maandag 25 oktober 2010

Wederom rake opmerking van Leiris over Beckett. Wie erin slaagt de uiterste grens te bereiken (bij Beckett het in woorden vatten van de wanhoop) blijft niets meer over, niets meer te doen. Daarna is er nog enkel woestenij. Moet dan altijd weer denken aan de allergrootste van de techno, Derrick May, die na amper een stuk of vijftien absolute klassiekers de lier aan de wilgen hangt. Misschien doet hij ooit nog wel eens een soundtrack verschijnen (ja, waar blijft die Blade Runner, verbeeld in Detroit?) die in de verte naar zijn ouder werk verwijst, maar er nooit aan zal kunnen  tippen.

Ik heb over dit moment (of is het eerder een plaats?) al geschreven in mijn stuk over Kaoru Abe en ergens blijf ik vermoeden dat het mogelijk moet zijn om ook daarna nog verder te gaan. Vraag is of het een mens in zijn huidige vorm zal zijn die zoiets zal kunnen bewerkstelligen. Is er niet een ander soort bewustzijn (en daaraan gekoppeld een andere biologie) nodig om die grens over te gaan?

Je constateert toch telkens weer dat het al snel slecht afloopt met diegenen die menen God (of iets dat erop lijkt) te hebben gezien (Rimbaud, Nietzsche, Coltrane). Op een of andere manier zijn cynische brompotten met een slecht karakter (ik denk dan aan Schopenhauer of Miles Davis) of speelse geesten (Deleuze, Pynchon) veel beter in staat om over zo'n moment heen te stappen. In de huidige toestand die de mens aankleeft, geeft het geen pas om voor het absolute te gaan.

Geen opmerkingen: