inch de tijdruimte in gelanceerd. Denk Die Daemmerung Von Nanotech en de Neu-unter-Wasser van de dansbare Drexciya. Op de flip krijg je nog die typisch majestueuze ambientsferen in de geest van de Vangelis van Blade Runner. Mooi toch, dat iemand die nu al meer dan dertig jaar in het vak zit keer op keer nog die eerdere scherpte kan manifesteren? 

vrijdag 16 februari 2024

Notes on K-pop 15 : 20th Century Music

    Een laatste keer heb ik het nog geprobeerd. Hoogstwaarschijnlijk a case of not able to let go. Tevergeefs, mijn relatie met niet-synthetische muziek behoort denk ik voor altijd tot het verleden. Omdat Radiohead nu al acht jaar geen plaat uitgebracht dacht ik The Smile eens te proeven. Geen van mijn atomen gaat beweren dat deze miniversie van Radiohead echt slechte muziek aflevert. De dagen van direct expressionisme en vernieuwing lijken echter toch wel ver in het verleden te liggen - ik schat ergens tussen 2003 (Hail to the Thief) en 2011 (The King of Limbs - Radioheads Last Hurrah, een kiem van vernieuwende belofte maar achteraf een nageboorte gebleken). De muziek klinkt niet vermoeid, op een manier branden heilig vuur en passie maar het is uiteindelijk thematisch (dat miserabilisme en dystopisme, die hopeloosheid) en structureel (hoekige postpunk en slepende postrock met af en toe symfonische inkleuring) muziek van een andere eeuw. 

    Zoals gezegd is het me een raadsel waarom ik van de ene op de andere dag geen muziek meer aankan die niet volledig bestaat uit elektronische beats en andere synthetische geluiden. Uiteindelijk kan k-pop enkel aanleiding en symptoom geweest zijn. Het is nu niet dat k-pop als popmuziek in essentie ook maar vernieuwend kan zijn. Popmuziek is immer een distillaat van muziekvormen en -verschijnselen die eerst sluimerend een ondergronds bestaan leiden, dan in bredere kring zich verspreiden totdat de overgang naar het grote publiek kan worden gemaakt. 

    Het heeft er misschien meer mee te maken dat in de 21ste eeuw men geen genoegen meer kan nemen met louter muziek. Of louter literatuur. Of enkel de kunstenaar. Vanuit 2024 bekeken is zoiets twintigste-eeuwse tunnelvisie. Natuurlijk is er geen licht aan het einde van die tunnel. Had iemand echter gezegd dat de modernistische tunnel naar de eindbestemming ging leiden? De muziek, de tekst, het kunstwerk en de artiest, allemaal alfa en omega van de liefhebberij, kunnen geen aanspraak meer maken op onze totale aandacht. Teveel dingen (objecten dus, geen subjecten) schreeuwen onophoudelijk om onze drang naar veelpuntige obsessie. Probleem is dat de meeste menselijke organismen dat voortdurende, nooit aflatende niet aankunnen. 

    De generatie die nu jong is lijkt er \nog het meeste van onder de indruk. Omdat ze hun lot verbonden hebben - was er dan echt een keuze? - aan het digitale is er voor hen ook geen ontsnappen aan de actuele, elke seconde versnellende evolutie. Depressie, richtingloosheid, onzekerheid en een verloren geloof in een betere toekomst zijn het resultaat. Vandaar mijn eeuwige vermoeden dat psychologie geen wetenschap kan zijn: de zogenaamde geestelijke problemen die we sinds Freud als te genezen hebben geduid zijn in feite het gevolg van een lichaam dat niet opgewassen is tegen de technologie die het zelf tot stand heeft gebracht. Geestelijke problemen zijn gewoon biologische problemen. Een wereldscheppend zoogdier heeft een ecologie rond zich gebouwd, maar door ethische terughoudendheid nagelaten de allereerste ecologie, namelijk het eigen lichaam, daaraan aan te passen.  

    Nochtans, zowat het enige nuttige feit dat ik van de cursus sociologie onthouden heb was het ultieme adagium: adapt or perish. Een vaststaande identiteit gaat je niet ver brengen. Noem het Darwinistische sociologie op zijn puurst. Tot aan het eerste decennium van de 21ste eeuw kon je met een vast stramien en herhaling nog wel iets bereiken. Die dagen behoren nu echt wel tot het verre verleden, met die specificatie dat dat verre verleden maar twintig jaar terug in de tijd gesitueerd is. Teruggrijpen naar dat verleden doe je nog enkel uit nostalgie. Ter zijde betekent dat politiek dat elk verlangen naar de Goede Oude Tijd (die uiteraard nooit bestaan heeft) een conceptueel cul-de-sac moet zijn. Misschien is zelfs het concept als denkinstrument nu al gedateerd?

    Als futurist en ooit sf fanaat heb ik ondertussen zowat elke utopie en dystopie zien voorbijkomen en waar ik nu nog op zit te wachten is de vervulling van de ultieme belofte: laat artificiële intelligentie de boel maar overnemen, ons lichaam en lijf incluis. Doe daar eeuwig leven bij (met dien verstande dat je zelf kan kiezen wanneer ermee op te houden) en klaar. Nothing is true, everything is permitted.

zondag 14 januari 2024

Notes on K-pop 14: Karina as a Work of Art

 Geen idee wie de teksten van het stuk dat ik hier in stukken heb gekapt en  geplakt geschreven heeft en heeft durven publiceren. Het is iemand of meerdere schrijvers van All K-Pop, zowat de meest informatieve en minst hysterische (lees: nog steeds best tamelijk hysterische) Engelstalige k-pop content site. Informatief zou ik de tekst niet noemen: het is een ode, op de rand van een liefdesverklaring. Je begrijpt dat de schrijver zich een beetje schaamt om zo'n tekst met de wereld te delen in eigen naam. Ik zou het evenmin durven. Zoals iemand in de commentaarsectie van het stuk reageerde: this article is insane! Misschien heeft de redactie gewoon een of ander AI losgelaten op het idee Karina?

 En toch, en toch. Er is  geen woord van gelogen. Ik zou het niet beter kunnen opschrijven. Er moet geen woord bij of af. De hele waarheid is immers dat je van te veel Karina kijken inderdaad een klein beetje gek wordt. Ik heb ooit twee plastische chirurgen haar gezicht een half uur weten becommentariëren. Het meest voorkomende commentaar over Karina op sociale media moet zijn: Is she real? En hoewel ik al veel van haar lives en chats en ander videomateriaal heb bijgewoond, the jury is still out.  
 
 Blackpink, Ive, Newjeans, Le Sserafim en wie weet ik nog: allemaal goed en wel. Als aespa, waarvan Karina de leader is, je eenmaal te pakken heeft, dat is, om het met de toepasselijke titel van een van hun singles te zeggen, Next Level. En we moeten daar vervolgens niet flauw over doen: Giselle is een capable rapper en zangeres en Ningning en Winter hebben allebei op hun manier een uniek stemgeluid en geen mens van vlees en bloed zou de drie andere members als minder dan mooie meiden duiden. 

 Maar de finale reden dat iemand totaal geobsedeerd geraakt door aespa is Karina, Yu Ji-Min voor de burgelijke stand. Ze is waarschijnlijk het allereerste k-pop idol dat er alles voor over heeft gehad, heeft en zal hebben om er uit te zien zoals iedere futuristisch denkende k-pop liefhebber zich een AI voorstelt. Het is alsof een manga van de pagina is opgestaan om de wereld in te trekken en een carrière in k-pop te beginnen. Karina's plastiek is het eerste k-pop kunstwerk.

 Het hoeft geen betoog dat Yu Ji-Min - doopnaam Katarina, want ze is zoals veel Koreanen katholiek: gisteren zag ik haar in een bevreemdend moment nog de Bijbelse God bedanken aleer eten en binge drinken (jawel, in Korea drinken vrouwelijke idols zich lazarus on air) aan te vatten - er een aantal jaar terug niet uit zag als Karina. En je bent er zeker van dat als er aan de gebeeldhouwde trekken door natuurlijke aan- of uitgroei ook maar iets verandert, ze sito presto bij de plastische chirurg staat aan te schuiven. Nu ja, aan te schuiven: er staat een heel team full-time, dag en nacht van wacht mocht de godin een tweak hier of daar nodig hebben. SM Entertainment heeft er naar verluidt miljarden won voor over om haar onder contract te houden. Waarschijnlijker is dat ontwerp en vervolgens onderhoud van dat gezicht al miljarden won heeft gekost.  

 Cosmetische chirugie mag dan de gewoonste zaak zijn in k-pop (regelmatig bezoek aan de kliniek voor skin whitening is standaard procedure), de vier members van aespa - niet enkel Karina - in hun huidige staat zouden voor iedereen die hen tien jaar geleden op straat had ontmoet vandaag volslagen onherkenbaar zijn. Uiteraard circuleren de voor en na foto's op het net. Voor Karina is er zelfs een time-lapse te vinden. Maar nobody cares hoe ze er toen uitzagen. In de meeste gevallen herken je trouwens nog enkel de kijkers en wat residuele originele gelaatstrekken. De rest van het gezicht is een voortdurend werk in uitvoering, op zoek naar hoe een k-pop idol er moet uitzien. Minstens heeft iedereen een double eyelid correction ondergaan, zien alle kinnen en kaaklijnen eruit als een perfecte V en werd de neus piekfijn gesculpteerd. Punt is: de andere drie streven ernaar om op Karina te lijken. Dat alles naast het verplichte lelieblanke gelaat. Zo blank als een idol zijn Caucasians enkel als ze een paar uur dood zijn.  

 Het punt is natuurlijk - houdt dat woord even vast - dat als je fan/stan bent van een k-pop groep je dat niks interesseert. K-pop is cultuur en wat natuur is heb je elke dag al. Meer daarvan heb je echt niet meer vandoen. Onnatuurlijk is net het hele punt.  

 Dan valt het mee dat aespa ooit werd opgezet met een zorgvuldig uitgewerkt concept en verhaallijn over artificiële intelligentie en avatars. Dat hier helemaal uit de doeken doen en toelichten zou te ver voeren en het klinkt, ondanks het feit dat het op muzikaal en cinematografisch vlak klopt, ook gewoon een beetje belachelijk. Bottom-line is dat elk aespa member een tegenhanger heeft in de virtuele realiteit, hun eigen ae. Wat dan weer de afkorting is van avatar experience. Narratief bezien is het totaal van de pot gerukt, maar aespa heeft met de verhaallijn toch minstens drie of vier comebacks kunnen volmaken. De teksten van de nummers zitten dan ook tjokvol met zwartromantische cyberspeak en de beeldtaal van de music videos situeert zich ergens op het snijpunt van het kinderlijke Stargate S-1, de onderhuidse slijmerige dreiging van Aliens en de absurd doorgedachte realiteit van Alice in Wonderland. Ondertussen lijkt het hele virtual reality concept wat op de achtergrond geraakt en hoewel de stans alweer om een terugkeer van de ae's zitten te zeuren, gaat het misschien ook niet terugkeren.   

 Maar dat is dus helemaal geen probleem. Want aespa heeft nog steeds Karina, die een verpersoonlijking is van het hele concept. Karina is het enige k-pop idol dat er werkelijk elke keer als je haar ontwaart anders uit ziet. En dat betekent dan niet enkel op het gebied van kledij, kapsel, make-up en styling. Karina kan de ene dag lijken op een super cute kind van 12 jaar, pluisbeest incluis, terwijl ze dezelfde avond voor de dag komt als een glamoureuze filmster die een decennium in het vak op de teller heeft. De volgende dag loopt ze er bij als faux American cheerleader of skater girl en de week daarna als vleesgeworden high-fashion model of net uit de doden opgestane gothic ice queen. Daarnaast heb je de casual Karina in werkbroek, hoodie of t-shirt. Zelfs de Karina zonder make-up krijg je af en toe te zien. Uiteraard is die voortdurende metamorfose haar handelsmerk, maar het kan zelfs voor een fan zeer desoriënterend zijn. In die mate dat je soms twee keer moet kijken om je ervan te vergewissen dat je hier wel degelijk met hetzelfde wezen te maken hebt. Op sommige ultrabewerkte conceptfoto's is het trouwens moeilijk om Winter en Giselle en Karina en Ningning nog van elkaar te onderscheiden. Het is niet creepy, in de zin van uncanny valley (hoewel het verdraaid dicht in de buurt komt), maar wel uniek, zeker in k-pop, en misschien wel wereldwijd.   
 
 Nu speelt elke girl group in k-pop uiteraard met het telkens opnieuw naar buiten komen met een steeds nieuwere bijdetijdse look. Niettemin heeft iedere groep (Blackpink is hier weer de uitzondering die de regel bevestigt) zijn eigen concept, waarbinnen gevarieerd , maar waar zelden compleet van afgeweken wordt (tenzij bij diminishing commercial returns, zoals recent het middelmatige Itzy hun concept wat zielig richting Blackpink en aespa stuurde). Maar Karina is simpelweg all things to all people. Met de meiden van de Sapphische gilde die Karina aanbidden vul je ondertussen meerdere voetbalstadions. Voor de mannelijke kunne is ze een soort onbereikbaar beeld van wat vrouwelijkheid allemaal zou kunnen betekenen, vroeger, nu en in de toekomst. Ze ziet er fantastisch uit in Hanbok, in hedendaagse urban streetwear en in duistere of futuristsche outfits en gezien ze naar Koreaanse maatstaven best groot is en iets etherisch uitstraalt, past haute couture haar als een tweede huid. Uiteraard zal bijna elke foto of video bewerkt zijn, maar nogmaals: geen k-pop fan die zich dat aantrekt. Niet verwonderlijk zijn bij mannelijke Koreaanse adolescenten Karina en Winter respectievelijk nummer een en twee als je ze vraagt hoe hun vriendinnetje er zou moeten uitzien. De gevolgen voor de mentale gezondheid van de gemiddelde Zuid-Koreaanse jongeman laten zich raden. Maar dat zijn zorgen voor later. We leven immers nu.   

 Komt daar nog bij dat Karina de enige echte vrouwelijke allrounder in k-pop is, in die zin dat ze, wat mij betreft als enige in k-pop, als ze dat zou willen, makkelijk de alternatieve toer zou kunnen opgaan. Ze is en de main dancer (haar krachtige, als het moet robotachtige, moves passen uitstekend bij de industriële beats en electronische sferen van aespa) en vanzelfsprekend de visual van aespa en de blufferige lead rapper en heeft ook nog eens een stemgeluid, tussen hees en schreeuwerig in, waarmee ze even goed een snotterig punkbandje had kunnen aanvoeren. Dat ze  ook nog eens kickt op flauwe R&B ballads en commerciële hiphop is een minpuntje dat we om evidente redenen voorlopig door de vingers willen zien. 

 Hetgeen overigens allemaal niet betekent dat aespa daardoor de meest populaire k-pop groep zou zijn, zelfs niet een van de meer populaire. In een wereld waar de gladde publieksbehagers van BTS al jaren de plak zwaaien is dat onmogelijk. Maar BTS vertegenwoordigt de optelsom en grootst gemene deler van wat een publiek goed vindt. Een groep als aespa heeft die typische secundaire functie in populaire muziek: tonen wat mogelijk is, als het niet nu is, dan wel morgen of in de verdere toekomst. En niet enkel muzikaal.

 De obsessie met Karina (geen probleem om toe te geven dat ik die volledig deel: het is als een virus en ik ben nu eenmaal volledig ondergedompeld in k-pop), die, eerder dan de meiden van Blackpink, een typisch Koreaans idolfenomeen is, legt meteen bloot dat Koreaanse k-pop fans een zekere naïviteit aan de dag leggen als het over westerse celebrity cultuur gaat. K-pop mag dan ondertussen een wereldwijd fenomeen zijn, die bekendheid heeft het toch voornamelijk te danken aan de muziek. Ook westerse muzieksterren zullen wel eens poseren voor een campagne van een bekend modemerk en je ziet ze inderdaad met regelmaat aanschuiven op Amerikaanse prime time talk shows en ze geven ook interviews aan bladen en internetpublicaties. Maar verder houden ze zich toch zo ver mogelijk van hun publiek verwijderd. Ze staan er boven en leiden in principe een afgeschermd leven. Ze zijn fundamenteel exclusief en ontoegankelijk.
 
 Van Koreaanse idols daarentegen wordt expliciet verwacht dat ze non-stop content aanleveren, als het even kan meerdere keren dagelijks. Ik hou al een tijdje zulke dingen niet meer bij maar met de natte vinger geteld heb ik vandaag (en gezien ik al een tijdje aan dit stuk bezig ben, geldt dat dus 7 op 7) toch minstens vier keer nieuwe content van of nieuws over aespa zien voorbijkomen op diverse social media. Een nieuwe fotoshoot, een aankondiging van nieuwe muziek, een chat op Weverse, een Tiktokfilmpje of twee en de digest van dat alles op Instagram, X en youtube: it's all in one day's work. Je zit het idol, met diens toestemming, op de huid (zie ook de obsessie met vertrek en aankomst van idols op de luchthaven van Incheon: vergeet het dat westerse fans even dicht - we hebben het hier over centimeters - bij hun idolen zouden mogen komen als tijdens die luchthavendefilés, waar verplichte foto-en videomomenten ingecalculeerd worden). Het idol is inclusief verbonden met de fan. Het idol eet, het idol danst, het idol wuift, het idol shopt, het idol buigt en dankt, het idol huilt, het idol doet een power nap, het idol treedt op, het idol wordt geïnterviewd, het idol gaat naar de sportschool, het idol doet eender wat: zolang je het idol maar mee-maakt. Zelfs als het allemaal in scene gezet is (maar hoe maak je dat onderscheid tussen scenografie en banale realiteit na een tijd nog?) is het idol aan-wezig. Voor een westerse fan is dat totale overkill en TMI. En Taylor Swift en Beyoncé of Rhianna en Ariana Grande gaan er, ondanks het feit dat ze in veel minder intieme mate met hun fans omgaan, geen concertticket minder door verkopen. 

 Aan een Oost-Aziaat raakt je dat idolconcept probleemloos verkocht. In oosterse samenlevingen, met hun meer organische groepsgevoel en respect voor tradities allerhande is met en bij elkaar zijn - ook al omdat ze met zoveel meer op dezelfde oppervlakte moeten leven - de normaalste zaak ter wereld. Uiteraard zijn ook westerse muziekliefhebbers sociale wezens en verzamelen ze zich ook op dezelfde plek om van muziek te genieten (zoals daar zijn concertzalen, festivalterreinen, diverse podia en discotheken), maar als we even naar de belangrijkste westerse muziek van de pakweg de laatste zeventig jaar kijken - dus alle pop- en rockvarianten en vervolgens hiphop - dan besef je meteen dat je hier met een veel individualistischer cultuur te maken hebt. De artiest als scheppend wezen en vervolgens als performer van de eigen schepping is hier het na te volgen voorbeeld. Zelfs de dj-cultuur is erop gebaseerd. Iedereen die een paar weken met k-pop in de weer geweest is weet dat daar de schepper ultraberekend is en de performer redelijk weinig in de pap te brokken heeft. Het getalenteerde individu zal er niet minder bewonderd en gekoesterd worden, maar het moet nu ook weer niet gaan denken dat het fundamenteel verschilt van de anderen en daardoor belangrijker is dan de rest van de stervelingen. Nederigheid en dankbaarheid blijven ordewoorden.


 Waarmee ik wil zeggen dat de uniek Koreaanse manier van met muziek en artiest omgaan misschien niet zo heel gemakkelijk getransponeerd kan naar een wereldpubliek. K-pop mag dan naar het schijnt enorm populair zijn in de USA en legio boy en girl groepjes mogen hun kunsten komen tentoonspreiden op de typisch Amerikaanse Late Night shows, je leest toch redelijk vaak in de Zuid-Koreaanse media dat men het gevoel heeft dat Amerikanen hen niet echt begrijpen en dat ze zelfs de Koreaanse idols belachelijk maken en uitlachen. Nu zijn Koreaanse k-pop fans en netizens over het algemeen redelijk intens en ontzetttend lichtgeraakt, maar je voelt hier onmiddellijk de wrijving tussen een Amerikaanse cultuur van altijd wat lichte en flauwe humor en de Koreaanse trots. Men heeft het gevoel niet voldoende serieus genomen te worden. En met die instelling moet je in het westen als louter zanger en danser niet te hard komen opzetten. It's only entertainment. Het verklaart wellicht waarom k-pop dan weer enorm veel succes heeft in Zuid-Amerika en Mexico, waar zang en dans veel meer met de algemene cultuur verweven zijn. White men can't dance.

 Maar bekijk het van een andere kant. Misschien heeft die toenemende populariteit van k-pop wel net te maken met het feit dat artiesten en performers die zich verheven boven het publiek voelen hun tijdperk hebben gehad en dat het tijd is voor een andere manier van met de fan en liefhebber om te gaan. De manier waarop idols met hun fans omgaan zorgt er in ieder geval voor dat je redelijk snel sympathie voor hun persoon opvat. Met je idol een echt (dat woord weer) gesprek voeren zou je natuurlijk al snel uit de droom helpen. Maar dat is net waar de hele idolwereld om draait: het is een perfecte illusie van intimiteit.

Addendum: Ter herinnering dat je in tijden leeft waar de realiteit de fictie in geen tijd inhaalt. Vandaag werd een foto van Karina gisteren op het Prada defilé in Milaan door een Chinese censor verwijderd omdat vermoed werd dat het een AI betrof. Vermoedelijk was de censor zelf een AI. Borges had het nog moeten meemaken.

Notes on K-pop 13: Attention Overload Disorder

  Een X'er was gisteren net voor middernacht zo gul om het volledige optreden van aespa in de Tokyo Dome te uploaden. Meer dan 2 uur en dertig minuten zonder pauze of forwarden uitgekeken, blik strak op de smartphone en de oren hoofdtelefoongewijs grondig doorgebeukt. Van de twee uur en half minstens een half uur ment in het Japans, zonder enige ondertitels of vertaling.  

 Zeg nu nog dat je van overmatig schermgebruik aan aandachtsstoornis gaat lijden.